In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de kinderalimentatie die de man aan de vrouw dient te betalen voor hun minderjarige kinderen. De man heeft in hoger beroep gesteld dat hij geen draagkracht heeft om kinderalimentatie te voldoen. De rechtbank had eerder bepaald dat de man een bijdrage van € 350,- per kind per maand moest betalen, maar de man heeft betwist dat hij deze bijdrage kan betalen. Tijdens de mondelinge behandeling op 31 augustus 2016 is gebleken dat de man inderdaad geen draagkracht heeft, en dat de stukken die door hem zijn ingediend niet voldoende bewijs leveren voor zijn draagkracht. Het hof heeft vastgesteld dat de man de minderjarigen regelmatig ziet, maar dat dit niet voldoende is om een minimumbijdrage van € 25,- per kind per maand op te leggen. Het hof heeft de bestreden beschikking van de rechtbank vernietigd en het verzoek van de vrouw om kinderalimentatie alsnog afgewezen. De uitspraak is gedaan op 12 oktober 2016 door het Gerechtshof Den Haag.