Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP
- de man, bijgestaan door zijn advocaat;
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft de man op 3 december 2014 hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Rotterdam van 9 september 2014. Dit hoger beroep betreft een verzoek tot schorsing van de werking van de uitvoerbaarverklaring bij voorraad van de beschikking. De man verzoekt het hof om de uitvoerbaarheid bij voorraad van de bestreden beschikking te schorsen, maar het hof stelt vast dat de bestreden beschikking niet uitvoerbaar bij voorraad is verklaard. Hierdoor is er geen mogelijkheid om de uitvoerbaarheid bij voorraad te schorsen. Het hof wijst erop dat de beschikking van 22 juli 2013, die wel uitvoerbaar bij voorraad was, inmiddels in kracht van gewijsde is gegaan omdat er niet tijdig hoger beroep is ingesteld. Dit betekent dat de uitvoerbaarheid van die beschikking niet meer kan worden geschorst.
De vrouw heeft op 27 januari 2015 een verweerschrift ingediend, waarin zij verweer voert tegen het verzoek tot schorsing. De zaak is op 12 maart 2015 mondeling behandeld, waarbij beide partijen aanwezig waren met hun advocaten. Het hof heeft de feiten vastgesteld zoals deze door de rechtbank zijn vastgesteld, voor zover daartegen in hoger beroep niet is opgekomen.
Uiteindelijk verklaart het hof de man niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot schorsing van de uitvoerbaarheid bij voorraad van de bestreden beschikking, evenals in zijn subsidiaire verzoek om de vrouw te verplichten zekerheid te stellen voor de partneralimentatie. De beslissing is gegeven op 25 maart 2015 door de rechters Husson, Sutorius-Van Hees en Mulder, met mr. Rasmijn als griffier.