Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
aannemelijk is dat de verdachte door het optreden van de politie is gebracht tot andere handelingen dan die waarop zijn opzet reeds tevoren was gericht. Immers, door de politie was een in goede staat verkerende fiets geplaatst in een woonwijk, tussen bebouwing, bij een speelveldje dat was gelegen aan de achterzijde van de woningen. Een plek alwaar volgens de verdachte doorgaans geen fietsen staan of worden gestald. Voorts stelt het hof in die zaak vast dat het ook niet de opzet van de verdachte is geweest om op die dag een fiets te stelen.’.
het plaatsen door de politie van een zogenoemde lokfiets teneinde aldus fietsendieven op heterdaad te kunnen betrappen, op zichzelf niet ongeoorloofd is, ook al steunt dit handelen niet op een specifieke wettelijke regeling’. De Hoge Raad toetst het gebruik van de lokfiets dan aan het Tallon-criterium. De Hoge Raad komt tot de volgende conclusie: ‘
De politie heeft niet meer gedaan dan het plaatsen van de desbetreffende fiets op een plek waar veel andere fietsen plegen te worden gestald en waar veelvuldig fietsen worden gestolen, om vervolgens af te wachten wat met de lokfiets zou gebeuren. De enkele omstandigheid dat die fiets niet was afgesloten, dwingt niet tot een ander oordeel’.
of omstreeks12 juli 2015 te 's-Gravenhage met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
een(dames)fiets,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan Stichting aanpak voertuig criminaliteit.
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
diefstal.
Diefstal is een feit dat naast financiële schade ook overlast met zich meebrengt.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) weken.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren of ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
bijzondere voorwaardedat de veroordeelde verplicht is zich gedurende de volledige proeftijd op door de reclassering te bepalen tijdstippen te melden bij de Reclassering Nederland, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.