Rolnummer: 22-000140-17
Parketnummer: 10-176357-16
Datum uitspraak: 5 december 2017
TEGENSPRAAK
Gerechtshof Den Haag
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam van 28 december 2016 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1993,
[adres].
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof op 21 november 2017.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte naar voren is gebracht.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder
1. en 2 ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van acht maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan twee maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren, met bijzondere voorwaarden als in het vonnis waarvan beroep omschreven. Omtrent de vordering van de benadeelde partij [bedrijf] is beslist als in het vonnis waarvan beroep omschreven.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 1 april 2016 te Rotterdam openlijk, te weten op of aan de openbare weg, Oude Watering (nummer [x]), in elk geval op of aan een openbare weg en/of voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten in een cafetaria, ([bedrijf]), in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [benadeelde partij 1], welk geweld bestond uit het meermalen, althans eenmaal
- ( met kracht) op/tegen het lichaam duwen en/of
- op/tegen het lichaam slaan/stompen en/of schoppen/trappen en/of
- ( een) voorwerp(en) gooien/werpen op/tegen het lichaam;
2.
hij op of omstreeks 1 april 2016 te Rotterdam openlijk, te weten op of aan de openbare weg, Oude Watering (nummer 274), in elk geval op of aan een openbare weg en/of voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten in een cafetaria, ([bedrijf]), in vereniging geweld heeft gepleegd tegen (onder andere) een toonbank en/of een koffiezetapparaaat en/of een of meer schalen en/of een of meer boorden, althans inboedel, althans een of meer voorwerpen en/of etenswaren toebehorend aan [bedrijf] en/of [benadeelde partij 2], welk geweld bestond uit
- het duwen van een persoon op/tegen de toonbank en/of
- het gooien/werpen met een of meer voorwerpen en/of etenswaren.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 1 en 2 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zeven maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan twee maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof komt tot een enigszins andere bewezenverklaring en een wezenlijke andere straf.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op
of omstreeks1 april 2016 te Rotterdam openlijk, te weten
op of aan de openbare weg, Oude Watering (nummer 274), in elk geval op of aan een openbare weg en/ofvoor
het publiek toegankelijke plaats ofin een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten in een cafetaria, ([bedrijf]), in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [benadeelde partij 1], welk geweld bestond uit het meermalen
, althans eenmaal
- ( met kracht)
op/tegen het lichaam duwen en
/of
-
op/tegen het lichaam
slaan/stompen en
/of schoppen/trappen en
/of
-
(een)voorwerp
(en
)gooien
/werpen op/tegen het lichaam;
2.
hij op
of omstreeks1 april 2016 te Rotterdam openlijk, te weten
op of aan de openbare weg, Oude Watering (nummer 274), in elk geval op of aan een openbare weg en/of voor het publiek toegankelijke plaats ofin een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten in een cafetaria, ([bedrijf]), in vereniging geweld heeft gepleegd tegen (onder andere) een toonbank en
/ofeen koffiezetapparaa
at en
/of een of meerschalen en
/of een of meerbo
orden
, althans inboedel, althans een of meer voorwerpen en/of etenswarentoebehorend aan [bedrijf] en
/of[benadeelde partij 2], welk geweld bestond uit
- het duwen van een persoon
op/tegen de toonbank en
/of
- het gooien
/werpenmet
een of meervoorwerpen en
/ofetenswaren.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
de voortgezette handeling van