ECLI:NL:GHDHA:2017:2572
Gerechtshof Den Haag
- Verwijzing na Hoge Raad
- C.M. Warnaar
- P.B. Kamminga
- A.H.N. Stollenwerck
- Rechtspraak.nl
Verdeling van de nalatenschap van de moeder met inachtneming van de beslissing van de Hoge Raad
In deze zaak betreft het de verdeling van de nalatenschap van de moeder van de partijen, waarbij de dochter en de zoon de enige erfgenamen zijn. De dochter heeft de zoon opgeroepen om te verschijnen voor het hof, met inachtneming van een eerder arrest van de Hoge Raad. De procedure draait om de vaststelling van de omvang en verdeling van de nalatenschap, waarbij beide partijen gelden onrechtmatig aan de boedel hebben onttrokken. De Hoge Raad heeft eerder geoordeeld over de rentevergoeding die verschuldigd is over deze onttrekkingen en of het hof in de staat van verdeling rekening heeft gehouden met een lening waarvoor de dochter aansprakelijk is.
De rechtbank had eerder de omvang van de nalatenschap vastgesteld en de zoon veroordeeld tot betaling aan de dochter. Beide partijen gingen in hoger beroep, waarbij het hof Amsterdam de eerdere vonnissen gedeeltelijk vernietigde en een nieuwe verdeling vaststelde. De Hoge Raad heeft het arrest van het hof Amsterdam vernietigd en de zaak terugverwezen naar het hof voor verdere behandeling.
Bij de memorie na verwijzing heeft de dochter een aangepaste staat van verdeling ingediend, die door de zoon niet werd betwist. Het hof heeft geoordeeld dat de beslissingen van de Hoge Raad correct zijn verwerkt in deze staat van verdeling. Het hof heeft de eerdere vonnissen van de rechtbank vernietigd en de verdeling vastgesteld overeenkomstig de aangepaste staat van verdeling. De zoon is veroordeeld tot betaling aan de dochter van een bedrag van € 109.906,-, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 1 juli 2016. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.