Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Rolnummer hoofdzaak : 23-004461-16
[Verzoeker]
bijgestaan door mr. B.M. Beg, advocaat te Amsterdam.
Het geding
“Het verhoor kan in beginsel via videoverbinding plaatsvinden.”
Het wrakingsverzoek,
“de motivering [..] in de onderhavige zaak zo summier en onbegrijpelijk [is] dat daarvoor redelijkerwijs geen andere verklaring is te geven dan dat dit door vooringenomenheid is ingegeven.”.De raadsheer-commissaris heeft niet gerespondeerd op de feiten en omstandigheden die door de raadsman zijn aangedragen waaruit de belemmeringen voor het adequaat ondervragen van de getuige via videoverbinding volgen, maar heeft uitsluitend gewezen op de beslissing van het hof, welke door de raadsheer-commissaris incorrect is geduid, aldus de raadsman.
Beoordeling van het wrakingsverzoek
Beslissing
- wijst het verzoek tot wraking af;
- bepaalt dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan (de raadsman van) verzoeker, de raadsheer-commissaris voornoemd en de advocaat-generaal.