2.10.Daar komt bij dat het hof van oordeel is dat de vordering in strijd is met een goede procesorde om de volgende redenen.
a. Door een eigen vordering in te stellen met een afzonderlijke onderbouwing wordt het debat in hoger beroep sterk uitgebreid waardoor te verwachten valt dat de procedure onredelijk wordt vertraagd. Dat geldt ook indien het subsidiaire standpunt van Wakkerpolis wordt gevolgd en haar vordering niet meer alle (43) producten van NN betreft, maar nog slechts het product “Flexibel Verzekerd Beleggen”. Dat laat immers onverlet dat zij eigen vorderingen wil instellen en eigen punten wil toevoegen aan het debat.
b. Op dit moment is een eigen procedure van Wakkerpolis op grond van art. 3:305a BW bij de rechtbank Rotterdam aanhangig, waarvan te zijner tijd beroep bij dit hof open zal staan. Dit kan leiden tot processuele complicaties die weer kunnen leiden tot vertraging van de hoofdprocedure tussen Woekerpolis en NN.
c. NN heeft gesteld dat Woekerpolis en NN belang hebben om de onderhavige hoofdprocedure gelijk op te laten lopen met de collectieve actie van Woekerpolis tegen Aegon onder zaaknummer 200.230.684/01, waarin Aegon staat voor memorie van antwoord. Dit belang is door Wakkerpolis niet betwist. Indien de tussenkomst van Wakkerpolis in de onderhavige procedure wordt toegestaan zal het niet lukken om dit doel te bereiken. In de onderhavige procedure zal immers eerst gelegenheid moeten worden geboden aan Wakkerpolis om haar memorie te nemen, waarop vervolgens door NN en Woekerpolis kan worden gereageerd. NN kan bij die gelegenheid dan tevens van antwoord dienen in haar geschil met Woekerpolis. Aldus is sprake van duidelijk meer proceshandelingen dan te verwachten zijn in de procedure met nr. 200.230.684/01. Het is niet redelijk om van de partijen in die procedure te verwachten dat zij met die vertraging instemmen, zodat het uiteenlopen van de procedures onvermijdelijk wordt.
d. Wakkerpolis heeft niet betwist dat haar dagvaarding in de onder b. genoemde procedure 254 pagina’s betreft en in totaal met producties 1900 pagina’s omvat. Wakkerpolis heeft de aanname van NN dat zij verwacht dat de memorie van Wakkerpolis zal overeenkomen met de dagvaarding van Wakkerpolis in de onder c genoemde procedure evenmin betwist. Ook los gezien van de hiervoor genoemde overwegingen zou het inbrengen van een dergelijk omvangrijk processtuk leiden tot vertraging in de hoofdprocedure.
e. De procedure tussen Woekerpolis en NN in eerste aanleg is gestart op 19 december 2013. De rechtbank heeft op 19 juli 2017 uitspraak gedaan. Wakkerpolis heeft zich in eerste aanleg niet in de procedure tussen Woekerpolis en NN gemengd. Haar processtrategie is kennelijk al die jaren geweest om eerst gebruik te maken van de mogelijkheden die een procedure voor de Stichting Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid) biedt. Wakkerpolis heeft op 28 maart 2017 – twee weken voor het slotpleidooi en ongeveer vier maanden voor het vonnis van de rechtbank in de onderhavige procedure – haar eigen dagvaarding tegen NN uitgebracht.
Niet is gesteld of gebleken dat het voor Wakkerpolis niet mogelijk was haar vordering bij de rechtbank zo tijdig aan te brengen dat een (rol)voeging in eerste aanleg mogelijk zou zijn geweest. Dat Wakkerpolis kennelijk een andere processtrategie heeft gevolgd, waardoor dit niet heeft plaatsgevonden, is een eigen keuze van Wakkerpolis waarvan de gevolgen bij de afweging van haar belang tot tussenkomst en het belang van Woekerpolis en NN bij het voorkomen van vertraging van de hoofdprocedure voor haar risico worden gelaten. Dat voor Wakkerpolis sprake zal zijn van een tijdwinst van drie jaar als zij mag tussenkomen legt gelet op hetgeen hiervoor is overwogen onvoldoende gewicht in de schaal tegenover het belang van Woekerpolis en NN om geen vertraging te ondervinden in de hoofdprocedure.