ECLI:NL:GHDHA:2016:59
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- L.F. Gerretsen-Visser
- W.P.C.M. Bruinsma
- I.P.A. van Engelen
- Rechtspraak.nl
Veroordeling thuiszorgmedewerkster als medeplichtige aan diefstal met geweld en doodslag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 20 januari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere veroordeling van een thuiszorgmedewerkster. De verdachte werd beschuldigd van medeplichtigheid aan een diefstal die vergezeld ging van geweld, resulterend in de dood van het slachtoffer, een 81-jarige man. De verdachte had inlichtingen en middelen verschaft aan de medeverdachten, die het plan hadden opgevat om in te breken in de woning van het slachtoffer. Het hof oordeelde dat de verdachte cruciale informatie had verstrekt die de medeverdachten in staat stelde om hun plan uit te voeren. De rechtbank had de verdachte eerder vrijgesproken van het onder A ten laste gelegde, maar veroordeeld voor het onder B ten laste gelegde, wat resulteerde in een gevangenisstraf van 100 dagen, waarvan 96 dagen voorwaardelijk. De advocaat-generaal vorderde vernietiging van het vonnis en een gevangenisstraf van 30 maanden. Het hof bevestigde de eerdere straf, maar met een andere motivering. Het hof hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder haar rol als alleenstaande moeder en haar geestelijke gezondheid. Het hof concludeerde dat de verdachte niet de intentie had om de gevolgen van haar handelen te veroorzaken, maar dat zij wel degelijk de kans had aanvaard dat haar medeverdachten geweld zouden gebruiken. De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten en de impact op de samenleving, vooral op kwetsbare groepen zoals ouderen.