ECLI:NL:GHDHA:2017:971
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Teruggave rijbewijs na veroordeling wegens rijden onder invloed
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 7 maart 2017 uitspraak gedaan in een klaagschrift dat was ingediend door de klager, die in 2016 was veroordeeld voor het rijden onder invloed van alcohol. De klager, geboren in 1975 in Roemenië, had op 26 juni 2016 zijn rijbewijs verloren na een invordering door de politie in Rotterdam. De officier van justitie had een geldboete van € 1.000,- opgelegd en een onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor 9 maanden. De klager had op 25 november 2016 een klaagschrift ingediend voor de teruggave van zijn rijbewijs, dat nog steeds was ingehouden tot 23 maart 2017.
Tijdens de behandeling van het klaagschrift in raadkamer was de advocaat-generaal, mr. P. Blanken, aanwezig, maar de klager en zijn advocaat, mr. H. van Asselt, waren niet verschenen. De advocaat-generaal concludeerde tot ongegrondverklaring van het klaagschrift. Het hof oordeelde echter dat de belangen van de klager, die stelde dat hij zonder rijbewijs zijn werkzaamheden niet kon uitvoeren en een blanco strafblad had, zwaar wogen. Het hof vond dat de termijn voor het hoger beroep in deze zaak, gezien de korte tijd tot de expiratiedatum van de invordering, illusoir was.
Daarom verklaarde het hof het klaagschrift gegrond en gelastte de teruggave van het rijbewijs aan de klager. Deze beslissing werd genomen door de voorzitter en de leden van het hof, en op 7 maart 2017 in het openbaar uitgesproken.