Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 26 januari 2016
[appellant] ,
METTERWOON VASTGOED B.V.,
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
in conventie, samengevat, in eerste aanleg gevorderd:
eigenaarvan [adres 2] op de hoogte te stellen van de berekening en te verzoeken om de betreffende rookgasafvoer te verwijderen dan wel te verplaatsen naar een plek die wel voldoet aan de eisen. De inhoud van deze brief is niet door [appellant] betwist. Er moet dan ook vanuit worden gegaan dat de bewoner van [adres 2] eigenaar is van het appartement en dat tussen Metterwoon en de bewoner van [adres 2] geen contractuele band bestaat. Dat betekent dat Metterwoon niet aansprakelijk gehouden kan worden voor het feit dat zij niet optreedt jegens de overlastveroorzaker. Het is aan [appellant] zélf om maatregelen te nemen en van de eigenaar van het appartement [adres 2] te eisen het rookafvoerkanaal zodanig te (ver)plaatsen dat hij geen overlast meer ondervindt. Voor zover [appellant] zijn vordering stoelt op onrechtmatige daad of wanprestatie oordeelt het hof als volgt. Metterwoon heeft onbetwist gesteld dat zij: i) een onderzoek heeft laten instellen naar de juiste plaatsing van de rookgasafvoer en ii) de klacht van [appellant] onder de aandacht van de VvE heeft gebracht (en de VvE heeft verzocht maatregelen te nemen tegen de eigenaar van [adres 2] ) maar dat de VvE zich bij meerderheid op het standpunt heeft gesteld dat het rookafvoerkanaal volgens de gestelde voorwaarden en regelgeving is geplaatst. Gelet hierop heeft Metterwoon – voor zover al zou moeten worden aangenomen dat er sprake is van een inspanningsverplichting van Metterwoon – deze naar het oordeel van het hof niet geschonden. Van Metterwoon kan niet, zoals door [appellant] is aangevoerd, worden verwacht dat zij het besluit van de vergadering van de VvE aanvecht. Aan het verwijt van [appellant] dat Metterwoon in strijd met de huurovereenkomst heeft nagelaten het schoorsteenkanaal te vegen gaat het hof voorbij nu Metterwoon gesteld en (met een factuur van een schoorsteenvegersbedrijf) onderbouwd heeft dat zij het schoorsteenkanaal heeft laten vegen, waarbij geen verstopping of enig andere belemmering is geconstateerd. Dat betekent dat, zonder verdere onderbouwing die ontbreekt, niet kan worden aangenomen dat een eventuele verzaking van de verplichting om de schoorsteen te vegen daadwerkelijk tot schade of verminderd huurgenot voor [appellant] heeft geleid in die zin dat hij zijn huis niet kon verwarmen. Nu er geen sprake is van onrechtmatig handelen dan wel wanprestatie aan de zijde van Metterwoon strandt de vordering tot vergoeding van (immateriële) schade reeds op die grond en kan van verrekening noch opschorting sprake zijn. De grieven 2 en 4 zijn dan ook tevergeefs opgeworpen.