ECLI:NL:GHDHA:2015:915
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake terugbetaling voorgeschoten huurtermijnen en bedrijfskosten
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant], wonende te Amsterdam, tegen [geïntimeerde], voorheen h.o.d.n. Ali Baba Market, wonende te Almere. De procedure is gestart na een tussenarrest van 18 november 2014, waarin een comparitie na aanbrengen was bevolen. Beide partijen hebben verzocht om toelating tot de Second Opinion-procedure, wat is toegestaan. De enige grief van [appellant] betreft de beslissing van de rechtbank Rotterdam, die in eerdere vonnissen niet heeft beslist overeenkomstig zijn vorderingen. Het hof heeft kennisgenomen van de stukken van de eerste aanleg en heeft de overwegingen van de kantonrechter overgenomen, met enkele aanpassingen.
Het hof oordeelt dat [geïntimeerde] niet heeft betwist dat [appellant] huurtermijnen voor hem heeft voorgeschoten. Het verweer van [geïntimeerde] dat hij deze huurtermijnen contant heeft terugbetaald, is niet voldoende onderbouwd. De vordering tot terugbetaling van de voorgeschoten huurtermijnen wordt toegewezen, met uitzondering van de huurtermijn voor oktober 2007, waarvoor [geïntimeerde] terecht heeft aangevoerd dat de huurovereenkomst op zijn naam stond. Ook de vordering tot terugbetaling van bedrijfskosten wordt toegewezen, omdat [geïntimeerde] dit verweer onvoldoende heeft gemotiveerd.
Het hof vernietigt het vonnis van 6 juni 2014 voor zover de vorderingen zijn afgewezen en compenseert de kosten in hoger beroep. De beslissing van het hof houdt in dat [geïntimeerde] aan [appellant] moet betalen, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Het arrest is uitgesproken op 3 februari 2015.