ECLI:NL:GHDHA:2016:2469

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
13 juli 2016
Publicatiedatum
26 augustus 2016
Zaaknummer
22-003897-12
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake voorbereidingshandelingen voor de invoer van harddrugs en het hebben van een hennepkwekerij

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 13 juli 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam. De verdachte is beschuldigd van het plegen van voorbereidingshandelingen voor de invoer van harddrugs in Nederland en het hebben van een hennepkwekerij. De verdachte heeft samen met mededaders handelingen verricht die gericht waren op de invoer van een grote hoeveelheid heroïne en cocaïne, en heeft een hennepkwekerij met ongeveer 76 hennepplanten in zijn woning gehad. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 100 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 8 maanden met een proeftijd van 2 jaren. Het hof heeft de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen, evenals de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De verdachte is eerder niet onherroepelijk veroordeeld voor strafbare feiten, maar het hof oordeelt dat de gepleegde feiten een onvoorwaardelijke straf rechtvaardigen. De uitspraak is gedaan in een meervoudige kamer voor strafzaken.

Uitspraak

Rolnummer: 22-003897-12
Parketnummer: 10-750042-10
Datum uitspraak: 13 juli 2016
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 31 juli 2012 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1962,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep van dit hof van
28 en 29 juni 2016.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging van feit 3 ter terechtzitting in eerste aanleg - ten laste gelegd dat:
1.
(Zaaksdossier Tata)
hij
in of omstreeks de periode van 1 februari 2010 tot en met 31 augustus 2010 te Rotterdam en/of Maassluis en/of Vlaardingen en/of Amsterdam en/of Oostvoorne (Gemeente Westvoorne) en/of (elders) in Nederland en/of Dubai (Verenigde Arabische Emiraten) en/of Islamabad (Pakistan) en/of Johannesburg (Zuid Afrika) en/of India,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van een (grote) hoeveelheid heroïne en/of cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne en/of cocaïne, zijnde een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen,
- ( een) ander(en) heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen, en/of
- zich en/of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen, en/of
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van het hierboven bedoelde feit,
hebbende verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s)
-(een) reis/reizen geboekt en/of (een) reis/reizen gemaakt naar en/of ontmoetingen gehad in Dubai (Verenigde Arabische Emiraten) en/of Johannesburg (Zuid Afrika) en/of Islamabad (Pakistan) en/of India en/of Nederland en/of
-afspraken gemaakt over prijzen van verdovende middelen en/of (een) hoeveelhe(i)d(en) verdovende middelen en/of de frequentie van zending(en) van verdovende middelen en/of
-afspraken gemaakt over de import van fruit (uit Zuid Amerika) en/of auto's (merk 'Tata') en/of tassen als deklading(en) van een/de zending(en) verdovende middelen en/of
-afspraken gemaakt over het opzetten van een of meer bedrijven in India en/of Nederland ten behoeve van de aanschaf en/of de import van deklading en/of
-informatie ingewonnen (onder andere bij de firma '[firma]') over vaarroutes en/of vrachttarieven en/of -telefoons (voor het onderhouden van onderling contact) aangeschaft en/of
-contacten onderhouden met zijn mededader(s);
2.
(Zaaksdossier Passievrucht)
hij
in of omstreeks de periode van 1 juni 2010 tot en met 31 augustus 2010 te Rotterdam en/of Maassluis en/of Vlaardingen en/of Amsterdam en/of Vlissingen en/of Oostvoorne (Gemeente Westvoorne) en/of (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van een (grote) hoeveelheid heroïne en/of cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne en/of cocaïne, zijnde een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen,
- ( een) ander(en) heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen, en/of
- zich en/of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen, en/of
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van het hierboven bedoelde feit,
hebbende verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s)
-afspraken gemaakt over prijzen van verdovende middelen en/of (een) hoeveelhe(i)d(en) verdovende middelen en/of de frequentie van zending(en) van verdovende middelen en/of
-afspraken gemaakt over de import van fruit en/of sapconcentraat (uit Zuid Amerika) als deklading(en) van een/de zending(en) verdovende middelen en/of
-informatie ingewonnen (bij onder andere de firma [firma]) over vaarroutes en/of vrachttarieven en/of opslagmogelijkheden en/of
-een chauffeur ([persoon]) benaderd voor het vervoeren van (een) zending(en) verdovende middelen en/of
-telefoons (voor het onderhouden van onderling contact) aangeschaft en/of
-contacten onderhouden met zijn mededader(s);
3.
(Zaaksdossier hennepkwekerij)
hij in of omstreeks de periode van 1 maart 2010 tot en met 15 april 2011 te Vlaardingen, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal
(telkens) in een pand, gelegen op of aan [adres], een hoeveelheid van ongeveer 76 stuks hennepplanten, in elk geval een hoeveelheid hennepplanten (als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet), opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of aanwezig heeft gehad,
zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
(Zaaksdossier Tata)
hij
in
of omstreeksde periode van 1 februari 2010 tot en met 31 augustus 2010
te Rotterdam en/of Maassluis en/of Vlaardingen en/of Amsterdam en/of Oostvoorne (Gemeente Westvoorne) en/of (elders)in Nederland en
/ofDubai (Verenigde Arabische Emiraten) en
/of Islamabad (Pakistan) en/ofJohannesburg (Zuid Afrika) en
/ofIndia,
tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,
om een feit, bedoeld in het
vierde ofvijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk
verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/ofbinnen het grondgebied van Nederland brengen van een (grote) hoeveelheid heroïne en/of cocaïne,
in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne en/of cocaïne,zijnde
(een
)middel
(en)vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en
/ofte bevorderen,
- (een) ander(en) heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen, en/of
- zich en
/of(een) ander
(en
) gelegenheid en/of middelen en/ofinlichtingen tot het plegen van dat
/diefeit
(en)heeft getracht te verschaffen, en
/of
- voorwerpen
en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelenvoorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van het hierboven bedoelde feit,
hebbende verdachte en/of
(een of meer van
)verdachtes mededader
(s
)
-
(een) reis/reizen geboekt en
/of (een) reis/reizen gemaakt naar en/of ontmoetingen gehad in Dubai (Verenigde Arabische Emiraten) en
/ofJohannesburg (Zuid Afrika) en
/of Islamabad (Pakistan) en/ofIndia en
/ofNederland en
/of
-afspraken gemaakt over prijzen van verdovende middelen en/of (een) hoeveelhe(i)d(en) verdovende middelen en/of de frequentie van zending(en) van verdovende middelen en/of
-afspraken gemaakt over de import van
fruit (uit Zuid Amerika) en/ofauto's (merk 'Tata')
en/of tassenals deklading
(en)van een/de zending(en) verdovende middelen en
/of
-afspraken gemaakt over het opzetten van een of meer bedrijven in
India en/ofNederland ten behoeve van de aanschaf en/of de import van deklading en
/of
-informatie ingewonnen
(onder andere bij de firma '[firma]')over vaarroutes en
/of vrachttarieven en/of-telefoons (voor het onderhouden van onderling contact) aangeschaft en
/of
-contacten onderhouden met zijn mededader
(s
);
2.
(Zaaksdossier Passievrucht)
hij
in
of omstreeksde periode van 1 juni 2010 tot en met 31 augustus 2010
te Rotterdam en/of Maassluis en/of Vlaardingen en/of Amsterdam en/of Vlissingen en/of Oostvoorne (Gemeente Westvoorne) en/of (elders)in Nederland,
tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,
om een feit, bedoeld in het
vierde ofvijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk
verkopen, afleveren, verstrekken,vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van een (grote) hoeveelheid
heroïne en/ofcocaïne,
in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne en/of cocaïne,zijnde een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en
/ofte bevorderen,
- (een) ander(en) heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen, en/of
- zich en
/of (een)ander
(en
) gelegenheid en/of middelen en/ofinlichtingen tot het plegen van dat
/diefeit
(en)heeft getracht te verschaffen, en
/of
- voorwerpen
en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelenvoorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van het hierboven bedoelde feit,
hebbende verdachte en/of
(een of meer van
)verdachtes mededader
(s
)
-afspraken gemaakt over prijzen van verdovende middelen en/of (een) hoeveelhe(i)d(en) verdovende middelen en/of de frequentie van zending(en) van verdovende middelen en/of
-afspraken gemaakt over de import van fruit en/of sapconcentraat (uit Zuid Amerika) als deklading(en) van
een/de zending
(en)verdovende middelen en
/of
-informatie ingewonnen (bij onder andere de firma [firma]) over vaarroutes en/of vrachttarieven en/of opslagmogelijkheden en
/of
-een chauffeur ([persoon]) benaderd voor het vervoeren van (een) zending(en) verdovende middelen en
/of
-telefoons (voor het onderhouden van onderling contact) aangeschaft en
/of
-contacten onderhouden met zijn mededader
(s
);
3.
(Zaaksdossier hennepkwekerij)
hij in
of omstreeksde periode van 1 maart 2010 tot en met 15 april 2011 te Vlaardingen,
in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal
(telkens)in een pand, gelegen op of aan [adres], een hoeveelheid van ongeveer 76 stuks hennepplanten,
in elk geval een hoeveelheid hennepplanten (als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet),opzettelijk heeft geteeld
en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of aanwezig heeft gehad,
zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Nadere bewijsoverweging
De raadsman van de verdachte heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep – overeenkomstig de door hem overgelegde pleitaantekeningen – op het standpunt gesteld dat de verdachte geen opzet heeft gehad op (het medeplegen van) hetgeen aan hem onder 1 en 2 is ten laste gelegd, zodat de verdachte van deze feiten dient te worden vrijgesproken. Hiertoe heeft de raadsman – kort gezegd - aangevoerd dat het plegen van voorbereidingshandelingen met een geheel andere intentie (de verdachte zou met name geïnteresseerd zijn geweest in de handel in de Tata’s zelf en was uit op een dealership en ging er van uit dat de verdovende middelen er nooit zouden komen) niet strafbaar is.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Zaak Tata
De verdachte heeft blijkens een tapgesprek van 19 mei 2010 tegen [medeverdachte] gezegd (Algemeen Dossier Bijlagen 2, p. 418): “
Ik heb een rekensommetje gemaakt [medeverdachte]. Nu kan ik daar niet 100 procent van op aan, maar als ik grofweg de inkoop van het product en de inkoop van de auto’s ehhhhh gaat calculeren dan moet 2011 is het al klaar. Dan hoeven wij helemaal geen dealer te worden, niks he. Als wij het leuk doen, als wij het leuk doen heb ie een try-cut met vier auto’s. Voor de leuk. Dan hebbie gewoon een leuke cent. Maar puur voor de try-out, dan heb ie weet ik veel 50 rooitjes. Op zich wel leuk. Als we dan dat geintje nog een keertje doen met zestien (16) auto’s is het klaar.”
Zaak Passievrucht
Uit een OVC gesprek gevoerd tussen de verdachte en medeverdachten [medeverdachte 2], [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] op 10 en 11 juni 2010 (Algemeen Dossier Bijlagen 5, pagina’s 1677 en 1686) blijkt het volgende:
(…)
“[medeverdachte 3]: oke.. ja, we moeten ‘t natuurlijk wel een container vol krijgen. Dan doen we wel een twintig (20) voetertje..
[medeverdachte 1]: ja.
[verdachte]: dat is handig ja.
[medeverdachte 3]: dan hoeft er niet zo heel veel fruit in.
([verdachte] lacht).
(…)
[verdachte]: je kan het wel mooi onder die onder dat concentraat leggen natuurlijk.
[medeverdachte 1]: ja ja kijk, als je dat wilt doen moet je gewoon, bij wijze van spreken, zoveel derin doen dat je de aankomende tijd klaar bent.
[medeverdachte 3]: ja maar oke, kennen we dat appelconcentraat uit Panama vandaan halen uit die hoek? Uit Costa Rica..
[verdachte]: ja uit Venezuela komt dat.
[medeverdachte 3]: Venezuela..
[medeverdachte 1]: in in principe in Venezuela zat er eentje ehh.. ik weet niet hoezeer ze daar de appel hebben, want je moet een bepaald ratio aan bricks (fon) hebben, bepaalde kwaliteit hebben ze nodig, bepaalde suikergehalte hebben ze nodig.
[medeverdachte 3]: ja.
[medeverdachte 1]: en dat dat is de kunst om dat te hebben.
[medeverdachte 3]: maar oke stel dat dat nou net die kwaliteit niet is, maar wel handig om daar onze spullen in te doen enne..
[medeverdachte 1]: ja dan maakt 't geen fuck uit.
[medeverdachte 3]: nee, want dat dat daar ligt het belang..
[verdachte]: dan kan je het ook in het riool laten lopen als 't niet nodig is.
Het hof is van oordeel dat op grond van de zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen, meer in het bijzonder het bovenstaande tapgesprek in de zaak Tata en het bovenstaande OVC gesprek in de zaak Passievrucht, blijkt dat het opzet van de verdachte telkens gericht was op de voorbereidingshandelingen voor de invoer van verdovende middelen en dat dit misdrijf in de voorstelling van de verdachte telkens ook concrete vorm heeft aangenomen. Zelfs indien zou moeten worden aangenomen dat de verdachte meer geïnteresseerd was in de deklading dan in de verdovende middelen (alhoewel uit het eerste telefoongesprek het tegendeel blijkt) die volgens plan zouden worden mee getransporteerd, dan nog staat dat aan een bewezenverklaring niet in de weg en kunnen de handelingen van de verdachte als voorbereidingshandelingen worden gekwalificeerd. Hetgeen aan hem onder 1 en 2 is ten laste gelegd kan dan ook wettig en overtuigend worden bewezen. Het hof verwerpt het verweer.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van een feit, bedoeld in het vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voorbereiden of bevorderen, door zich of een ander inlichtingen te verschaffen en voorwerpen voorhanden te hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.
Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van een feit, bedoeld in het vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voorbereiden of bevorderen, door zich of een ander inlichtingen te verschaffen en voorwerpen voorhanden te hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.
Het onder 3 bewezen verklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd, behoudens ten aanzien van de in eerste aanleg opgelegde straf. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot - rekening houdende met het tijdsverloop en de overschrijding van de redelijke termijn - een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden met een proeftijd van 2 jaren en met aftrek van voorarrest.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte heeft zich samen met zijn mededaders schuldig gemaakt aan het plegen van voorbereidingshandelingen voor de invoer van harddrugs in Nederland. Door aldus te handelen heeft de verdachte zich actief bezig gehouden met de internationale handel in verdovende middelen. Voorts heeft de verdachte een hennepkwekerij aanwezig gehad in zijn woning.
Door (hard)drugs wordt de volksgezondheid ernstig bedreigd. Feiten als de onderhavige brengen bovendien onrust voor de samenleving met zich mee en zijn maatschappelijk gezien onaanvaardbaar. Tenslotte leiden drugs veelal, direct en indirect, tot vele vormen van criminaliteit. De verdachte heeft hiervoor kennelijk geen oog gehad en was slechts uit op eigen financieel gewin.
Het hof heeft voorts acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d.
16 juni 2016, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van een strafbaar feit.
Het hof is van oordeel dat op feiten als de onderhavige in beginsel niet anders kan worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van enige duur.
Het hof stelt evenwel vast dat bij de berechting in hoger beroep de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en fundamentele vrijheden met bijna 2 jaar is overschreden. Het hof zal deze forse overschrijding verdisconteren in de strafmaat.
Alles overwegende en mede gelet op de ouderdom van het feit is het hof van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke taakstraf voor de duur van 100 uren, subsidiair 50 dagen hechtenis, in combinatie met een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden thans een passende en geboden reactie vormt. Deze straf is hoger dan in hoger beroep is geëist, maar doet naar het oordeel van het hof meer recht aan de ernst van de feiten. De voorwaardelijke gevangenisstraf strekt ertoe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 3, 10a en 11 van de Opiumwet en de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
100 (honderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
50 (vijftig) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) maanden.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Dit arrest is gewezen door mr. Th.W.H.E. Schmitz,
mr. H.J.M. Smid-Verhage en mr. T.B. Trotman, in bijzijn van de griffier mr. L.A.M. Karels.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 13 juli 2016.
Mr. H.J.M. Smid-Verhage is buiten staat dit arrest te ondertekenen.