ECLI:NL:GHDHA:2017:56
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- C. van Nievelt
- I. Obbink-Reijngoud
- N.P.C. van Wijk
- Rechtspraak.nl
Beëindiging gezag en verlenging ondertoezichtstelling in een civiele zaak met betrekking tot minderjarigen
Op 18 januari 2017 heeft het Gerechtshof Den Haag uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de beëindiging van het gezag van de moeder over haar vier minderjarige kinderen en de verlenging van de ondertoezichtstelling van een vijfde kind. De moeder, bijgestaan door haar advocaat, verzocht het hof om de eerdere beschikking van de rechtbank te vernietigen, waarin haar gezag over de kinderen was beëindigd en de ondertoezichtstelling was verlengd. De gecertificeerde instelling, de William Schrikker Stichting, en de raad voor de kinderbescherming verzetten zich tegen dit verzoek en vroegen het hof om de eerdere beslissing te bekrachtigen. Het hof oordeelde dat de aanvaardbare termijn voor de beëindiging van het gezag was verstreken en dat de moeder niet in staat was om een veilige en stabiele opvoeding te bieden. De rechtbank had eerder vastgesteld dat de kinderen in een onveilige situatie bij de moeder opgroeiden, gekenmerkt door huiselijk geweld en instabiliteit. De moeder had in het verleden niet adequaat samengewerkt met hulpverlening en had belangrijke informatie achtergehouden. Het hof concludeerde dat de belangen van de minderjarigen voorop stonden en dat de huidige pleeggezinnen een stabiele omgeving boden. De ondertoezichtstelling van het vijfde kind werd eveneens gerechtvaardigd, gezien de zorgen over de opvoedkundige capaciteiten van de moeder. Het hof bekrachtigde de eerdere beschikking en wees het verzoek van de moeder af.