Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest d.d. 15 november 2016
BELCENTRALE B.V.,
PRETIUM B.V.,
PRETIUM B.V.,
BELCENTRALE B.V.,
Het verloop van de gedingen
Pleitnota in
Appel, andere in dit arrest gebruikte afkortingen zijn: ‘PE’ voor: pleitnota in de eerste aanleg, en ‘ID ‘voor : inleidende dagvaarding in de eerste aanleg).
De beoordeling van de hoger beroepen
CPShoudt in dat de klanten van de nieuwe aanbieder de uitgaande gesprekken kunnen afwikkelen via die aanbieder in plaats van via KPN Retail. Wat de infrastructuur betreft verandert er hierbij niets – het telefoonverkeer blijft over de koperen lijnen van KPN Wholesale lopen – alleen de factuur met betrekking tot de belminuten/gesprekskosten verandert. Het abonnement wordt nog steeds geleverd door KPN Retail.
WLRhoudt in dat de nieuwe aanbieder niet alleen de belminuten voor uitgaande gesprekken maar tevens het abonnement overneemt van de oude aanbieder (bijvoorbeeld KPN Retail). Ook hier verandert er wat infrastructuur betreft niets, en is de enige wijziging die plaatsvindt administratief van aard: alle telefoniekosten (gesprekskosten en abonnementskosten) worden gefactureerd door de nieuwe aanbieder.
Onderzoek naar CPS en Slamming’ van de Onafhankelijke Post en Telecom Autoriteit (OPTA) van 16 september 2005 onder meer het volgende naar voren gebracht:
Indien een aanbieder van openbare elektronische communicatiediensten of –netwerken een dienst levert en/of in rekening brengt aan een eindgebruiker zonder dat die eindgebruiker daar toestemming voor heeft gegeven, is er sprake van slamming. In Nederland kennen we dit verschijnsel nu voornamelijk bij de dienst Carrier PreSelect (hierna: CPS).
1. Bewijs van de wilsuiting van de eindgebruiker
Klachten van vermeende slamming
Totaalpakket maatregelen ter verbetering van WLR-proces’ (hierna: het Totaalpakket).
Ordering en Levering’ van deze overeenkomsten is het volgende bepaald:
Een WLR order ontstaat altijd op basis van de wilsuiting van de eindgebruiker. De eindgebruiker beslist dat hij een telefonieabonnement wil afnemen bij de WLR-afnemer. De eindgebruiker geeft de WLR afnemer opdracht tot het realiseren van deze aansluiting. Bovendien dient de wilsuiting aan te geven dat de WLR afnemer bevoegd is namens die eindgebruiker de overeenkomst tussen die eindgebruiker en de latende partij voor de levering van de (…) telefonieaansluiting op te zeggen, indien dit van toepassing is. De WLR-afnemer dient daarnaast voor de CPS beschakeling een wilsuiting te hebben voor alle verkeerscategorieën conform het CPS-contract en (de Gedragsregels 2002/2003
). Voor het bovenstaande geldt dat dit op basis van een gecombineerde wilsuiting kan plaatsvinden.’
technisch niet mogelijk’ wanneer de klant geen abonnee is van KPN Retail maar van bijvoorbeeld Pretium. Dan mislukt dus de CPS-aanvraag voor die klant. In dat geval – dat de klant een abonnee is van een andere (WLR-)aanbieder dan KPN Retail – kunnen de belminuten alleen worden overgenomen wanneer tevens het vaste abonnement (de WLR) wordt overgenomen. De achtergrond hiervan is dat het ongewenst wordt geacht dat alternatieve aanbieders alleen het meest lucratieve deel – de belminuten – van elkaar zouden overnemen en dat de oude aanbieder dan zou achterblijven met het abonnement waarop nauwelijks marge zit. Dit laatste wordt niet als problematisch beschouwd wanneer KPN de oude aanbieder is. Daarom geldt de genoemde restrictie niet wanneer de over te nemen klant KPN-abonnee is (punt 1.18 MvG-234) .
Zoals net besproken aan de telefoon, zal ik voor u nagaan of u gebruik kunt gaan maken van onze kortingsregeling. Meestal kan ik u hier binnen twee dagen antwoord op geven. Ik ga mijn uiterste best doen zodat u goedkoper kan gaan bellen.
Ik ben blij dat ik u kan melden dat u gaat besparen op uw belkosten. De Belcentrale kortingsregeling wordt binnen enkele dagen actief. Vanaf dat moment begint u direct met besparen op uw gesprekskosten en stopt u met te veel betalen voor uw telefonie!’
Uw Belcentrale kortingsregeling is geactiveerd. Dit betekent dat u vanaf vandaag niet meer te veel betaalt voor uw telefonie en flink aan het besparen bent!
U heeft via onze binnendienst Belcentrale CPS voor u laten activeren (…).
transfer-outbericht (punt 52 PA Pretium).
transfer-outberichten van klanten van haar die werden overgezet naar Belcentrale. Na die datum vertienvoudigde het aantal van deze omzettingen. In de periode van 1 juli 2014 tot 16 december 2014 heeft Pretium in totaal 629 hierop betrekking hebbende
transfer-outberichten ontvangen, zie productie 2a bij de ID in KG I, bevattend een lijst met de 629 namen (hierna:
de 629-lijst). Pretium vermoedde dat deze omzettingen het gevolg zouden kunnen zijn van misleiding en/of slamming door Belcentrale en is een onderzoek begonnen onder 204 van de 629 omgezette abonnees.
Klacht-Abonnees) en dat de 74 in rov. 2.1 genoemde overgezette abonnees (hierna: de
74-Abonnees) geen enkele wilsuiting hebben gegeven. Belcentrale heeft de juistheid van deze stelling niet gemotiveerd bestreden en heeft met name niet onderbouwd dat zij ten aanzien van een of meer deze abonnees over bewijsmateriaal (wilsuitingen) beschikt waaruit blijkt dat deze abonnees wel instemden met het overstappen naar Belcentrale. Derhalve is voldoende aannemelijk dat sprake is van slamming en is vordering II sub (ii) toewijsbaar (rov. 4.11).
in conventiegevorderd:
de 82-Abonnees) laten weten geen toestemming voor omzetting te hebben gegeven. Zij heeft met name op basis van deze stelling in KG II
in reconventiede vorderingen I t/m VII ingesteld, die onder meer strekken tot:
in conventieafgewezen en
in reconventiede vorderingen III, IV en V van Pretium toegewezen, in dier voege dat:
in reconventiezijn afgewezen. Zowel
in conventieals
in reconventieis Belcentrale in de kosten veroordeeld.
zaak 207– strekt tot vernietiging van dat vonnis voor zover daarin het KG I-Gebod en het KG I-Verbod is uitgesproken en Belcentrale in de kosten is veroordeeld. Belcentrale vordert in dit hoger beroep alsnog afwijzing van alle vorderingen van Pretium, met terugbetaling van hetgeen aan proceskosten en dwangsommen op grond van het KG I-Vonnis door Belcentrale is betaald of op haar is verhaald, met rente.
Wertenbroek q.q./X’, NJ 2010, 154). Hierbij is van belang dat Pretium, die na de MvG een antwoord-memorie heeft genomen, in geen enkel opzicht in haar recht op wederhoor is geschaad door het feit dat de grieven eerst zijn opgenomen in de appeldagvaarding en daarna in uitgebreide vorm in de MvG.
zaak 234heeft Pretium te kennen gegeven dat haar hoger beroep tegen het KG I-Vonnis strekt tot vernietiging van dat vonnis voor zover haar vorderingen niet zijn toegewezen en tot alsnog toewijzing van die vorderingen. In de MvG-234 heeft Pretium haar oorspronkelijke vorderingen I, II en IV geherformuleerd/aangescherpt in dier voege dat zij in de plaats daarvan thans vordert, enigszins verkort weergegeven:
zaken 129 en 128– heeft Belcentrale gevorderd alsnog toewijzing van haar vorderingen, die berusten op het uitgangspunt dat ten onrechte het KG I-Verbod en -Gebod zijn uitgesproken, en, wat zaak 129 betreft, alsnog afwijzing van de vorderingen van Pretium, met veroordeling van Pretium in de kosten van beide instanties en met veroordeling van Pretium tot terugbetaling van hetgeen op basis van het KG II-Vonnis en/of het KG III-Vonnis aan dwangsommen en/of proceskosten door Belcentrale is betaald of op haar is verhaald, met rente. Pretium heeft geconcludeerd tot verwerping van de grieven van Belcentrale en tot bekrachtiging van het KG II-Vonnis en het KG III-Vonnis.
in het geheel geen toereikende wilsuiting’ verwijst naar slamming in enge zin, en onderdeel (i) daarvan gezien de zinsnede ‘
geen voorafgaande wilsuiting (…) waarop Belcentrale had mogen vertrouwen’ naar slamming in ruime zin.
Dhr. [Medewerker Belcentrale 1] licht de positie van Belcentrale t.a.v. het Totaalpakket toe. (…). Daardoor is mogelijk de indruk ontstaan, in de vergadering van 3 september 2015 waarbij Belcentrale niet aanwezig was, dat Belcentrale akkoord is met het Totaalpakket. Dat is uitdrukkelijk niet het geval. Belcentrale heeft nooit een akkoord gegeven op het Totaalpakket, en wenst zich van stemming over het amendement te onthouden’(regels 40-45)
Dhr. [… 1] vraagt of alle deelnemers zich gecommitteerd achten aan het Totaalpakket. Alle deelnemers, met uitzondering van Belcentrale, bevestigen hun commitment aan het Totaalpakket’ (regels 44-46).
dat een zekere kracht uitgaat van het Totaalpakket 2007’. In deze gedingen moet er dus van uitgegaan worden dat het Totaalpakket niet van toepassing is.
74-Abonnees, zie productie 5b bij de ID in KG I, behelzend een lijst (hierna: de
74-lijst) en een CD-rom met de bijbehorende transcripten; de uitgeschreven transcripten zijn opgenomen in productie 8 bij de MvG-207;
82-Abonnees, zie productie 28A bij MvG-234, behelzend een lijst (hierna: de
82-lijst) en de bijbehorende transcripten;
22-Abonnees), zie productie 7 bij de 15/8-Akte-207/productie 32 bij de 15/8-Akte 234, behelzend een lijst (de
22-lijst) en de bijbehorende transcripten.
Pretium: Ja, maar bent u toen u het telefoongesprek had, dus bent u niet bewust een overeenkomst aangegaan met Belcentrale?
Pretium: Oké, want volgens o mijn gegevens bent u op 18 februari
Pretium: Oké, goed. Oké. Prima, en bent u toen een overeenkomst aangegaan met Belvoordeel om naar hen over te stappen?
Wij hebben telefonisch ingestemd met de overstap naar Belvoordeel Nederland’
ja’ aangekruist. In punt 3.33 MvG-234 heeft Pretium gesteld dat Belcentrale op grote schaal met deze enquêteformulieren heeft gesjoemeld, onder meer door handtekeningen te vervalsen, maar zij heeft niet concreet gesteld dat dit ook is gebeurd bij het enquêteformulier met de naam [(9)], zie de punten 10-26 van Pretiums PE in KG II en de daarbij behorende productie 4, waarin die naam niet voorkomt. Bij het [(9)]-enquêteformulier is een kopie van het rijbewijs van [(9)] gevoegd, met daarop een handtekening die minstgenomen lijkt op de handtekening op het enquêteformulier. Onder meer hierom maakt dat enquêteformulier op het eerste gezicht niet een (ver)vals(t)e indruk. De verklaring op dit formulier is in tegenspraak met de in rov. 6.9 weergegeven verklaring van [(9)] uit het transscript van Pretium. Een vergelijkbare discrepantie doet zich voor bij anderen van de 74-Abonnees die een enquêteformulier met de zojuist vermelde vraag hebben ingevuld. Dit is, ondanks het valsheidsargument van Pretium, niet zonder gewicht, nu in voornoemde productie 4 van Pretium dat argument alleen, en slechts ten aanzien van een 9-tal abonnees, is onderbouwd met transcripties van gesprekken tussen hen en Pretium die geen sterke en directe aanwijzingen van vervalsing bevatten.
Agent: Daarmee krijgt u gewoon één factuur van Belvoordeel Nederland,
Agent: Het is vandaag 15 oktober 2015 (…)
Dhr. [… 2] geeft aan dat de afspraken over opvragen van wilsuitingen de relatie tussen operators betreft. Het is niet de bedoeling dat continu kopieën van wilsuitingen worden verstrekt bij elke overstap. Deelnemers zijn het eens datenkelwanneer er iets misgaat bij een overstap, operators bij elkaar wilsuitingen kunnen opvragen. Het is aan de ‘nieuwe’ telco om die wilsuiting in de juiste vorm beschikbaar te stellen’ (productie 35A bij de 15/8-Akte-207, blz. 4, r. 33 e.v.).
altijd’ heeft gebruikt in de plaats van het door het hof onderstreepte woord ‘
enkel’. Afgezien hiervan is louter de constatering van een aanwezige, niet zijnde een vertegenwoordiger van Belcentrale, op een bijeenkomst van een discussieplatform/louter de aantekening van de notulist, dat op een punt eenstemmigheid heerst, onvoldoende om een juridische gebondenheid van Belcentrale op dat punt te kunnen aannemen.
Pretium/KPN’, IEPT 20070524, waarin – voor zover hier van belang – is beslist dat, in het licht van het vastgestelde feit dat KPN zich schuldig had gemaakt aan slamming, het gebod aan KPN om op verzoek van Pretium wilsuitingen te verschaffen, ondanks het klacht-vereiste in de Gedragsregels 2002/2003, toewijsbaar is als het enige deugdelijke middel om na te gaan of om KPN zich houdt aan het haar opgelegde ‘slamming’-verbod. Hierbij ging het om de beoordeling van de toewijsbaarheid van een nevenvordering waarbij de vraag naar de toepasselijkheid van de specifieke bewijsregels van de gedragsregels niet aan de orde was. Anders dan Pretium lijkt te menen (punten 6.23 e.v. MvG-234), biedt het ‘
Pretium/KPN’-arrest uit 2007 dus geen steun voor haar opvatting dat bij het ontbreken van een klacht toch de bewijsregels van de Gedragsregels 2002/2003 van toepassing zijn.
m.m.hetzelfde. Dit artikel ziet bovendien alleen op de relatie met de wederpartij van de aanbieders, KPN Wholesale (vgl. blz. 18, onderaan, en punt 52 van Belcentrales PA). In het licht van het onder 6.4 overwogene ten overvloede wordt nog opgemerkt dat ook de gedragsregels van het Totaalpakket berusten op het uitgangspunt dat pas na een klacht van de eindgebruiker de daarin neergelegde specifieke bewijsregels in werking treden, hetgeen is af te leiden uit (onder meer) de volgende passages daaruit, en met name punt f:
2. Omgaan met klantreacties en klachten
productie 4-Klachtenlijst). Daarin is beschreven dat Pretium klachten van 12 abonnees had ontvangen van wie de omzetting inmiddels was hersteld en dat zij van 23 abonnees klachten had ontvangen voor wie geen herstelorder was uitgegaan (zie ook rov. 2.1 en punt 1.53 MvG-234). Belcentrale betwist dat er sprake is van abonnees die (eigener beweging) hebben geklaagd (punt 23 MvG-207; punt 11 MvA-234), waarbij zij opmerkt dat geen klachten van eindgebruikers zijn overgelegd of aangetoond (MvG-207, blz. 33). Het hof verwerpt het (min of meer terloopse) betoog van Pretium in punt 3.62 MvA-207, dat dit een gedekt verweer vormt; het enkele daartoe door haar aangevoerde feit, te weten dat Belcentrale het bestaan van de klachten in de eerste aanleg niet had betwist, is daarvoor onvoldoende (zie ook rov. 8.19 hierna).
in fine) en haar eigen punt 2.37 MvG-234, kan herstel bijvoorbeeld ook hebben plaatsgevonden naar aanleiding van de klacht dat de klant duurder uit was na een omzetting waarmee hij had ingestemd. Hierbij kan wellicht sprake zijn geweest van slamming in ruime zin, maar niet van slamming in enge zin.
ja’ bij de vraag of telefonisch is ingestemd met de overstap naar Belcentrale en het vakje met ‘
duidelijk’ bij de vraag hoe de overstap naar Belcentrale is ervaren. Het op deze positieve manier invullen van een enquête is moeilijk te rijmen met het indienen van een klacht. Twee van de namen op deze formulieren zijn [(10)] (nummer 10 op de 629-lijst) en [(143)] (nummer 143 op de 629-lijst), die niet vallen onder het 9-tal abonnees van wie de echtheid van enquêtes concreet is betwist (zie rov. 6.10). Zeker bij deze stand van zaken had het op de weg van Pretium gelegen om nader te onderbouwen dat de 23 abonnees bij haar hebben geklaagd, meer in het bijzonder over slamming in enge zin. Dit heeft zij echter niet gedaan. Het moet er daarom met Belcentrale voor worden gehouden dat Pretium van deze abonnees geen (terzake dienende) klachten heeft ontvangen.
Burgers/Basil’, ECLI:NL:HR:2016:268) ). In het KG I-Vonnis zijn de vorderingen op basis van misleiding juist afgewezen.
in reconventiebouwden voort op het KG I-Verbod en –Gebod (zie de rovv. 3.2 en 3.3). Nu, naar onder 6.28 is geoordeeld, dit gebod en verbod niet in stand blijven, is de grondslag aan deze vorderingen van Pretium ontvallen, zodat zij alsnog – onder vernietiging van het KG II-vonnis ten dien aanzien – zullen worden afgewezen, met veroordeling van Pretium in de kosten van de procedure in eerste aanleg
in reconventie.
in conventiein KG II en van de eerste aanleg in KG III.
VEB/WOL c.s.’, LJN: BH2162, is benadrukt dat het huidige artikel 6:194 BW
alleenvan toepassing op ‘
misleiding van iemand “die handelt in de uitoefening van zijn bedrijf”’ (B2B-misleiding). Niet betwist is dat Belcentrale de (klein-)zakelijke markt bedient (zie rov. 1.a, punt 3 MvA-234 en punt 2.4 MvG-234). Hieruit volgt dat de beweerdelijk misleidende mededelingen van Belcentrale zijn gedaan jegens personen die bedrijfsmatig handelen. In zoverre is aan de toepasselijkheidsvoorwaarden van artikel 6:194 BW voldaan.
iederemededeling (…) ter bevordering van de afzet van goederen of diensten’ onder het begrip ‘reclame’ geschaard (onderstreping door het hof), zie in dezelfde zin Mon. BW B49b (Verkade) 2011, nr. 23. Gelet op dit een en ander dienen onder openbaar gemaakte mededelingen als bedoeld in artikel 6:194 BW tevens te worden verstaan de mededelingen die Pretium doet in de telefonische telemarketinggesprekken met potentiële klanten, zeker nu zulke gesprekken veelvuldig en stelselmatig plaatsvinden. Het ‘openbaarheids’-verweer van Belcentrale moet derhalve worden verworpen.
in het belang van handelaren en concurrenten’ zorgen voor de invoering van passende en doeltreffende middelen ter bestrijding van misleidende reclame. Artikel 6:194 BW moet, gezien het gebod van richtlijnconforme interpretatie, zo worden uitgelegd dat daarmee deze minimumbescherming wordt bereikt.
VEB-WOL c.s.’-arrest van de HR.
Belcentrale: Euhh u gaat nu een korting van de Belcentrale accepteren. U gaat met ons geen contract aan (…).’
[e]ehmm, het abonnement blijft u betalen aan uw huidige provider, en u krijgt dan nog de volgende maand dan alleen een aparte nota voor de belminuten van de belcentrale (….)’,
omdat de potentiële klant reeds beschakeld is door een andere provider (dan KPN) (…)’. Hieruit blijkt genoegzaam dat Belcentrale zich wel degelijk ook richtte op niet KPN-abonnees. In dit overzicht (hierna: de Productie 16-Procesbeschrijving) staat bovendien vermeld dat Belcentrale tijdens stap 3 tegen de klant zegt (onderstreping door het hof):
Oke, dus wilt voor dit telefoonnummer het zakelijke telefoonabonnement van Belvoordeel/Belcentrale metgegarandeerd15% korting op de abonnementskosten en 15% tot 50% korting op de gesprekken ten opzichte van uw vorige provider (…)’.
Ik zie inderdaad dat je bij ons duurder uit bent, Ik zal (…) je terug laten zetten naar de oude aanbieder (…)’.
in fine). Met haar zojuist genoemde stellingen kan Belcentrale hierin niet geslaagd worden geacht, onder meer omdat daarmee, zoals onder 8.12 al is overwogen, niet (in voldoende mate) wordt afgedaan aan het uit Pretiums ‘service-‘gesprekken naar voren komende beeld van klanten die niet tevreden zijn met de omzetting naar Belcentrale.
via derden die gebruikmaken van de BLCT-code van Belcentrale (…)’ in de in hoger beroep aangescherpte vordering I niet waren opgenomen in het in de eerste aanleg gevorderde misleidingsverbod (de oorspronkelijke vordering I, zie rov. 2.1) en Belcentrale toen dus geen aanleiding had om daarop een verweer te ontwikkelen.
Beslissing
in conventiegewezen, doch uitsluitend wat de ten laste van Belcentrale uitgesproken proceskostenveroordeling betreft, en te dien aanzien opnieuw rechtdoende:
in conventiegewezen voor het overige;
in reconventiegewezen, en opnieuw rechtdoende: