Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[de verdachte],
of omstreeks26 november 2015 te Rotterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk een persoon genaamd
[verbalisant 1] en/of[verbalisant 2] van het leven te beroven,
althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,met dat opzet een klinker
, althans steen (met een gewicht van
ongeveer3,98 kilogram
) (vanuit een trapportaal/trapgat
) (naar beneden
)in de richting van die
[verbalisant 1] en/of[verbalisant 2] heeft gegooid,
althans laten vallen,terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
of omstreeks26 november 2015 te Rotterdam een
of meerwapen
svan categorie III, te weten een pistool (merk CZ, kaliber 7,65 mm), en
/of (voor dat pistool geschikte
)munitie van categorie III, te weten vier
, althans één of meerkogelpatro
(o)n
(en
)(merk Sellier & Bellot) en
/ofvijf
, althans één of meerkogelpatro
(o)n
(en
)(merk Geco), voorhanden heeft gehad;
of omstreeks26 november 2015 te Rotterdam opzettelijk aanwezig heeft gehad
ongeveer16,4 en
/of108,8 gram
, in elk geval een hoeveelheidvan een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
of omstreeks26 november 2015 te Rotterdam opzettelijk en wederrechtelijk een deur van de woning aan de [adres],
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan
[aangever 1], in elk geval aaneen ander
of anderendan aan verdachte, heeft
vernield en/ofbeschadigd
en/of onbruikbaar gemaakt;
of omstreeks26 november 2015 te Rotterdam
(een
)wapen
(s)van categorie II onder 5°, te weten een voorwerp (stroomstootwapen in de vorm van een zaklamp) waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos kunnen worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht, voorhanden heeft gehad.
poging tot doodslag.
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
BESLISSING
onder 1 primair, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegdezoals hiervoor overwogen heeft begaan;
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden;
8 (acht) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren of ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
benadeelde partij [verbalisant 2];
benadeelde partij [verbalisant 1] niet-ontvankelijkin de vordering tot schadevergoeding;