ECLI:NL:GHDHA:2016:1994
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- T.G. Lautenbach
- M.E. Honée
- C.G. Beyer-Lazonder
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake verzoek rechterlijke goedkeuring van beding ex artikel 7:291 BW
In deze zaak gaat het om een hoger beroep na verwijzing, waarbij [verzoeker] een verzoek heeft ingediend tot rechterlijke goedkeuring van een beding in de Algemene Bepalingen Huurovereenkomst. Het betreft een geschil tussen [verzoeker], eigenaar van een pand in Amsterdam, en AMSTERDAM INN B.V. (voorheen Centre Hotel), die het pand huurt. De zaak is ontstaan na een eerdere beschikking van de kantonrechter, waarin het verzoek van [verzoeker] tot goedkeuring van het beding werd afgewezen. De Hoge Raad heeft de zaak terugverwezen naar het gerechtshof Den Haag voor verdere behandeling.
De feiten zijn als volgt: [verzoeker] heeft het pand aan [adres] verhuurd aan Centre Hotel, dat het hotelbedrijf exploiteert. Er zijn verschillende verzoeken en tegenverzoeken gedaan met betrekking tot de huurprijs en de goedkeuring van het beding in de Algemene Bepalingen. Het hof heeft geoordeeld dat Centre Hotel terecht de nietigheid van het beding heeft ingeroepen, omdat er geen goedkeuring was gevraagd. Het hof heeft de beschikking van de kantonrechter bekrachtigd en de verzoeken van [verzoeker] afgewezen.
De Hoge Raad heeft in zijn beschikking van 3 april 2015 geoordeeld dat het verzoek tot goedkeuring van het beding ook na de vernietiging van het beding nog kan worden behandeld. Het hof heeft vervolgens geconcludeerd dat de maatschappelijke positie van Centre Hotel zodanig is dat zij de bescherming van de huurbescherming behoeft. Het hof heeft de beschikking van de kantonrechter bekrachtigd en [verzoeker] veroordeeld in de kosten van de procedure.