Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest van 31 maart 2015
[appellant],
STICHTING WOONSTAD ROTTERDAM,
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
(2.1) [appellant] huurt van Woonstad op grond van de ‘Overeenkomst wisselwoning Nieuw Crooswijk’ vanaf 1 november 2007 een wisselwoning aan de [adres] te [plaats] (hierna ook: de (wissel)woning of de woning). In het door partijen ondertekende huurcontract is vermeld dat de wisselwoning is bestemd om als tijdelijke huisvesting door huurder (voor de duur van de bouw van de nieuwe woning) te worden gebruikt in verband met het herstructureringsproject ‘Nieuw Crooswijk’. [appellant] betaalde voor het gebruik van de woning als wisselwoning geen streefhuur, maar een aanzienlijk lagere huurprijs (vermeerderd met de wettelijke verhogingen sindsdien), welke huurprijs correspondeert met de huurprijs die [appellant] betaalde voor zijn oude woning (aan de [adres] te [plaats]), die hij in verband met sloop ervan heeft verlaten. De huurprijs van de wisselwoning, inclusief servicekosten, bedroeg ongeveer € 160,-- per maand. [appellant] kan zich als huurder van deze wisselwoning niet op huurbescherming beroepen, zoals de kantonrechter met juistheid en in hoger beroep onweersproken heeft geoordeeld.
(2.2) Artikel 4.1 van de huurovereenkomst wisselwoning voorziet in een beëindiging van de huurovereenkomst van rechtswege een maand nadat aan huurder bij aangetekende brief een nieuwe woning in Nieuw Crooswijk ter beschikking is gesteld. Het Sociaal Statuut, waar Woonstad zich jegens [appellant] aan gebonden acht, biedt in die situatie naast de mogelijkheid om een nieuwe woning te aanvaarden, voor [appellant] ook de mogelijkheid om te kiezen voor definitief verblijf in de (wissel)woning. Hiervoor moet dan wél een nieuw huurcontract worden afgesloten, met een hogere huurprijs en bijbehorende huurbescherming, te weten de door Woonstad vastgestelde streefhuur.
(2.3) Bij aangetekende brief van 20 juli 2011 is door Woonstad aan [appellant] een woning in Nieuw Crooswijk aangeboden (bouwblok Huis van Vooruitgang; blok C), waarbij aan [appellant] is gevraagd een keuze te maken vanuit een brochure en waarbij [appellant] is uitgenodigd voor een gesprek op 18 augustus 2011. Bij brief van 24 augustus 2011 heeft Woonstad aan [appellant] laten weten dat hij niet op de afspraak van 18 augustus is verschenen en niets heeft laten horen, dat Woonstad dit beschouwt als een weigering om in aanmerking te komen voor een woning in het betreffende bouwblok (C) en dat Woonstad ervan uitgaat dat [appellant] in afwachting is van een ander aanbod in de toekomstige nieuwbouw van Nieuw Crooswijk, zodat dan opnieuw een woning zal worden aangeboden. In dezelfde brief wordt aangegeven dat volgens de regels van het Sociaal Statuut de huurprijs voor de (wissel)woning per 1 oktober 2011 naar het streefniveau zal worden gebracht. Deze brieven hebben [appellant] bereikt, zij het op een later moment in verband met zijn afwezigheid wegens vakantie van vijf weken.
(2.4) Bij brief van de advocaat van Woonstad van 10 oktober 2011 is aan [appellant] onder meer geschreven:
“(…) Op grond van deze tijdelijke huurovereenkomst wisselwoning dient u deze woning leeg en ontruimd op te leveren nadat u een nieuwe woning is aangeboden in Nieuw Crooswijk. (…) Uit uw brief van 29 augustus 2011 maak ik op dat uw afwezigheid tijdens het gesprek van 18 augustus 2011 mogelijk berust op een misverstand. Namens Woonstad kan ik u twee verschillende mogelijkheden voorleggen:1. Woonstad heeft voor u een nieuwbouwwoning beschikbaar gelegen aan de Boezemlaan. U kunt deze woning huren vanaf de oplevering. De huur bedraagt vanaf± € 473, inclusief servicekosten.2. Indien u geen gebruik maakt van het aanbod te verhuizen naar een nieuwbouwwoning, maar wil wachten op een ander aanbod, dan kunt u langer in de wisselwoning blijven wonen. Voorwaarde hiervoor is wel dat u de streefhuur gaat betalen. (….) Deze streefhuur is het eerder door Woonstad gemelde bedrag van € 599,74 per maand, te vermeerderen met € 28,37 servicekosten per maand.[hof: in totaal een bedrag van
€ 628,11.]
Ik verzoek u mij uiterlijk 20 oktober a.s. te berichten welke keuze u heeft gemaakt. Indien u niet kiest (…), zal ik genoodzaakt zijn rechtsmaatregelen te treffen. Gelet op (….) betekent dit dat ontruiming zal worden gevorderd.(2.5) [appellant] heeft niet op deze brief gereageerd.
(2.6) Vervolgens is [appellant] bij brief van 9 november 2011 door Woonstad uitgenodigd voor een bewonersavond op 15 november 2011 en een persoonlijk gesprek op 5 december 2011, in verband met het aanbod van woningen in de woonblokken Huis van Voorspoed en Huis van Warmte (blokken B). Op 5 december 2011 heeft het gesprek tussen Woonstad en [appellant] plaatsgevonden. De kantonrechter is er in zijn vonnis vanuit gegaan dat [appellant] toen geen nieuwe woning heeft geaccepteerd, althans niet op het aanbod heeft gereageerd, maar heeft kenbaar gemaakt in de (wissel)woning te willen blijven.
(2.7) [appellant] heeft een door Woonstad aangeboden nieuwe huurovereenkomst voor de woning per 1 januari 2012, met daarin opgenomen de streefhuur, niet getekend. [appellant] is in de woning blijven wonen. [appellant] heeft bij brieven van 24 februari 2012 en 5 april 2012 aan Woonstad gemeld dat volgens hem een huurprijs van € 157,23 in plaats van € 628,11 rechtens geldend is.
Voor de goede orde merkt het hof nog op dat [appellant] in de memorie van grieven te kennen heeft gegeven dat hij niet in de wisselwoning wil blijven. Nu hij desondanks toch weigert te vertrekken bedraagt de schade voor Woonstad het bedrag dat zij bij reguliere verhuur kan ontvangen. Dit bedrag is [appellant] daarom verschuldigd als schadevergoeding zolang hij zonder recht of titel in de woning blijft wonen. De klacht van [appellant] dat hij niet méér verschuldigd is dan 75% of 80% van de streefhuur, miskent dat het thans om schadevergoeding gaat zoals hiervoor uiteengezet. Uiteraard dient hierop in mindering te strekken hetgeen hij wel heeft betaald/betaalt, zoals Woonstad ook erkent. Dit is echter een executiekwestie, die los staat van de veroordeling tot betaling van het betreffende bedrag aan schadevergoeding. Grief V waarin dit punt aan de orde wordt gesteld, wordt daarom verworpen.
Slotsom