Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
hij op één of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 2010 tot en met
hij op of omstreeks 04 oktober 2010 te gemeente Zevenaar, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, anders dan door valsheid in geschrift, opzettelijk niet naar waarheid één of meer gegevens heeft verstrekt\aan een rapporteur van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), zijnde degene door wie of door wiens tussenkomst een verstrekking of tegemoetkoming, te weten asiel en/of een verblijfsvergunning, werd verleend, immers heeft verdachte toen aldaar ten overstaan van die rapporteur in strijd met de waarheid verklaard:
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 9 november 2010 te gemeente Rotterdam, in elk geval in Nederland (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van drie, althans één of meer vals(e) of vervalst(e) salarisspecificatie(s) en/of van een valse of vervalste arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, - zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware dat/die geschrift(en) echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin dat verdachte die salarisspecificatie(s) over de maanden juli 2010 en/of augustus 2010 en/of september 2010 en die arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft gebruikt om een huurcontract voor het pand [adres] te verkrijgen van makelaarskantoor [kantoor] en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat op die salarisspecificatie(s) was vermeld dat verdachte medewerker was van [organisatie] en een basissalaris had van 3500 en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat in die arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd stond vermeld onder meer dat verdachte op 1 januari 2008 als wernemer in dienst was getreden van [stichting] tegen een salaris van 3500 euro bruto per maand;
hij op of omstreeks 02 december 2010 te gemeente Rotterdam een aanvraagformulier ABN AMRO Flexibel Krediet - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte valselijk op dat formulier ingevuld dat hij, verdachte, een maandinkomen van 3500,00 had en/of dat hij, verdachte, op 1 januari 2008 in dienst was getreden van [organisatie], zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken.
daadwerkelijkbewijsmateriaal heeft vervalst. Hij heeft voorts onvoldoende duidelijk en onvoldoende gemotiveerd aangegeven welk concreet voorschrift op welke wijze zou zijn geschonden (IV) en/of welk belang door het beweerdelijk geschonden voorschrift wordt gediend (I, III en IV). Verder is niet deugdelijk onderbouwd dat en op welke wijze een ernstige inbreuk is gemaakt op de beginselen van behoorlijke procesorde waardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling tekort is gedaan. Dit brengt met zich dat deze verweren reeds daarom niet slagen en geen verdere bespreking behoeven.
[naam 1]constateert het hof dat dit onderzoek geen betrekking heeft op thans via onderzoek [naam 2] aan de verdachte ten laste gelegde feiten (vgl. hiervoor HR 30 maart 2004, ECLI:NL:HR:2004:AM2533, rov 3.4.2.). Zelfs wanneer er in het onderzoek [naam 1] sprake zou zijn van enig vormverzuim dan levert dit dan ook geen vormverzuim op als bedoeld in artikel 395a Sv, zodat het verweer van de raadsman in zoverre niet kan slagen.
[naam 2]voldoende specifiek en redengevend om ten aanzien van de verdachte een redelijke vermoeden van schuld van mensenhandel en/of mensensmokkel op te leveren in de zin van artikel 27 Sv. Van een daarop volgende onrechtmatige inzet van bijzondere opsporingsmiddelen is dan ook geen sprake geweest. Dat de verdachte uiteindelijk niet is vervolgd voor mensenhandel en/of mensensmokkel met betrekking tot [naam persoon 2] doet aan het vorenstaande niet af. Mitsdien wordt ook dit onderdeel van het verweer verworpen.
hij in
of omstreeksde periode van 1 januari 2010 tot en met 9 november 2010 te gemeente Rotterdam,
in elk geval in Nederland (telkens)opzettelijk gebruik heeft gemaakt van drie
, althans één of meervals
(e
) of vervalst(e)salarisspecificatie
(s
)en
/ofvan een valse
of vervalstearbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, - zijnde
(een)geschrift
(en
) dat/die bestemd
was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware
dat/die geschrift
(en
)echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin dat verdachte die salarisspecificatie
(s
)over de maanden juli 2010 en
/ofaugustus 2010 en
/ofseptember 2010 en die arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft gebruikt om een huurcontract voor het pand [adres] te verkrijgen van makelaarskantoor [naam] en bestaande die valsheid
of vervalsinghierin dat op die salarisspecificatie
(s
)was vermeld dat verdachte medewerker was van [naam organisatie] en een basissalaris had van 3500
euroen bestaande die valsheid
of vervalsinghierin dat in die arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd stond vermeld
onder meerdat verdachte op 1 januari 2008 als
werknemerin dienst was getreden van [stichting] tegen een salaris van 3500 euro bruto per maand;
hij op
of omstreeks02 december 2010 te gemeente Rotterdam een aanvraagformulier ABN AMRO Flexibel Krediet - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt
of vervalst, immers heeft verdachte valselijk op dat formulier ingevuld dat hij, verdachte, een maandinkomen van 3500,00
eurohad en
/ofdat hij, verdachte, op 1 januari 2008 in dienst was getreden van [naam organisatie], zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken
of door anderen te doen gebruiken.
BESLISSING
niet bewezendat de verdachte het
onder 1 en 2 primair en subsidiairten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
gevangenisstrafvoor de duur van
14 (veertien) dagen.
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.
120 (honderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
60 (zestig) dagenhechtenis, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.