ECLI:NL:GHDHA:2018:3654
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep wegens niet tijdig mededelen bloedonderzoekresultaat
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 23 november 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam. De verdachte was eerder vrijgesproken van het ten laste gelegde feit, namelijk het rijden onder invloed van alcohol op 25 februari 2016 te Vlaardingen. De officier van justitie had hoger beroep ingesteld tegen deze vrijspraak. Tijdens de zitting in hoger beroep op 9 november 2018 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vroeg om vernietiging van het vonnis en veroordeling van de verdachte tot een voorwaardelijke geldboete van € 300,- of zes dagen hechtenis.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte betrokken was bij een verkeersongeval en dat er bloed bij hem was afgenomen, waaruit een alcoholgehalte van 0,74 mg per ml bloed bleek. Echter, het hof oordeelde dat de mededeling van het resultaat van het bloedonderzoek niet tijdig aan de verdachte was gedaan, in strijd met artikel 20 van het Besluit Alcoholonderzoeken. Dit gebrek aan tijdige mededeling werd door het hof gekwalificeerd als een schending van de strikte waarborgen die gelden voor het bloedonderzoek onder de Wegenverkeerswet 1994.
Het hof concludeerde dat het resultaat van het bloedonderzoek niet voor bewijs kon worden gebruikt, omdat de verdachte niet op de hoogte was gesteld van de resultaten. Hierdoor was niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit had begaan. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging.