Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
hij op of omstreeks 1 mei 2014 te 's-Gravenhage,
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 4 mei 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte was eerder vrijgesproken van het onder 2 ten laste gelegde en veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete voor het onder 1 ten laste gelegde. Het hof heeft het hoger beroep van de verdachte onbeperkt verklaard, maar verklaarde de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de vrijspraak in eerste aanleg.
De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte zou worden vrijgesproken van het onder 1 ten laste gelegde. Het hof heeft de camerabeelden bekeken en geconcludeerd dat er sprake was van onnodig en disproportioneel politiegeweld. Hierdoor konden de opsporingsambtenaren niet worden geacht te handelen in de rechtmatige uitoefening van hun bediening. Het hof oordeelde dat onvoldoende bewijs was geleverd dat de verdachte zich had verzet zoals ten laste gelegd.
Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en heeft de verdachte vrijgesproken van het onder 1 ten laste gelegde. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken op de zitting van 4 mei 2016.