Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Uitspraak na vereenvoudigde behandeling d.d. 3 augustus 2016
[X]te [Z] (Spanje) tot herziening van de uitspraak van het Hof van 8 november 2005, nr. BK-03/03364.
Gerechtshof Den Haag
Op 20 december 2012 heeft belanghebbende beroep ingesteld bij de rechtbank ‘s-Gravenhage tegen de aan haar opgelegde aanslagen in de forensenbelasting voor de jaren 2002, 2003, 2004 en 2006. De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk, omdat de aanslagen onherroepelijk vaststonden en er geen uitspraak op bezwaar was. Belanghebbende ging in hoger beroep bij het Gerechtshof Den Haag, dat op 18 januari 2016 de uitspraak van de rechtbank bevestigde.
Op 18 februari 2016 diende belanghebbende een brief in bij het Hof, die werd aangemerkt als een verzoek tot herziening van de eerdere uitspraak van 8 november 2005. Het Hof stelde belanghebbende in de gelegenheid om verzuimen te herstellen, maar zij maakte hier geen gebruik van. Het Hof beoordeelde het verzoek en concludeerde dat de feiten en omstandigheden die belanghebbende aanvoerde, reeds bekend waren of redelijkerwijs bekend konden zijn vóór de uitspraak van het Hof.
Het Hof oordeelde dat het herzieningsverzoek kennelijk ongegrond was en wees het verzoek af. De uitspraak werd op 3 augustus 2016 in het openbaar uitgesproken door mr. G.J. van Leijenhorst, in tegenwoordigheid van de griffier M.C.M. Boutier-Warmenhoven. Zowel de belanghebbende als het bevoegde bestuursorgaan kan binnen zes weken na de verzenddatum van deze uitspraak een verzetschrift indienen bij het gerechtshof.