ECLI:NL:GHDHA:2016:4421
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep vrijwaring tussen Gemeente Rotterdam en Stichting Vestia
In de vrijwaringszaak tussen de publiekrechtelijke rechtspersoon Gemeente Rotterdam en de stichting Stichting Vestia, heeft de Gemeente hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam. Dit vonnis, gewezen op 30 september 2015, wees de vrijwaringsvordering van de Gemeente af. De Gemeente vorderde dat Vestia haar zou vrijwaren voor schade die voortvloeit uit een eerdere procedure tegen de Gemeente door Hof van Heden Hoogvliet. De rechtbank had de vordering afgewezen omdat de vorderingen in de hoofdzaak ook waren afgewezen.
Bij exploot van 28 december 2015 is de Gemeente in hoger beroep gekomen. Beide partijen hebben vervolgens een verzoek ingediend voor toelating tot de Second Opinion-procedure, welke is toegestaan. De Gemeente heeft in hoger beroep gevorderd dat Vestia haar zou vrijwaren voor alle schade die zij zou lijden als gevolg van de toewijzing van enkele vorderingen in de hoofdzaak.
Het gerechtshof heeft de vordering van de Gemeente tot vrijwaring afgewezen en het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. De Gemeente is als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van de procedure in hoger beroep, die zijn beperkt tot het door Vestia betaalde griffiegeld van €711,-. Dit arrest is gewezen op 19 april 2016 en uitgesproken ter openbare terechtzitting.