ECLI:NL:GHDHA:2017:3652

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
21 november 2017
Publicatiedatum
19 december 2017
Zaaknummer
22-001844-17
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van de dagvaarding in hoger beroep wegens onjuiste betekening

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 21 november 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam, dat op 6 april 2017 was gewezen. De zaak betreft de geldigheid van de betekening van de appeldagvaarding aan de verdachte, die sinds 13 juni 2017 staat ingeschreven op een adres in Dordrecht, dat een penitentiaire inrichting betreft. De advocaat-generaal heeft zich tijdens de zitting gerefereerd aan het oordeel van het hof over de geldigheid van de betekening.

Het hof heeft vastgesteld dat de appeldagvaarding niet op de juiste wijze is betekend, omdat deze niet is aangeboden aan de verdachte op het adres waar hij ingeschreven staat. De wet vereist dat de dagvaarding op het inschrijfadres wordt aangeboden, en in dit geval is dat niet gebeurd. De akte van uitreiking bevatte geen bewijs dat de dagvaarding aan de afdeling bevolking van de penitentiaire inrichting was aangeboden, wat noodzakelijk was voor een geldige betekening.

Aangezien de verdachte niet op de zitting is verschenen en de dagvaarding nietig is verklaard, heeft het hof besloten de dagvaarding in hoger beroep nietig te verklaren. Dit arrest is gewezen door een meervoudige kamer voor strafzaken en is openbaar uitgesproken op de zitting van 21 november 2017.

Uitspraak

Rolnummer: 22-001844-17
Parketnummer: 10-741143-17
Datum uitspraak: 21 november 2017

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam van 6 april 2017 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1971,
ingeschreven op het [adres].
Vordering van de advocaat-generaal
Ter terechtzitting in hoger beroep van 21 november 2017 heeft de advocaat-generaal zich ten aanzien van de geldigheid van de betekening van de dagvaarding van de verdachte om ter terechtzitting in hoger beroep van 21 november 2017 te verschijnen gerefereerd aan het oordeel van het hof.
Geldigheid van de dagvaarding in hoger beroep
Uit de aan de akte van uitreiking gehechte SKDB-informatiestaat d.d. 26 september 2017 blijkt dat de verdachte sinds 13 juni 2017 staat ingeschreven op het adres [adres] te Dordrecht. Artikel 588 van het Wetboek van Strafvordering schrijft voor dat in dat geval getracht moet worden de dagvaarding uit te reiken op het adres waar de verdachte staat ingeschreven.
Blijkens een aan de akte uitreiking gehechte brief van [persoon], werkzaam bij de Interdepartementale post- en koeriersdienst, betreft het adres [adres] te Dordrecht een Penitentiaire Inrichting.
Uit deze brief blijkt voorts dat de appeldagvaarding bestemd voor de verdachte niet is aangenomen en om die reden niet is aangeboden aan de geadresseerde.
Volgens [persoon] had de akte aan de afdeling bevolking van de Penitentiaire Inrichting aangeboden dienen te worden, waarna die afdeling zorg zou dragen voor betekening van (naar het hof begrijpt:) de dagvaarding.
Uit de akte uitreiking voor de zitting van 21 november 2017 die in het dossier is gevoegd, blijkt niet dat zulks is geschied.
Naar het oordeel van het hof is de dagvaarding van de verdachte om ter terechtzitting in hoger beroep van 21 november 2017 te verschijnen niet op de bij de wet voorgeschreven wijze betekend.
Nu de verdachte niet op genoemde terechtzitting in hoger beroep is verschenen, dient de dagvaarding nietig te worden verklaard.
BESLISSING
Het hof:
Verklaart de dagvaarding in hoger beroep nietig.
Dit arrest is gewezen door mr. C.J. van der Wilt, mr. I.E. de Vries en mr. B.P. de Boer, in bijzijn van de griffier mr. G. Schmidt-Fries.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 21 november 2017.