ECLI:NL:GHDHA:2017:3428

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
16 november 2017
Publicatiedatum
1 december 2017
Zaaknummer
22-001096-17
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal van een auto met gebruik van een reserve-contactsleutel door meerdere personen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 16 november 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Rotterdam. De verdachte, geboren in 2000, werd beschuldigd van diefstal van een auto, een Seat Leon, die op 2 november 2015 te Vlaardingen was gestolen. De verdachte had samen met anderen gebruikgemaakt van een reserve-contactsleutel om de auto te stelen. In eerste aanleg was de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 40 uur, met aftrek van voorarrest, wat resulteerde in een werkstraf van 30 uur. De advocaat-generaal vorderde bevestiging van dit vonnis, maar het hof oordeelde dat het vonnis niet in stand kon blijven.

Het hof achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde feit had begaan. De bewijsvoering was gebaseerd op onder andere WhatsApp-berichten tussen de verdachte en medeverdachten, waarin plannen voor de diefstal werden besproken. Het hof concludeerde dat de verdachte betrokken was bij de autodiefstal en dat er geen omstandigheden waren die zijn strafbaarheid uitsloten. De verdachte toonde geen respect voor andermans eigendommen, wat het hof zwaar meeweegt in de strafmotivering.

Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 40 uur, subsidiair 20 dagen jeugddetentie, met aftrek van voorarrest. Het hof heeft de toepasselijke wettelijke voorschriften in acht genomen en de beslissing op 16 november 2017 uitgesproken.

Uitspraak

Rolnummer: 22-001096-17
Parketnummer: 10-810576-15
Datum uitspraak: 16 november 2017
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Rotterdam van 24 februari 2017 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 2000,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof op 2 november 2017.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het primair ten laste gelegde veroordeeld tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van 40 uur, met aftrek van voorarrest, zodat na deze aftrek een werkstraf voor de duur van 30 uren, subsidiair 15 dagen jeugddetentie resteert.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 02 november 2015 te Vlaardingen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een (personen)auto (merk/type Seat Leon, voorzien van het kenteken [x]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij], in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s),
zulks nadat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), die weg te nemen auto onder zijn/hun bereik had(den) gebracht door middel van braak/verbreking en/of valse sleutel, te weten door gebruik te maken van de reserve-contactsleutel van die auto, tot welk gebruik verdachte en/of zijn mededader(s) niet gerechtigd was/waren;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 02 november 2015 tot en met 06 november 2015 te Schiedam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een goed(eren), te weten een (personen)auto (merk/type Seat Leon, voorzien van het kenteken [x]),
heeft verworven en/of heeft voorhanden gehad en/of heeft overgedragen,
terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dat goed, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op
of omstreeks02 november 2015 te Vlaardingen, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigeningtoe-eigeningheeft weggenomen een (personen)auto (merk/type Seat Leon, voorzien van het kenteken [x]),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [benadeelde partij],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s),
zulks nadat hij, verdachte,
en/of zijn mededader
(s
), die weg te nemen auto onder
zijn/hun bereik had
(den
)gebracht door middel van
braak/verbreking en/ofvalse sleutel, te weten door gebruik te maken van de reserve-contactsleutel van die auto, tot welk gebruik verdachte en
/ofzijn mededader
(s
)niet gerechtigd
was/waren
;.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsoverweging
Het hof is van oordeel dat, gelet op de inhoud van de door het hof gebezigde bewijsmiddelen – in onderling verband en samenhang bezien - wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan. In dit verband overweegt het hof nog het volgende.
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat er op 1 november 2015, omstreeks 20.02 een WhatsApp-gesprek is geweest tussen verdachte en zijn medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] (zijnde [medeverdachte 2]), waarin [medeverdachte 1] meedeelt: ‘Ee [medeverdachte 2]. Ik en [verdachte] zijn naar die waggie gegaan. Hij gaat open. We willen morgenochtend 6 uur gaan doen. Kom je mee.’
Hierop antwoordt [medeverdachte 2]: jaa
Hierop zegt [medeverdachte 1]: [verdachte], we gaan doen toch toch
Hierop zegt [verdachte]: jaa 6 uur.
Uit de aangifte blijkt dat de betrokken auto, een Seat Leon, op 2 november 2015 tussen 05.00 en 12.30 is gestolen vanaf een locatie in Vlaardingen.
Blijkens het proces-verbaal van bevindingen met nummer PL[x]is op 2 november 2015 om 6.57 vanaf het nummer van medeverdachte [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 3] een WhatsApp bericht gestuurd met als inhoud onder meer:
‘ben als een hesses gaan lopen naar Vlaardingen-oost en heb die Seat geklaard.
“Ik heb het met [medeverdachte 2] en [verdachte] gedaan.”
Het hof is van oordeel dat uit voormelde berichten, gelet ook op de verdere inhoud van het dossier, een zodanig sterk vermoeden voortvloeit dat de verdachte betrokken is geweest bij de betreffende autodiefstal, dat van verdachte een nadere, in ieder geval tot op zekere hoogte controleerbare, verklaring mag worden gevraagd omtrent voormeld(e) berichten(verkeer) en/of over zijn verblijfplaats ten tijde van het wegnemen van de auto.
Verdachte heeft (een) dergelijke verklaring(en) echter niet gegeven. Het hof trekt uit het voorgaande –in onderling verband en samenhang bezien- dan ook de conclusie dat verdachte het hem tenlastegelegde feit heeft medegepleegd.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het primair bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich op de wijze als in de bewezenverklaring nader omschreven samen met anderen schuldig gemaakt aan diefstal van een auto door gebruik te maken van de reserve-contactsleutel. De verdachte heeft er aldus blijk van gegeven geen enkel respect te hebben voor persoonlijke eigendommen van anderen.
Het hof heeft acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d.
17 oktober 2017.
Het hof is - alles afwegende - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke taakstraf, bestaande uit een werkstraf, van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 63, 77a, 77g, 77h, 77m, 77n en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het primair bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
werkstrafvoor de duur van
40 (veertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
20 (twintig) dagen jeugddetentie.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit arrest is gewezen door mr. C.P.E.M. Fonteijn-Van der Meulen, mr. J.A.C. Bartels en mr. A. Kuijer, in bijzijn van de griffier mr. T.E.J. Bruinen.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 16 november 2017.