[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Turkije) op [geboortejaar] 1966,
[adres].
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep van dit hof van 12 november 2014, 9 november 2016 en 10 november 2016.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
In eerste aanleg is de verdachte van het onder 7 ten laste gelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 8 ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 jaren, met aftrek van voorarrest. Voorts is beslist omtrent het in beslag genomen en nog niet teruggegeven geldbedrag, als nader omschreven in het vonnis waarvan beroep. Tot slot is het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte opgeheven.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
De verdachte is in eerste aanleg vrijgesproken van hetgeen aan hem onder 7 is ten laste gelegd. Het hoger beroep is namens de verdachte onbeperkt ingesteld en mitsdien mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven vrijspraak.
Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissing geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraak.
Aan de verdachte is, voor zover thans nog van belang,
- na aanpassing van de omschrijving van de tenlastelegging op de voet van artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering - ten laste gelegd dat:
1. ZD/2 Roelofarendsveen]
hij op of omstreeks 14 augustus 2011 te Roelofarendsveen, gemeente Kaag en Braassem, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad (op perceel [adres]) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 145400 hennepstekken en/of 5830 hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, zulks terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) voormeld opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken heeft/hebben gepleegd in de uitoefening van een beroep of bedrijf;
2. [ ZD/2 Roelofarendsveen]
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 juni 2011 tot en met 14 augustus 2011 te Roelofarendsveen, gemeente Kaag en Braassem, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt (op perceel [adres]) (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) hennepstekken en/of hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, zulks terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) voormeld opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken heeft/hebben gepleegd in de uitoefening van een beroep of bedrijf;
hij op of omstreeks 14 augustus 2012 te Bleiswijk, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen opzettelijk aanwezig heeft gehad (op perceel [adres 2]) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 92652 hennepstekken en/of 12000 hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, zulks terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) voormeld opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken heeft/hebben gepleegd in de uitoefening van een beroep of bedrijf;
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 februari 2012 tot en met 14 augustus 2012 te Bleiswijk, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt (op perceel [adres 2]) (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) hennepstekken en/of hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, zulks terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) voormeld opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken heeft/hebben gepleegd in de uitoefening van een beroep of bedrijf;
5. [ ZD/7 Bleiswijk waterreservoir]
hij op of omstreeks 14 augustus 2012 te Bleiswijk, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen opzettelijk aanwezig heeft gehad (op perceel [adres 2]) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 240 henneptoppen en/of 11000 gram hennep en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, zulks terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) voormeld opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken heeft/hebben gepleegd in de uitoefening van een beroep of bedrijf;
6. [ ZD/2 Roelofarendsveen] en [ZD/6 Bleiswijk]
hij op (een) of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van
- 1 juni 2011 tot en met 13 augustus 2011 te Roelofarendsveen, gemeente Kaag en Braassem, en/of
- 1 februari 2012 tot en met 14 augustus 2012 te Bleiswijk, en/of Breda en/of Tilburg en/of Bergen op Zoom en/of Assen en/of Roosendaal en/of Poeldijk en/of Hoek van Holland en/of Enschede, en/of in een of meer andere plaats(en) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) hennepstekken en/of hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, zulks terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) voormeld opzettelijk verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren heeft/hebben gepleegd in de uitoefening van een beroep of bedrijf;
8. [ ZD/11 criminele organisatie]
hij in of omstreeks de periode van 21 november 2011 tot en met 14 augustus 2012, te Den Haag en/of Waddinxveen en/of Roelofarendsveen en/of Zuidwolde en/of Tiendeveen en/of Driel en/of Bleiswijk en/of Nieuwe Pekela en/of (elders) in Nederland met een of meer mededader(s) heeft deelgenomen aan een organisatie welke tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het (telkens) plegen van - mensenhandel, als bedoeld in 273f van het Wetboek van Strafrecht, waarbij die mensenhandel onder andere bestond uit het uitbuiten en/of tewerkstellen van een of meer slachtoffer(s) in een hennepkwekerij/hennepstekkerij, althans een kas, en/of in de huishouding en/of
- het kweken en/of afleveren van hennepstekken, als bedoeld in art. 3 van de Opiumwet.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 8 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1. ZD/2 Roelofarendsveen]
hij op
of omstreeks13 augustus 2011 te Roelofarendsveen, gemeente Kaag en Braassem, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,opzettelijk aanwezig heeft gehad (op perceel [adres])
een hoeveelheid van (in totaal)ongeveer 145400 hennepstekken en
/of5830 hennepplanten en/of delen daarvan,
in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep,zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II
, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, zulks terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) voormeld opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken heeft/hebben gepleegd in de uitoefening van een beroep of bedrijf;
2. [ ZD/2 Roelofarendsveen]
hij op
een of meertijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 1 juli 2011 tot en met 13 augustus 2011 te Roelofarendsveen, gemeente Kaag en Braassem, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen, (telkens)opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt (op perceel [adres])
(een
) (grote
)hoeveelhe
(i
)d
(en)hennepstekken en/of hennepplanten en/of delen daarvan,
in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep,zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet,zulks terwijl hij, verdachte, en
/ofzijn mededader
(s
)voormeld opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken heeft/hebben gepleegd in de uitoefening van een beroep of bedrijf;
hij op
of omstreeks14 augustus 2012 te Bleiswijk, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleenopzettelijk aanwezig heeft gehad (op perceel [adres 2])
een hoeveelheid van (in totaal)ongeveer 92652 hennepstekken en
/of12000 hennepplanten en/of delen daarvan,
in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep,zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II
, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, zulks terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) voormeld opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken heeft/hebben gepleegd in de uitoefening van een beroep of bedrijf;
hij op
een of meertijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 1 februari 2012 tot en met 14 augustus 2012 te Bleiswijk, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen, (telkens)opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt (op perceel [adres 2])
(een
) (grote
)hoeveelhe
(i
)d
(en)hennepstekken en
/ofhennepplanten
en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet,zulks terwijl hij, verdachte, en
/ofzijn mededader
(s
)voormeld opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken heeft/hebben gepleegd in de uitoefening van een beroep of bedrijf;
5. [ ZD/7 Bleiswijk waterreservoir]
hij op
of omstreeks14 augustus 2012 te Bleiswijk, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen,
althans alleenopzettelijk aanwezig heeft gehad (op perceel [adres 2])
een hoeveelheid van (in totaal)ongeveer 240 henneptoppen
en/of 11000 gram hennep en/of delen daarvan,
in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep,zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet
, zulks terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) voormeld opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken heeft/hebben gepleegd in de uitoefening van een beroep of bedrijf;
6. [ ZD/2 Roelofarendsveen] en [ZD/6 Bleiswijk]
hij op
(een) of meertijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van
- 1 juni 2011 tot en met 13 augustus 2011 te Roelofarendsveen, gemeente Kaag en Braassem, en
/of
- 1 februari 2012 tot en met 14 augustus 2012 te Bleiswijk,
en/of Breda en/of Tilburg en/of Bergen op Zoom en/of Assen en/of Roosendaal en/of Poeldijk en/of Hoek van Holland en/of Enschede,en/
ofin een of meer andere plaats(en) in Nederland,
tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,
(telkens
)opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd
(een)(grote) hoeveelhe
(i)d
(en
)hennepstekken en/of hennepplanten en/of delen daarvan,
in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep,zijnde hennep (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,zulks terwijl hij, verdachte, en
/ofzijn mededader(s) voormeld opzettelijk verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren heeft/hebben gepleegd in de uitoefening van een beroep of bedrijf;
8. [ ZD/11 criminele organisatie]
hij in
of omstreeksde periode van 21 november 2011 tot en met 14 augustus 2012, te
Den Haag en/of Waddinxveen en/ofRoelofarendsveen en
/of Zuidwolde en/of Tiendeveen en/of Driel en/ofBleiswijk
en/of Nieuwe Pekelaen
/of (elders
)in Nederland met
een of meermededader
(s
)heeft deelgenomen aan een organisatie welke tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk
het (telkens) plegen van - mensenhandel, als bedoeld in 273f van het Wetboek van Strafrecht, waarbij die mensenhandel onder andere bestond uit het uitbuiten en/of tewerkstellen van een of meer slachtoffer(s) in een hennepkwekerij/hennepstekkerij,
althans een kas, en/of in de huishouding en/of
- het kweken en/of afleveren van hennepstekken, als bedoeld in art. 3 van de Opiumwet.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Nadere bewijsoverweging ten aanzien van het onder 8 ten laste gelegde
De verdachte wordt – kort gezegd – verweten dat hij in de periode van 21 november 2011 tot en met 14 augustus 2012 lid is geweest van een criminele organisatie, welke als oogmerk had het kweken van hennepstekken en –planten en de handel in hennepstekken.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Een criminele organisatie als bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) is een samenwerkingsverband met een zekere duurzaamheid en structuur tussen ten minste twee personen. Een los verband van reeds lang met elkaar samenwerkende personen die telkens hetzelfde type misdrijven plegen kan ook een organisatie zijn in de zin van artikel 140 Sr.
Het oogmerk van de organisatie moet gericht zijn op het plegen van misdrijven. Voor het bewijs van het oogmerk kan betekenis toekomen aan misdrijven die in het kader van de organisatie reeds zijn gepleegd, aan het meer duurzame of gestructureerde karakter van de samenwerking en aan de planmatigheid of stelselmatigheid van de met het oog op dit doel verrichte activiteiten van deelnemers binnen de organisatie.
Een persoon is deelnemer aan de organisatie indien hij behoort tot de organisatie en een aandeel heeft in gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie, dan wel indien hij dergelijke gedragingen ondersteunt. Hij dient in dat verband in zijn algemeenheid te weten, in de zin van onvoorwaardelijk opzet, dat de organisatie tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven. Niet is vereist dat de deelnemer enige vorm van opzet heeft gehad op de door de organisatie beoogde concrete misdrijven, aan enig concreet misdrijf heeft deelgenomen of van enig concreet misdrijf wetenschap heeft gehad.
Bij de beoordeling van de vraag of verdachte artikel 140 Sr heeft overtreden, gaat het hof uit van de volgende feiten en omstandigheden.
De verdachte wordt bij arrest van heden veroordeeld voor het samen met zijn broer, medeverdachte [medeverdachte], exploiteren van de hennepkwekerij in Bleiswijk, alsmede voor het samen met een ander exploiteren van een eveneens planmatig opgezette en zeer omvangrijke hennepkwekerij in Roelofarendsveen in de periode 1 juni 2011 tot en met 13 augustus 2011. In deze hennepkwekerij zijn verspreid over drie kassen circa 145.500 hennepstekken aangetroffen en 5830 hennepplanten.
De medeverdachte [medeverdachte] wordt eveneens bij arrest van heden veroordeeld voor het samen met anderen exploiteren van in totaal vier hennepkwekerijen in de periode van 4 oktober 2011 tot en met 14 augustus 2012. De kwekerijen in Bleiswijk en Driel bevonden zich in kassen en waren planmatig opgezet. Zo stond de kas telkens op naam van een ander dan van die [medeverdachte], had [medeverdachte] een deel van de kas in gebruik en bevond de hennep zich tussen andere bloemen en/of (groenten)planten en was de hennepkwekerij zeer groot in opzet en omvang. In Driel zijn ongeveer 11.340 hennepplanten aangetroffen en in Bleiswijk ongeveer 92.652 hennepstekken en 12.000 hennepplanten. Ook is in een watertank bij de kas in Bleiswijk in totaal 11 kilo aan henneptoppen aangetroffen.
Gebleken is dat de geteelde hennepstekken werden verkocht en afgeleverd aan vaak vaste afnemers. Sommige van deze afnemers leverden op verzoek van de verdachte en/of zijn medeverdachte [medeverdachte] weer growshop-producten aan. De afnemers betaalden zowel aan de verdachte als aan [medeverdachte] voor de aan hen geleverde stekken.
Voorts wordt medeverdachte [medeverdachte 2], zijnde de zwager van de broer van de verdachte, veroordeeld voor het samen met medeverdachte [medeverdachte] exploiteren van de hennepkwekerij in Driel. [medeverdachte 2] heeft daarbij zijn kas aan medeverdachte [medeverdachte] ter beschikking gesteld voor de hennepteelt en heeft ook de hennepplanten in de kas verzorgd.
Het hof leidt uit het voorgaande af dat in de bewezen verklaarde periode sprake is geweest van een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband tussen de verdachte en de medeverdachte [medeverdachte], welk samenwerkingsverband werd bestendigd door de familieband tussen de broers. De samenwerking was gericht op het stelselmatig en bedrijfsmatig verdienen van geld uit de handel van hennepplanten. De aard van de samenwerking tussen met name de verdachte en zijn broer is zodanig langdurig en stelselmatig geweest en het aandeel van de medeverdachte [medeverdachte] daarin zodanig groot dat hij dient te worden aangemerkt als deelnemer van de criminele organisatie. Ook de medeverdachte [medeverdachte 2] heeft een aandeel gehad in de organisatie door zijn kas aan medeverdachte [medeverdachte] ter beschikking te stellen, zodat daarin een hennepkwekerij kon worden opgezet en door te werken in de aldaar gehouden hennepkwekerij.
Gelet op het vorenstaande kan het onder 8 ten laste gelegde wettig en overtuigend worden bewezen.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het onder 1, 2, 3, 4, 5 en 6 bewezen verklaarde levert op: