ECLI:NL:GHDHA:2015:643

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
24 maart 2015
Publicatiedatum
24 maart 2015
Zaaknummer
22-004214-14
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis in hoger beroep inzake diefstal met geweld en aanwezigheid verdachte

Op 24 maart 2015 heeft het Gerechtshof Den Haag uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag, dat op 26 september 2014 was gewezen. De verdachte, geboren in Joegoslavië in 1979 en zonder bekende vaste woon- of verblijfplaats, was in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van 88 dagen met aftrek van voorarrest. De zaak betreft diefstal met geweld, gepleegd op 16 februari 2013 te Ammerstol, waarbij de verdachte samen met een medeverdachte een woning binnendrong en goederen, waaronder een fotocamera en sieraden, heeft weggenomen.

Tijdens de behandeling in hoger beroep heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die bevestiging van het vonnis heeft gevorderd. De raadsman van de verdachte heeft geen verzoek tot aanhouding gedaan, ondanks dat de verdachte om financiële redenen niet ter terechtzitting kon verschijnen. Het hof heeft vastgesteld dat er geen verzoek is gedaan om de verdachte in de gelegenheid te stellen gebruik te maken van zijn aanwezigheidsrecht.

Het hof heeft het vonnis van de eerste rechter bevestigd, met inachtneming van de eerder genoemde overwegingen. De beslissing van het hof is genomen door een meervoudige kamer voor strafzaken, bestaande uit drie rechters, en is uitgesproken in het openbaar.

Uitspraak

Rolnummer: 22-004214-14
Parketnummer: 09-817494-13
Datum uitspraak: 24 maart 2015
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag van 26 september 2014 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] (Joegoslavië) op [geboortejaar] 1979,
thans zonder bekende vaste woon- of verblijfplaats hier te lande, laatst bekende [adres](Bosnië en Herzegovina).
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg van 21 februari 2014 en 26 september 2014 en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van
10 maart 2015.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 88 dagen met aftrek van voorarrest.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroep - ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 16 februari 2013 te Ammerstol, gemeente Bergambacht, tezamen en in vereniging met [medeverdachte], althans een ander, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning aan de [adres] heeft weggenomen een fotocamera en/of een tas en/of een metalen doosje met sieraden, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, zulks nadat hij, verdachte en/of zijn medeverdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf had/hadden verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik had/hadden gebracht door (met (een) schroevendraaier(s)) een raam open te breken en/of een/dat raam open te trekken en/of door een/dat raam naar binnen te kruipen/klimmen;
Subsidiair
[medeverdachte] op of omstreeks 16 februari 2013 te Ammerstel, gemeente Bergambacht met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan de [adres] heeft weggenomen een fotocamera en/of een tas en/of een metalen doosje met sieraden, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij hij zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door (met (een) schroevendraaier(s)) een raam open te breken en/of een/dat raam open te trekken en/of door een/dat raam naar binnen te kruipen/klimmen,
bij welk misdrijf verdachte op of omstreeks
16 februari 2013 te Ammerstel
(het hof begrijpt: Ammerstol), gemeente Bergambacht, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door voor/in de buurt van de woning op de uitkijk te staan en/of
[medeverdachte] te waarschuwen dat er iemand/mensen aankwamen.
Het vonnis waarvan beroep
De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het hof niet gebracht tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van de eerste rechter, met dien verstande dat het hof in het vonnis waarvan beroep de hierna te vermelden aanvulling aanbrengt.
Het vonnis waarvan beroep dient derhalve onder aanvulling van gronden te worden bevestigd.
Aanvulling naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Het hof voegt naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep het volgende toe.
Blijkens mededeling van de raadsman ter terechtzitting in hoger beroep is bij beslissing van de Raad van State de ongewenstverklaring van de verdachte inmiddels opgeheven en is de verdachte uitsluitend wegens financiële redenen niet ter terechtzitting van het hof verschenen.
Voorts constateert het hof dat uit de processen-verbaal van de terechtzittingen in eerste aanleg van 16 mei 2013, 27 mei 2013, 21 februari 2014 en 26 september 2014 niet blijkt dat door de raadsman op enig moment het (subsidiaire) verzoek is gedaan om aanhouding van de zaak teneinde de verdachte in de gelegenheid te stellen gebruik te maken van zijn aanwezigheidsrecht. Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsman desgevraagd medegedeeld dat hij inderdaad nimmer heeft verzocht om aanhouding teneinde de verdachte de behandeling van zijn strafzaak te laten bijwonen.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door mr. C.G.M. van Rijnberk,
mr. M.C.R. Derkx en mr. H.A. Holthuis, in bijzijn van de griffier mr. C.J.A. Sabatier.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 24 maart 2015.
mr. H.A. Holthuis is buiten staat dit arrest te ondertekenen.