ECLI:NL:GHDHA:2017:4290
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- W.P.C.M. Bruinsma
- M.S. Ferenczy
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens gebrek aan tijdige informatie over de zitting
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 16 oktober 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag, gegeven op 9 november 2016. De verdachte was niet ter terechtzitting verschenen en had pas op 20 december 2016 hoger beroep ingesteld. De advocaat van de verdachte, mr. P.D. Popescu, stelde dat de verdachte niet op de hoogte was van de zitting omdat de dagvaarding niet in het Roemeens was vertaald. Het hof overwoog dat de oproeping aan de verdachte op 13 september 2016 in persoon was uitgereikt en dat de advocaat, die de Roemeense taal machtig is, op de hoogte was van de zitting. Het hof concludeerde dat de verdachte en zijn advocaat tijdig hadden moeten informeren naar de uitkomst van de zitting van 9 november 2016, wat niet is gebeurd. Hierdoor was het hoger beroep te laat ingesteld, en verklaarde het hof de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.