[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1992,
[BRP-adres].
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting van dit hof op 7 december 2018.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
primair:
zij op of omstreeks 31 maart 2015 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag van 1.000,- euro (20 maal 50,- euro) en/of 4 flessen drank (te weten 2 flessen Bacardi Lemon en/of 2 flessen Black Label) en/of een mobiele telefoon (merk Alcatel, type One Touch C7) en/of een (foto)camera met oplader en/of een nep gouden (schakel)armband en/of 2 zilveren ringen en/of een paar gouden hangers/oorbellen en/of 3 gouden ringen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [aangeefster], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het
- tonen van een pistool, althans een op een pistool gelijkend voorwerp, aan die [aangeefster] en/of
- het richten van een pistool, althans een op een pistool gelijkend voorwerp, op die [aangeefster] en/of
- in een kamer duwen van die [aangeefster] en/of
- vastbinden van die [aangeefster], door de handen van die [aangeefster] vast te tapen en/of door een kabel/tiewrap (strak) om de handen van die [aangeefster] te bevestigen en/of - meermalen, althans eenmaal, (strak) wikkelen van tape rondom het hoofd van die [aangeefster], waarbij de mond van die [aangeefster] werd afgedekt, althans het plakken van tape op de mond van die [aangeefster] en/of
- zetten van een pistool, althans een op een pistool gelijkend voorwerp, tegen het hoofd van die [aangeefster] en/of - tegen die [aangeefster] zeggen dat zij zou worden neergeschoten en/of
- trekken van een ring van een vinger van die [aangeefster] en/of
- opsluiten van die [aangeefster], door een deur van de kamer waarin die [aangeefster] zich bevond op slot te doen en/of door de voordeur van de woning waarin die [aangeefster] zich bevond op slot te doen;
subsidiair:
[medeverdachte] en/of één of meer anderen, op of omstreeks 31 maart 2015 te Rotterdam, tezamen en in vereniging, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft/hebben weggenomen een geldbedrag van 1.000,- euro (20 maal 50,- euro) en/of 4 flessen drank (te weten 2 flessen Bacardi Lemon en/of 2 flessen Black Label) en/of een mobiele telefoon (merk Alcatel, type One Touch C7) en/of een (foto)camera met oplader en/of een nep gouden (schakel)armband en/of 2 zilveren ringen en/of een paar gouden hangers/oorbellen en/of 3 gouden ringen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) en/of aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [aangeefster], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het
- tonen van een pistool, althans een op een pistool gelijkend voorwerp, aan die [aangeefster] en/of
- het richten van een pistool, althans een op een pistool gelijkend voorwerp, op die [aangeefster] en/of
- in een kamer duwen van die [aangeefster] en/of
- vastbinden van die [aangeefster], door de handen van die [aangeefster] vast te tapen en/of door een kabel/tiewrap (strak) om de handen van die [aangeefster] te bevestigen en/of - meermalen, althans eenmaal, (strak) wikkelen van tape rondom het hoofd van die [aangeefster], waarbij de mond van die [aangeefster] werd afgedekt, althans het plakken van tape op de mond van die [aangeefster] en/of
- zetten van een pistool, althans een op een pistool gelijkend voorwerp, tegen het hoofd van die [aangeefster] en/of - tegen die [aangeefster] zeggen dat zij zou worden neergeschoten en/of
- trekken van een ring van een vinger van die [aangeefster] en/of
- opsluiten van die [aangeefster], door een deur van de kamer waarin die [aangeefster] zich bevond op slot te doen en/of door de voordeur van de woning waarin die [aangeefster] zich bevond op slot te doen, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 30 maart 2015 te Rotterdam en/of Vlaardingen en/of elders in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
- naar die [aangeefster] te bellen en/of
- zich bij die [aangeefster] voor te doen als medewerkster van de Gemeente Rotterdam en/of
- ( vervolgens) voor 31 maart 2015 een afspraak over huishoudelijke hulp te maken met die [aangeefster] en/of
- haar telefoon beschikbaar te stellen voor het maken van een afspraak met die [aangeefster];
meer subsidiair:
zij in of omstreeks de periode van 31 maart 2015 tot en met 25 juli 2015 te Rotterdam, althans in Nederland, (een) goed(eren), te weten een mobiele telefoon (merk Alcatel, type One Touch C7), heeft verworven (van [medeverdachte]) en/of heeft voorhanden gehad en/of heeft overgedragen (aan [persoon]), terwijl zij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dat goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf, namelijk door diefstal, althans door enig (ander) misdrijf, verkregen goed betrof.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het primair ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren, met aftrek van voorarrest.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Vordering advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het primair ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren, met aftrek van voorarrest.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak primair en subsidiair ten laste gelegde
Het hof stelt vast dat uit het dossier verscheidene belastende omstandigheden naar voren komen die wijzen op betrokkenheid van de verdachte bij de in de tenlastelegging omschreven overval. Onder andere is het in deze zaak essentiële telefoontje naar de aangeefster, gepleegd met de mobiele telefoon van de verdachte. Voorts is zij kort na de overval gezien in het gezelschap van medeverdachte [medeverdachte], die op dat moment in het bezit was van een tas met daarin onder meer een (nep-)vuurwapen. Verder was er telefonisch contact tussen (de telefoons van) haar en de medeverdachte kort rond de overval. Ook was zij enige weken na de overval in het bezit van de bij de overval buitgemaakte telefoon.
Het hof heeft daarnaast de overtuiging dat de verdachte geen volledige openheid van zaken heeft gegeven. Het hof acht het zeer wel mogelijk dat de verdachte een bepaalde rol in het geheel gespeeld en dat zij meer weet van de overval op mevrouw [aangeefster] en over wie daarbij betrokken zijn geweest dan zij heeft doen voorkomen. Echter, op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting kan naar het oordeel van het hof niet wettig en overtuigend bewezen worden dat de verdachte een zodanige bijdrage heeft geleverd aan de ten laste gelegde overval dat haar rol het medeplegen van die overval dan wel strafbare medeplichtigheid daaraan oplevert. Voor zover al kan worden vastgesteld dat het de verdachte is geweest die aangeefster de dag voor de overval heeft gebeld, biedt het dossier teveel ruimte voor twijfel omtrent de vraag met welk opzet de verdachte dat telefoongesprek heeft gevoerd. Dit geldt ook voor de telefonische contacten tussen haar en de medeverdachte, voor zover die hebben plaatsgevonden. Voorts is de verdachte door aangeefster niet herkend als de vrouwelijke dader van de overval. Er is ook geen ander bewijs voorhanden dat haar op een voor het hof overtuigende wijze ten tijde van de overval plaatst in de woning van aangeefster, terwijl niet is vast te stellen dat de verdachte (later die ochtend, na de overval) wist dat haar medeverdachte een tas met daarin onder meer een (nep-)vuurwapen bij zich had. Het bezit van een deel van de buit, de telefoon, enkele weken na de overval is voorts ook onvoldoende om haar als medepleger van, dan wel medeplichtige aan, de overval aan te merken. De verdachte behoort dan ook te worden vrijgesproken.
Vrijspraak meer subsidiair ten laste gelegde
Het hof is van oordeel dat uit het dossier niet is gebleken dat de verdachte de telefoon van het slachtoffer onder zodanige omstandigheden heeft verkregen dat zij wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de telefoon van misdrijf afkomstig was. Hoewel het hof forse twijfels heeft ten aanzien van het waarheidsgehalte van de verklaring van de verdachte dat zij de telefoon op Koningsdag heeft gekocht van twee haar onbekende vrouwen, kan naar het oordeel van het hof op grond van het dossier niet worden vastgesteld wanneer en op welke wijze zij dan wel de beschikking heeft gekregen over de telefoon. Derhalve kan niet wettig en overtuigend bewezen worden dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan heling.
Dit brengt mee dat de verdachte ook in zoverre dient te worden vrijgesproken.