ECLI:NL:GHDHA:2016:23

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
26 januari 2016
Publicatiedatum
11 januari 2016
Zaaknummer
200.160.954/01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gunning van een overheidsaanbesteding voor een modulair systeem voor militaire uitrusting

In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Den Haag, betreft het een hoger beroep van SAGEM DÉFENSE SÉCURITÉ S.A. tegen de Staat der Nederlanden (Ministerie van Defensie) inzake de gunning van een overheidsaanbesteding voor een modulair systeem dat militaire uitrusting mogelijk maakt. De Staat had Thales c.s. als voorkeursaanbieder geselecteerd. Sagem had eerder een vordering tot heraanbesteding ingediend, welke door de voorzieningenrechter in de rechtbank was afgewezen. Sagem heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze beslissing.

In het hoger beroep heeft Sagem betoogd dat zij geen belang meer heeft bij haar oorspronkelijke vorderingen, aangezien de aanbestedingsprocedure inmiddels is voltooid. Zowel de Staat als Thales c.s. hebben dit standpunt onderschreven. Het hof heeft vastgesteld dat de vordering van Sagem in hoger beroep niet voor toewijzing in aanmerking komt, en heeft het vonnis van de voorzieningenrechter bekrachtigd. Tevens is Sagem veroordeeld in de kosten van het hoger beroep aan de zijde van zowel de Staat als Thales c.s.

Het hof heeft in een eerder tussenarrest op 3 november 2015 (ECLI:NL:GHDHA:2015:2946) al een wijziging van eis van Sagem afgewezen en verwees voor het procesverloop naar dat arrest. De beslissing van het hof is genomen tijdens de openbare terechtzitting op 26 januari 2016.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht
Zaaknummer : 200.160.954/01
Zaaknummer rechtbank : C/09/470881

Arrest van 26 januari 2016

inzake

SAGEM DÉFENSE SÉCURITÉ S.A.,

gevestigd te Boulogne-Billancourt, Frankrijk,
appellante,
hierna te noemen: Sagem,
advocaat: mr. R.J. van Agteren te Amsterdam,
tegen

DE STAAT DER NEDERLANDEN (Ministerie van Defensie),

zetelend te Den Haag,
geïntimeerde,
hierna te noemen: de Staat,
advocaat: mr. M. van Rijn te ’s-Gravenhage,
met als tussenkomende partijen
1.
THALES NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Hengelo (Ov.),
2.
ELBIT SYSTEMS LAND AND C4I LTD,
gevestigd te Netanya, Israël,
hierna te noemen: Thales c.s.,
advocaat: mr. B.J. Korthals Altes-van Dijk te Amsterdam.

Het vervolg van het geding

Het hof heeft in deze zaak op 3 november 2015 een (tweede) tussenarrest gewezen (ECLI:NL:GHDHA:2015:2946). Het verwijst voor het procesverloop tot dat tijdstip naar dat arrest. Bij dat arrest heeft het hof een door Sagem gewenste wijziging van eis afgewezen. Een verzoek van Sagem om tegen die afwijzing tussentijds cassatieberoep te mogen instellen heeft het hof eveneens afgewezen. Partijen hebben ten slotte wederom arrest gevraagd.
Beoordeling
1. Zoal het hof in zijn tussenarrest van 3 november 2015 heeft overwogen, betreft de onderhavige procedure de gunning van een opdracht voor een modulair systeem met verschillende functies waarmee een militair kan worden uitgerust. De Staat heeft Thales c.s. als voorkeursaanbieder geselecteerd. De voorzieningenrechter in de rechtbank heeft de vordering van Sagem tot heraanbesteding afgewezen. Sagem heeft tegen dat vonnis beroep ingesteld.
2. De oorspronkelijke vordering van Sagem strekte ertoe de aanbestedingsprocedure te stoppen en eventueel een heraanbesteding te bewerkstelligen. Doordat het hof de door Sagem gewenste wijziging van eis heeft afgewezen, is de vordering van Sagem in hoger beroep ongewijzigd gebleven. Sagem heeft zelf betoogd dat zij bij haar oorspronkelijke vorderingen geen belang meer heeft, aangezien de aanbestedingsprocedure intussen is voltooid. De Staat en Thales c.s. hebben dat eveneens betoogd. Dat betekent dat de vordering van Sagem in hoger beroep niet voor toewijzing in aanmerking komt. Het hof zal het vonnis waarvan beroep bekrachtigen. Daarbij past een veroordeling van Sagem in de kosten van het hoger beroep aan de zijden van de Staat en Thales c.s.

Beslissing

Het hof:
- bekrachtigt het tussen partijen gewezen vonnis van voorzieningenrechter in de rechtbank Den Haag van 31 oktober 2014;
- veroordeelt Sagem in de kosten van het geding in hoger beroep aan de zijde van de Staat, tot op heden vastgesteld op € 704,- aan griffierecht en € 2.235,- aan salaris advocaat, en bepaalt dat deze bedragen binnen veertien dagen na de dag van deze uitspraak moeten zijn voldaan, bij gebreke van betaling te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf het einde van voormelde termijn tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt Sagem eveneens in de kosten van het geding in hoger beroep aan de zijde van Thales c.s., tot op heden vastgesteld op € 704,- aan griffierecht en € 2.235,- aan salaris advocaat, en bepaalt dat deze bedragen binnen veertien dagen na de dag van deze uitspraak moeten zijn voldaan, bij gebreke van betaling te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf het einde van voormelde termijn tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede met de nakosten, begroot op € 131,00, te vermeerderen met € 68,00 voor explootkosten als betekening van dit arrest heeft plaatsgevonden;
- verklaart dit arrest ten aanzien van de kostenveroordeling jegens de Staat uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. A.V. van den Berg, M.Y. Bonneur en J.J. van der Helm en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 januari 2016