In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 25 april 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte was eerder vrijgesproken van het ten laste gelegde, maar de officier van justitie heeft hoger beroep ingesteld. De verdachte werd beschuldigd van het medeplegen van opruiing door op of omstreeks 24 april 2016 in 's-Gravenhage posters aan te plakken die opriepen tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte samen met een onbekende persoon posters heeft geplakt met teksten die aanzetten tot geweld tegen de politie, in het kader van eerdere rellen in de Schilderswijk in 2015.
Tijdens de zitting heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een gevangenisstraf van acht weken met een voorwaardelijk deel heeft geëist. Het hof heeft de verdachte schuldig bevonden aan het ten laste gelegde en heeft de eerdere vrijspraak van de politierechter vernietigd. Het hof heeft geoordeeld dat de teksten op de posters opruiend zijn en dat de verdachte zich niet heeft gehouden aan de wettelijke voorschriften. De verdachte is eerder veroordeeld voor strafbare feiten, wat meegewogen is in de strafmaat.
Uiteindelijk heeft het hof een taakstraf van 50 uren opgelegd, subsidiair 25 dagen hechtenis, en heeft het de tijd in voorarrest in mindering gebracht op de taakstraf. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken en is openbaar uitgesproken op de zitting van 25 april 2017.