Uitspraak
uitspraak d.d. 31 augustus 2016
[X] te [Z] , belanghebbende,
Beschikking, aanslag, bezwaar en geding in eerste aanleg
Loop van het geding in hoger beroep
Vaststaande feiten
Oordeel van de rechtbank
Dwangsom
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak gaat het om een geschil tussen belanghebbende, [X] te [Z], en de Ontvanger van de Belastingdienst/Landelijk Incasso Centrum, kantoor Groningen. De kern van het geschil betreft de vraag of de Ontvanger een dwangsom verschuldigd is wegens het niet tijdig doen van uitspraak op het bezwaar van belanghebbende tegen de in rekening gebrachte kosten. Daarnaast is in geschil of de Ontvanger bij de berekening van de vergoeding van de kosten die belanghebbende in de bezwaarfase heeft gemaakt, een te lage wegingsfactor voor het gewicht van de zaak heeft toegepast.
De Ontvanger had een dwangbevel betekend met een aanslag en heffingsrente, waarbij kosten van betekening in rekening waren gebracht. Belanghebbende maakte bezwaar tegen deze kosten, maar de uitspraak op dit bezwaar bleef uit. Na ingebrekestelling door belanghebbende, heeft de Ontvanger een vergoeding van de bezwaarkosten toegekend, maar belanghebbende was het niet eens met de toegepaste wegingsfactor.
De rechtbank verklaarde het beroep van belanghebbende ongegrond, en het Hof bevestigde deze uitspraak. Het Hof oordeelde dat de ingebrekestelling prematuur was, omdat de beslistermijn nog niet was verstreken. Ook werd geoordeeld dat de toegepaste wegingsfactor van 0,25 voor de bezwaarkosten terecht was, gezien de omstandigheden van de zaak. De uitspraak van het Hof werd op 31 augustus 2016 openbaar gemaakt.