Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
hij op of omstreeks 01 augustus 2013 te Rotterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade een persoon genaamd [slachtoffer A] van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg, met een vuurwapen een of meer kogels heeft afgevuurd in de richting en/of in het lichaam van voornoemde [slachtoffer A], zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
hij op of omstreeks 01 augustus 2013 te Rotterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade een persoon genaamd [slachtoffer B] van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg, met een vuurwapen een of meer kogels heeft afgevuurd in de richting en/of in het lichaam van voornoemde [slachtoffer B], zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
hij op of omstreeks 01 augustus 2013 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet, in de vorm van een pistool (merk: BBM, type: 315 Auto, kaliber: 6,35 mm), voorhanden heeft gehad;
hij in of omstreeks de periode van 29 november 2012 tot en met 23 juni 2013 te Rotterdam, althans in Nederland, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer C]),
slachtoffer [slachtoffer B]heeft verklaard dat op een afstand van twee meter van hem vandaan een ruzie begon tussen een paar jongens. Het werd een beetje duwen en trekken tussen die jongens. Eén van die jongens viel daardoor naar achteren, trok een pistool en schoot gelijk. [slachtoffer B] stond toen precies achter de jongen met wie de schutter ruzie had. [1] Hij zag dat de schutter het wapen richtte op de buik of borst van de jongen met wie hij ruzie had. [slachtoffer B] zelf was niet het beoogde doelwit. [2]
slachtoffer [slachtoffer A]kan zich het schietincident nauwelijks meer herinneren. Uit zijn verklaring volgt dat hij redelijk beschonken was die nacht en naderhand van anderen heeft vernomen wat er is gebeurd.
getuige [getuige 1]heeft verklaard dat zij op ongeveer een meter afstand voor de schutter stond. Zij zag dat de schutter een klein wapen uit zijn broek pakte, dit gelijk op een jongen richtte en direct schoot. [3] De schutter richtte laag, op het middel, en bewoog het vuurwapen daarbij van links naar rechts. [4]
getuige [getuige 2]heeft verklaard dat zij vlak naast de schutter stond. Zij zag dat de schutter een pistool in zijn rechter hand had. De schutter strekte zijn arm niet recht voor zich uit, maar een beetje naar beneden. Vervolgens zag zij dat hij schoot. Door de schoten bewoog de arm met het pistool erin. Nadat de schutter een aantal maal had geschoten, richtte hij het pistool opnieuw en schoot hij weer in dezelfde richting. [5]
getuige [getuige 3]volgt dat de jongen op wie is geschoten vlak voor hem stond. Toen de schutter het slachtoffer passeerde, ontstond een soort van bekvechten. Vervolgens leek de schutter naar achteren te worden geduwd. Op dat moment pakte hij een wapen uit zijn broeksband en schoot hij op de benen van het slachtoffer. De schutter leek zijn oriëntatie een beetje kwijt te zijn door de duw, want hij stond wat wankel te schieten. De afstand tussen de schutter en het slachtoffer was nog geen twee meter. [6]
getuige [getuige 4]heeft verklaard dat hij zag dat de schutter en het slachtoffer een woordenwisseling met elkaar hadden. Op een gegeven ogenblik gaf het slachtoffer de schutter een kopstoot, waarop de schutter een aantal stappen achteruit deed. De schutter greep hierop met zijn rechterhand naar zijn broeksband en richtte vervolgens een pistool op het slachtoffer. De schutter schoot één of twee keer en stapte daarbij achteruit. Ook het slachtoffer deed een paar passen terug. Toen de schutter stilstond, richtte hij het pistool opnieuw op het slachtoffer en vuurde hij het pistool weer af. Hierbij keek de schutter wie hij moest hebben. Hij richtte op de bovenbenen van het slachtoffer. [7]
hij op
of omstreeks01 augustus 2013 te Rotterdam
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet, in de vorm van een pistool (merk: BBM, type: 315 Auto, kaliber: 6,35 mm), voorhanden heeft gehad;
hij op
of omstreeks20 juni 2013 te Rotterdam opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer C]), in een wang heeft gebeten, waardoor deze letsel heeft bekomen en
/ofpijn heeft ondervonden;
hij in
of omstreeksde periode van 29 november 2012 tot en met 23 juni 2013 te Rotterdam,
althans in Nederland,opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer C]),
in/op/tegen het gezicht,
althans het hoofd,heeft geslagen/gestompt
/ofpijn heeft ondervonden.
mishandeling.
mishandeling, meermalen gepleegd.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
13 (dertien) maanden.