Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP
- op 9 december 2015 een brief van 7 december 2015 met bijlagen;
- op 13 mei 2016 een brief van 12 mei 2016 met bijlage;
- op 25 mei 2016 een brief van 24 mei 2016 met bijlage;
- op 7 juni 2016 een faxbericht van diezelfde datum met bijlage;
- verzoeker, bijgestaan door zijn advocaat;
- belanghebbende sub 2;
- belanghebbende sub 3;
- belanghebbende sub 5;
- belanghebbende sub 6.
PROCESVERLOOP IN EERSTE AANLEG EN VASTSTAANDE FEITEN
- [in] 2013 is overleden [erflaatster] (hierna te noemen: erflaatster);
- bij testament is belanghebbende sub 2 aangewezen als executeur en is belanghebbende sub 6 aangewezen als opvolgend executeur voor het geval belanghebbende sub 2 de functie niet (meer) kan of wil waarnemen;
- bij beschikking van 20 mei 2015 van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam is belanghebbende sub 2 met ingang van 20 mei 2015 ontslagen uit zijn functie van executeur;
- in het testament van erflater is onder meer het volgende opgenomen:
“Ik ken de executeur de bevoegdheid toe één of meer andere executeurs aan zich toe te voegen of, tenzij door mij hiervoor in de opvolging is voorzien, in de plaats te stellen; indien een benoemde executeur komt te ontbreken, is de kantonrechter op verzoek van een belanghebbende bevoegd een vervanger te benoemen (art. 4:142-1 BW).”
BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP
indien een benoemde executeur komt te ontbreken, is de kantonrechter op verzoek van een belanghebbende bevoegd een vervanger te benoemen. (art 4:142-1 BW)”. Vast staat dat belanghebbende sub 2 ontslagen is als uit zijn functie als executeur en dat de in het testament benoemde vervangende executeur, te weten belanghebbende sub 6, de benoeming tot executeur niet (onvoorwaardelijk) heeft aanvaard. Het hof is derhalve bevoegd om een vervangend executeur te benoemen en zal dat doen.