Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
€ 4.000,00 aan de verdachte betaald.
€ 350,00 per persoon. Die keer maakte [benadeelde partij 4] ook kennis met de familie [benadeelde partij 3].
€ 750,00 of € 770,00 hebben. Dit bedrag hebben zij allen betaald. In september 2014 vertelde de verdachte dat hij bezig was met de verblijfsvergunningen, maar dat er eerst een inburgeringscursus gevolgd moest worden. [benadeelde partij 4] en de anderen moesten zijn salaris en dat van zijn collega betalen. Zij moesten ook de huur betalen van het hotel waar de verdachte een ruimte zou huren. Volgens hem was dit € 200,00per dag. Voordat de cursus begon hebben [benadeelde partij 4] en de anderen per persoon meer dan € 500,00 betaald aan de verdachte. De cursus duurde twee of drie dagen en vond ongeveer eind oktober 2014 plaats. Bij het tweede deel van de cursus heeft [benadeelde partij 4] weer betaald voor de salarissen van de verdachte en degene met wie hij de cursus gaf. Dit was meer dan € 300,00. Iedereen heeft dit volgens [benadeelde partij 4] betaald. De verdachte vroeg vervolgens weer meer dan
€ 2.000,00 per persoon voor de aanvraag van de verblijfsvergunning. [benadeelde partij 4] heeft verklaard dat niemand die € 2.000,00 heeft betaald omdat de verdachte misschien wel een oplichter was. Hij had immers een hoop geld ontvangen, maar nooit wat laten zien. Aan de andere kant waren er volgens [benadeelde partij 4] genoeg aanwijzingen dat hij wel een zekere invloed had. Toen zij bij de inburgeringscursus kenbaar maakten dat zij niet meer wilden betalen, dreigde de verdachte dat hij de politie zou bellen, dat zij gearresteerd zouden worden en naar een gevangenis zouden moeten bij de grens.
op een of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 1 mei 2014 tot en met 31 december 2014 te 's-Gravenhage en
/ofLeidschenda
nm-Voorburg,
in elk geval in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens)met het oogmerk om zich
en/of (een) ander(en)wederrechtelijk te bevoordelen,
(telkens)door het aannemen van
een valse naam en/of vaneen valse hoedanigheid en
/ofdoor
een (of meer)listige kunstgre
(e)p
(en
)en
/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 1] en
/of[benadeelde partij 2] en
/of[benadeelde partij 3] en
/of[benadeelde partij 4] heeft bewogen tot de afgifte van
(een) of meergeldbedrag
(en
) (in totaal 80.000 euro) althans een hoeveelheid geld en/of (een) maaltijd(en) en/of (een) massage(s) in elk geval van enig goed en/of het verlenen van enige dienst, hebbende verdachte
en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens)met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en
/oflistiglijk en
/ofbedrieglijk en
/ofin strijd met de waarheid die [benadeelde partij 1] en
/of[benadeelde partij 2] en
/of[benadeelde partij 3] en
/of[benadeelde partij 4] verteld dat hij een (hoge) functie bekleedde bij de overheid en/of de politie en/of de FIOD en
/of de IND en/of dichtbij de koning zou staan en/of(vanuit deze functie)
(een)verblijfsvergunning
(en
) en/of legale verblijfsstatus(en)kon regelen voor die [benadeelde partij 1] en
/of[benadeelde partij 2] en
/of[benadeelde partij 3] en
/of[benadeelde partij 4] (en hun familieleden) waarbij hij
en/of zijn mededader(s)
(den)en
/of eenbespreking
envoerde
(n)over (het aanvragen van)
(een)verblijfsvergunning
(en
)en
/of(daarbij) papieren met het logo/een stempel van "de rechtspraak" en/of "de FIOD" en/of "het Koningshuis" liet
enzien en/of liet
eninvullen/ondertekenen en
/ofvervolgens
[benadeelde partij 1] en/of[benadeelde partij 2] en/of [benadeelde partij 3]
en/of [benadeelde partij 4]via zijn smartphone kon opvragen/tonen en
/ofvervolgens
/ofeen examen afgelegd, welke hij zou geven/afnemen en
/ofvervolgens
aangeeftheeft aangegevendat de procedure vorderde
,
/of[benadeelde partij 2] en
/of[benadeelde partij 3] en
/of[benadeelde partij 4] (telkens) werd
(en
)bewogen tot bovenomschreven afgifte
;.
oplichting, meermalen gepleegd.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
36 (zesendertig) maanden.
12 (twaalf) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
teruggaveaan de rechthebbenden van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
teruggaveaan [medeverdachte] van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]
€ 6.885,80 (zesduizend achthonderdvijfentachtig euro en tachtig cent), bestaande uit € 6.385,80 (zesduizend driehonderdvijfentachtig euro en tachtig cent) materiële schade en € 500,00 (vijfhonderd euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 6.885,80 (zesduizend achthonderdvijfentachtig euro en tachtig cent) bestaande uit € 6.385,80 (zesduizend driehonderdvijfentachtig euro en tachtig cent) materiële schade en € 500,00 (vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
69 (negenenzestig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 3]
€ 31.942,40 (eenendertigduizend negenhonderdtweeenveertig euro en veertig cent) bestaande uit € 31.506,40 (eenendertigduizend vijfhonderdzes euro en veertig cent) materiële schade en € 436,00 (vierhonderdzesendertig euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 31.942,40 (eenendertigduizend negenhonderdtweeenveertig euro en veertig cent) bestaande uit € 31.506,40 (eenendertigduizend vijfhonderdzes euro en veertig cent) materiële schade en € 436,00 (vierhonderdzesendertig euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
194 (honderdvierennegentig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer[benadeelde partij 4]
€ 6.460,00 (zesduizend vierhonderdzestig euro) bestaande uit € 6.260,00 (zesduizend tweehonderdzestig euro) materiële schade en € 200,00 (tweehonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
67 (zevenenzestig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.