ECLI:NL:GHDHA:2015:677
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- A. Duindam
- M. van Walderveen
- G. Grootveld
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om vergoeding kosten raadsman in verband met verzoek ex art. 89 Sv
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 29 januari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Rotterdam van 14 februari 2014. De verzoeker, die eerder was vrijgesproken van poging tot afpersing, had een verzoek ingediend op grond van artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering voor schadevergoeding wegens de tijd die hij in voorlopige hechtenis had doorgebracht. Daarnaast vroeg hij om vergoeding van de kosten van rechtsbijstand in verband met het opstellen en indienen van dit verzoekschrift, op basis van artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank had hem een bedrag van € 550,- toegekend voor de kosten van rechtsbijstand, maar de verzoeker ging in hoger beroep tegen deze beslissing.
Het hof heeft de zaak behandeld in raadkamer, waarbij de verzoeker, zijn advocaat mr. J. de Back, en de advocaat-generaal mr. H.H.J. Knol aanwezig waren. De advocaat-generaal concludeerde tot afwijzing van het hoger beroep. Het hof oordeelde dat de beschikking van de rechtbank vernietigd moest worden, omdat de beslissing op het verzoek ex artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering bepalend is voor de vraag of de verzoeker recht heeft op vergoeding op basis van artikel 591a. Aangezien de zaak niet was geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel, werd het verzoek om vergoeding van de kosten van rechtsbijstand afgewezen.
De beslissing van het hof was dat de beschikking waarvan beroep werd vernietigd en het verzoek werd afgewezen. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en ondertekend door de voorzitter en de griffier.