ECLI:NL:GHDHA:2018:617

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
15 februari 2018
Publicatiedatum
30 maart 2018
Zaaknummer
22-002377-17
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake hennepteelt en valsheid in geschrift met betrekking tot hypothecaire lening

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 15 februari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam. De verdachte is beschuldigd van meerdere feiten, waaronder het telen van hennep en het plegen van valsheid in geschrift bij het aanvragen van een hypothecaire lening. De verdachte heeft gedurende ongeveer een maand hennep geteeld in een woning en elektriciteit gestolen ten behoeve van deze kwekerij. Daarnaast heeft hij valse documenten ingediend bij de hypotheekverstrekker. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van enkele ten laste gelegde feiten, waaronder medeplichtigheid aan de hennepkwekerij, omdat niet bewezen kon worden dat hij voldoende wetenschap had van de activiteiten. Het hof heeft echter wel bewezen verklaard dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het telen van hennep en het plegen van valsheid in geschrift. De verdachte is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden en een taakstraf van 170 uren, met aftrek van voorarrest. Het hof heeft ook geoordeeld dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk is in de vervolging voor een van de feiten wegens verjaring. De vordering van de benadeelde partij is afgewezen omdat de verdachte voor dat feit is vrijgesproken.

Uitspraak

Rolnummer: 22-002377-17
Parketnummer: 10-680163-14
Datum uitspraak: 15 februari 2018
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 22 mei 2017 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] (Turkije) op [geboortejaar] 1978,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof op 1 februari 2018.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte van het onder 3 primair, 4 primair, 5 primair en 6 primair ten laste gelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 1, 2, 3 subsidiair, 4 subsidiair, 5 subsidiair, 6 subsidiair en 7 eerste en tweede cumulatief/alternatief ten laste gelegde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest, alsmede een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden. Tevens is een beslissing genomen ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij, een en ander zoals omschreven in het vonnis waarvan beroep.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1:
hij in of omstreeks de periode van 14 januari 2014 tot en met 11 februari 2014 te Dordrecht tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of vervoerd en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een woning aan [adres]) 298 hennepplanten, althans een (groot) aantal hennepplanten en/of delen daarvan,
in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel, te weten 298 hennepplanten, althans meer dan 200 hennepplanten en/of delen daarvan;
2:
hij in of omstreeks de periode van 14 januari 2014 tot en met 11 februari 2014 te Dordrecht (in/uit een pand/woning aan [adres]) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 6317 kWh elektriciteit, althans een (grote) hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, (telkens) geheel of ten dele toebehorende aan Stedin Netbeheer BV., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak of verbreking;
3:
hij in of omstreeks de periode van 19 september 2013 tot en met 11 februari 2014 te Dordrecht tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans éénmaal, (telkens)
opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of vervoerd en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een woning aan de [adres 2]) ongeveer 302 hennepplanten, althans een (groot) aantal hennepplanten en/of delen daarvan,
in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel, te weten 302 hennepplanten, althans meer dan 200 hennepplanten en/of delen daarvan;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] in of omstreeks de periode van 19 september 2013 tot en met 11 februari 2014 te Dordrecht, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,althans alleen, meermalen, althans éénmaal, (telkens)
opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of vervoerd en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een woning aan [adres 2]) ongeveer 302 hennepplanten, althans een (groot) aantal hennepplanten en/of delen daarvan,
in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel (te weten 302 hennepplanten, althans meer dan 200 hennepplanten en/of delen daarvan)
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte in of omstreeks de periode van 1 april 2013 tot en met 11 februari 2014 te Dordrecht meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk
behulpzaam is geweest, door voornoemd pand aan die [medeverdachte] te verhuren, althans aan die [medeverdachte] ter beschikking te stellen;
4:
hij in of omstreeks de periode van 19 september 2013 tot en met 11 februari 2014 te Dordrecht (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (in een woning aan de [adres 2]), meermalen, althans eenmaal, (telkens) heeft weggenomen 41099 kWh, althans een (grote) hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, (telkens) geheel of ten dele toebehorende aan Stedin Netbeheer BV., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak of verbreking;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] in of omstreeks de periode van 19 september 2013 tot en met 11 februari 2014 te Dordrecht, meermalen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (in een woning aan de [adres 2]) heeft weggenomen 41099 kWh, althans een (grote) hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, (telkens) geheel of ten dele toebehorende aan Stedin Netbeheer B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte] en/of aan verdachte, waarbij [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak of verbreking,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 april 2013 tot en met 11 februari 2014 te Dordrecht (telkens) opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of behulpzaam is geweest door voornoemd pand en/of elektriciteitsvoorziening(en) aan die [medeverdachte] te verhuren, althans aan die [medeverdachte] ter beschikking te stellen;
5:
hij in of omstreeks de periode van 26 augustus 2004 tot en met 21 maart 2005 te Dordrecht en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, meermalen, althans eenmaal (telkens) met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, (één of meer medewerkers van) (een filiaal van) de rechtspersoon/hypotheekverstrekker Postbank / ING Bank N.V., heeft bewogen tot de afgifte van (een) geldbedrag(en), te weten een totaalbedrag van 176.600 ( 140.000,- en/of 36.600,-) (voor de aankoop/verbouwing van het pand [adres 3] te Dordrecht ) en/of tot het aangaan van een schuld (hypotheekovereenkomst), hierin bestaande dat verdachte en/of diens mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk, valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid, (achtereenvolgens dan wel in een andere volgorde, maar wel in een onderlinge samenhang)
- ( op 26 augustus 2004 en/of 6 januari 2005) een aanvraag voor een offerte voor een hypotheek heeft/hebben gedaan, althans heeft/hebben laten doen, bij genoemde hypotheekverstrekker, en/of
-(op 27 augustus 2004 en/of 7 januari 2005) een door de hypotheekverstrekker (naar aanleiding van genoemde aanvraag) aangeboden offerte met clausuleblad(en) voor een hypotheek ter acceptatie (van de offerte) heeft/hebben ondertekend en/of heeft/hebben retour gezonden, en/of
-(op 13 december 2004) naar een notaris is/zijn gegaan ter passering van de hypotheekakte en/of daarbij een handtekening heeft/hebben geplaatst waarmee de hypotheekovereenkomst tot stand is gekomen en/of
-(daarbij) heeft/hebben verzwegen, althans heeft/hebben laten verzwijgen dat het pand [adres] niet was bestemd voor eigen bewoning, althans was bestemd voor de verhuur en/of
-(op respectievelijk 18 februari 2005, 10 maart 2005 en/of 18 maart 2005) een brief naar voornoemde hypotheekverstrekker heeft/hebben gezonden en/of heeft/hebben laten zenden, met het verzoek om uitbetaling van 18.300,- euro en/of 9150,- euro en/of 9150,- euro, met daarbij gevoegd (een valse of vervalste) offerte voor het vervangen van buitenkozijnen voor de panden [adres] te Dordrecht en/of betalingsbewijzen aan montagebedrijf [montagebedrijf] en/of
zich aldus heeft/hebben voorgedaan als toekomstige bewoner(s) van voornoemd pand en als zijnde (een) bewoner(s)/perso(o)n(en) welke diverse verbouwingen aan voornoemd(e) pand(en) zou(den) (laten) verrichten en/of als hadden voornoemde verbouwingswerkzaamheden en/of betalingen aan montagebedrijf [montagebedrijf] reeds (deels) plaatsgevonden, waardoor genoemde benadeelde werd bewogen tot bovenomschreven afgifte en/of tot het aangaan van bovengenoemde schuld;
Subsidiair, voorzover vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 26 augustus 2004 tot en met 21 maart 2005 te Dordrecht en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging meteen ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) een geschrift, zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen te weten
-een offerte voor een optimaal hypotheek en/of een clausuleblad behorend bij een offerte voor een optimaal hypotheek) (d.d. 26/27 augustus 2004) (voor het/de adres(sen) [adres] te Dordrecht) en/of
-een offerte voor een Postbank aflossingsvrije hypotheek en/of een clausuleblad behorende bij een offerte voor een Postbank aflossingsvrije hypotheek (d.d. 6/7 januari 2005) (voor het/de adres(sen) [adres]
-een aanvraag offerte Postbank Hypotheek d.d. 14 december 2004 en/of
-een offerte voor het vervangen van buitenkozijnen voor de panden [adres] te Dordrecht (d.d. 16 februari 2005) en/of
-een verzoek tot uitbetaling bestemd voor Postbank/ING Bank N.V. met bijbehorende rekeningen en/of betaalbewijzen (te weten een betalingsbewijs van een bedrag van 18.300,- euro, d.d. 18 februari 2005 en/of een betalingsbewijs van een bedrag van 9150,- euro, d.d. 4 maart 2005 en/of een betalingsbewijs van een bedrag van 9150,- euro, d.d. 18 maart 2005 ) aan Montagebedrijf [montagebedrijf]
(telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of vervalst, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s), toen en daar valselijk op dat formulier/ die formulieren
vermeld of doen vermelden (zakelijk weergegeven),
o dat het adres [adres] te Dordrecht bestemd is voor eigen bewoning en/of aldus verzwegen dat het pand [adres] voor verhuur bestemd was, althans verhuurd zou (gaan) worden en/of
o dat de op de offerte (d.d. 16 februari 2005) genoemde werkzaamheden aan de panden [adres] te Dordrecht uitgevoerd zullen gaan worden en/of een totaalbedrag van 36.600,- euro zullen gaan kosten en/of
o dat de werkzaamheden aan de panden ([adres]) waren uitgevoerd en dat uitbetaling aan Montagebedrijf [montagebedrijf] (deels) reeds had plaatsgevonden en/of (vervolgens) betaling van de rekening / uitbetaling van het bouwdepot door Postbank/ING Bank N.V. om die reden plaats kon vinden en/of
o dat het depotbedrag is bestemd voor woningverbouwing / verbetering en/of
(vervolgens) die aanvraag van een of meer handtekening(en), althans ondertekening(en), heeft/hebben voorzien, met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
6:
hij in of omstreeks de periode van 12 juni 2008 tot en met 11 augustus 2008 te Dordrecht en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, althans eenmaal,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, (één of meer medewerkers van) (een filiaal van) de rechtspersoon/hypotheekverstrekker SNS Bank NV., heeft bewogen tot de afgifte van (een) geldbedrag(en), te weten een totaalbedrag van 131.609,- euro (voor de aankoop/verbouwing van het pand [adres 2] te Dordrecht) en/of tot het aangaan van een schuld (hypotheekovereenkomst), hierin bestaande dat verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk, valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid, (achtereenvolgens dan wel in een andere volgorde, maar wel in een onderlinge samenhang)
- ( op 27 juni 2008) een aanvraag voor een offerte voor een hypotheek heeft/hebben gedaan, althans heeft/hebben laten doen, bij genoemde hypotheekverstrekker, en/of
-(op 27 juni 2008) een door de hypotheekverstrekker (naar aanleiding van genoemde aanvraag) aangeboden offerte met clausuleblad(en) voor een hypotheek ter acceptatie (van de offerte) heeft/hebben ondertekend en/of heeft/hebben retour gezonden, en/of
-(op 11 augustus 2008) naar een notaris is/zijn gegaan ter passering van de hypotheekakte en/of daarbij een handtekening heeft/hebben geplaatst waarmee de hypotheekovereenkomst tot stand is gekomen en/of
-verzwegen dat aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s) reeds een hypotheek op (een) ander( e) pand(en) (te weten het adres [adres 4] te Dordrecht en/of [adres] te Dordrecht) was verstrekt en/of
-verzwegen dat het pand [adres 2] te Dordrecht niet was bestemd voor eigen bewoning, althans was bestemd voor de verhuur en/of
zich aldus heeft/hebben voorgedaan als zijnde (een) perso(o)n(en), welke nog geen andere hypothecaire verplichting(en) was/waren aangegaan en/of als toekomstige bewoner(s) van voornoemd pand, waardoor genoemde benadeelde werd bewogen tot bovenomschreven afgifte en/of tot het aangaan van bovengenoemde schuld;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode 12 juni 2008 tot en met 11 augustus 2008 te Dordrecht en/of in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal (telkens)
een geschrift, zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen te weten een aanvraag hypothecaire geldlening (voor het adres [adres 2]),
valselijk heeft opgemaakt en/of vervalst, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s), toen en daar valselijk op dat/die formulier(en) vermeld of doen vermelden( zakelijk weergegeven) dat
het op het op die aanvraag opgegeven pand, te weten het adres ([adres 2] te Dordrecht) bestemd was voor eigen bewoning en/of hij, verdachte en/of zijn mededader(s) reeds een hypotheek voor (een) ander(e) pand(en) (te weten [adres 4] te Dordrecht en/of [adres] te Dordrecht) had(den) afgesloten en/of op zijn/hun naam hadden staan en/of
(vervolgens) die aanvra(a)g(en) van een of meer handtekening(en), althans ondertekening(en), heeft/hebben voorzien, met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
7:
hij op of omstreeks 20 juli 2015 te Zwijndrecht (in een woning aan [adres 5]) en/of op of omstreeks 28 juli 2015 te Dordrecht ( in een garagebox –[nr] - aan de [adres]) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, stoffen en/of voorwerpen en/of gegevens, te weten (onder meer):
(in een woning aan de [adres 5] te Zwijndrecht)
-een schakelbord en/of
-een waterton en/of
-twee, althans een of meer opticlimate(s) en/of
-twee, althans een of meer, slakkenhuis/zen en/of
-twee, althans een of meer, kweektent(en) en/of
-een droogtent en/of
-een aantal (planten)potten en/of
-achttien, althans een of meer, assimilatielamp(en) en/of
-vijverfolie en/of
-veertien, althans een of meer, can(s) groeimiddel en/of
-een weegschaal
en/of
(in een garagebox -nummer [nr.] - aan de adres] te Dordrecht)
-twee, althans een of meer, armatu(u)r(en) en/of
-twintig, althans een of meer, assimilatielamp(en) en/of
-een tijdschakelaar en/of
-drie, althans een of meer, koppelstuk(ken) en/of
-een koolstoffilter en/of
-een luchtafzuiger en/of
-een slakkenhuis en/of
-twee, althans een of meer, opticlimate(s) en/of
-een controller en/of
-een luchtbevochtiger en/of
-een temperatuurventilatieregelaar en/of
-een water-,beluchting- en dompelpomp en/of
-elf, althans een of meer, can(s) groeimiddel en/of
-knipbenodigdheden en/of
-een verwarmingselement en/of
-twee, althans een of meer, groeitent(en) en/of
-zesentwintig, althans een of meer, droogrek(ken)
(telkens) bestemd tot het plegen van een of meer feit(en) strafbaar gesteld in artikel 11, derde en/of vijfde lid, van de Opiumwet, te weten:
- het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet en/of
- het opzettelijk binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen en/of telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of aanwezig hebben en/of vervaardigen van een grote hoeveelheid van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of vervoerd en/of vervaardigd en/of voorhanden gehad, terwijl hij, verdachte, wist of ernstige redenen had te vermoeden dat dat/die stoffen en/of voorwerpen en/of gegevens bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en).
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, dat het Openbaar Ministerie ter zake van het onder 5 primair ten laste gelegde niet-ontvankelijk zal worden verklaard en dat de verdachte ter zake van het onder 1, 2, 3 primair, 4 primair, 5 subsidiair, 6 primair en 7 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en met aftrek van voorarrest.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Ontvankelijkheid Openbaar Ministerie
Met de advocaat-generaal is het hof van oordeel dat gelet op het bepaalde in de artikelen 70 en 71 van het Wetboek van Strafrecht het recht tot strafvervolging van het aan de verdachte onder 5 primair ten laste gelegde is verjaard.
Het hof zal het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaren ten aanzien van feit 5 primair.
Vrijspraken
Feiten 3 primair en subsidiair en 4 primair en subsidiair
Ten aanzien van het onder 3 primair en 4 primair ten laste gelegde is het hof met de rechtbank van oordeel dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van deze feiten. Op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting kan niet worden vastgesteld dat de verdachte zodanig betrokken is geweest bij de aangetroffen hennepkwekerij en de diefstal van stroom dat kan worden gesproken van plegen, dan wel van een nauwe en bewuste samenwerking met een ander of anderen ten aanzien van (één van) deze feiten en aldus van medeplegen.
Ten aanzien van het onder 3 subsidiair en 4 subsidiair ten laste gelegde stelt het hof vast dat voor een bewezenverklaring van de bij deze feiten ten laste gelegde medeplichtigheid vereist is dat niet alleen wordt bewezen dat verdachtes opzet was gericht op het verschaffen van gelegenheid of het behulpzaam zijn als bedoeld in artikel 48 van het Wetboek van Strafrecht, doch tevens dat verdachtes opzet - al dan niet in voorwaardelijke vorm - was gericht op het door de dader gepleegde misdrijf.
Het hof is van oordeel dat in het onderhavige geval niet genoegzaam is komen vast te staan dat de verdachte voldoende wetenschap had van de hennepkwekerij en de daarbij horende diefstal van stroom om – al dan niet in voorwaardelijke vorm – opzet te hebben op de door de dader gepleegde misdrijven. De omstandigheid dat de kwekerij aan [adres] – waarvan de verdachte heeft bekend dat dit zijn kwekerij was – lijkt op de onderhavige kwekerij, dat de verdachte in het bezit is van de sleutel van de woning aan de [adres 2] en de verklaring van de verdachte dat hij regelmatig bij die woning kwam, doen hier naar het oordeel van het hof niet aan af. De verdachte heeft immers slechts verklaard dat hij bij de woning aan de [adres 2] alleen post kwam ophalen. Anders dan de advocaat-generaal acht het hof de aangetroffen sealbags en de door de verbalisanten geconstateerde kenmerken, ook indien de verdachte zelf de kwekerij aan [adres] heeft gebouwd, onvoldoende om aan te nemen dat het de verdachte was die van de onderhavige kwekerij op de hoogte was of daarbij betrokken was. De verdachte kan derhalve niet als medeplichtig aan de betreffende feiten worden aangemerkt.
De verdachte zal van het onder 3 primair en subsidiair en 4 primair en subsidiair ten laste gelegde worden vrijgesproken.
Feit 5 subsidiair
De verdachte wordt in essentie verweten dat 1) hij zich heeft voorgedaan als toekomstig bewoner van het pand aan [adres] en 2) valse/vervalste offertes en verzoeken tot uitbetaling heeft ingediend bij de Postbank/ING Bank.
Ten aanzien van het eerste verwijt stelt het hof met de rechtbank vast dat het dossier geen nadere informatie bevat over de vraag of de verdachte al dan niet bij de hypotheekaanvraag voor de woning aan [adres] (valselijk) heeft vermeld dat voornoemd pand bestemd was voor eigen bewoning. Bovendien kan niet bewezen worden dat de verdachte van meet af aan van plan was om niet zelf in die woning aan te gaan wonen.
Ten aanzien van het tweede verwijt overweegt het hof dat uit het dossier niet blijkt dat de verdachte op enige wijze een rol heeft gespeeld bij het opstellen van de in de tenlastelegging genoemde stukken, zodat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het hem ten laste gelegde valselijk opmaken en/of vervalsen.
De verdachte zal van het onder 5 subsidiair ten laste gelegde worden vrijgesproken.
Feit 6 primair
Met de rechtbank is het hof van oordeel dat het dossier onvoldoende eenduidige informatie bevat over de vraag of de verdachte bij de hypotheekaanvraag opzettelijk heeft nagelaten te vermelden dat hij andere woningen in eigendom had waarop hypotheken waren gevestigd. Dit onderdeel van de tenlastelegging kan derhalve niet worden bewezenverklaard.
Met betrekking tot de overige handelingen die de verdachte verweten worden, stelt het hof vast dat uit de door de verdachte ondertekende hypotheekaanvraag blijkt dat de verdachte heeft aangegeven dat het bij de woning waarop de hypotheekaanvraag betrekking had om ‘eigen bewoning’ en ‘hoofdverblijf’ ging. Het staat vast dat de verdachte op geen enkel moment bewoner is geweest van voornoemd pand. Van concrete plannen van de verdachte om daar te gaan wonen is evenmin gebleken. Aldus heeft de verdachte de hypotheekaanvraag voor wat betreft de vraag over ‘eigen bewoning’ en ‘hoofdverblijf’ in strijd met de waarheid ingevuld. Naar het oordeel van het hof is deze enkele leugen evenwel onvoldoende om tot een bewezenverklaring van artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht te komen. De overige in de tenlastelegging vermelde handelingen zijn naar het oordeel van het hof gebruikelijk bij het aanvragen van een hypotheek en kunnen evenmin leiden tot een bewezenverklaring van artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht.
De verdachte zal derhalve van het onder 6 primair ten laste gelegde worden vrijgesproken.
Conclusie
Gelet op het hiervoor overwogene is naar het oordeel van het hof niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 3 primair, 3 subsidiair, 4 primair, 4 subsidiair, 5 subsidiair en 6 primair is ten laste gelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Partiele vrijspraak
Anders dan de advocaat-generaal acht het hof het onder 1 ten laste gelegde medeplegen niet wettig en overtuigend bewezen. Naar het oordeel van het hof is het enkele feit dat de verdachte met betrekking tot de hennepkwekerij tegenover de politie heeft verklaard over ‘we’, en de verklaring van de buurman over de broer van de verdachte, onvoldoende om te kunnen spreken van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en een mogelijke medeverdachte.
De verdachte zal derhalve worden vrijgesproken van het onder 1 ten laste gelegde medeplegen.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 6 subsidiair en 7 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1:
hij in
of omstreeksde periode van 14 januari 2014 tot en met 11 februari 2014 te Dordrecht
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
opzettelijk heeft geteeld
en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of vervoerd en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een woning aan [adres]
),298 hennepplanten,
althans een (groot) aantal hennepplanten en/of delen daarvan,
in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep,zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel, te weten 298 hennepplanten
, althans meer dan 200 hennepplanten en/of delen daarvan;
2:
hij in
of omstreeksde periode van 14 januari 2014 tot en met 11 februari 2014 te Dordrecht
(in/uit een pand/woning aan [adres]
) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens)met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
6317 kWh elektriciteit, althanseen
(grote)hoeveelheid elektriciteit,
in elk geval enig goed, (telkens) geheel of ten deletoebehorende aan Stedin Netbeheer BV
.,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),waarbij verdachte
en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed
(eren)onder zijn
/hunbereik heeft
/hebbengebracht door middel van
braak ofverbreking;
6 subsidiair:
hij in
of omstreeksde periode 12 juni 2008 tot en met 11 augustus 2008 te Dordrecht
en/of in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal (telkens)
een geschrift, zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen te weten een aanvraag hypothecaire geldlening (voor het adres [adres 2]),
valselijk heeft opgemaakt
en/of vervalst, immers heeft
/hebbenverdachte
en/of zijn mededader(s), toen en daar valselijk op dat
/dieformulier
(en)vermeld of doen vermelden(zakelijk weergegeven) dat
het op het op die aanvraag opgegeven pand, te weten het adres ([adres 2] te Dordrecht) bestemd was voor eigen bewoning en
/of hij, verdachte en/of zijn mededader(s) reeds een hypotheek voor (een) ander(e) pand(en) (te weten [adres 3] te Dordrecht en/of [adres] te Dordrecht) had(den) afgesloten en/of op zijn/hun naam hadden staan en/of
(vervolgens
)die aanvra
(a
)g
(en)van een
of meerhandtekening
(en), althans ondertekening(en),heeft
/hebbenvoorzien, met het oogmerk om dat
/diegeschrift
(en)als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
7:
hij op
of omstreeks20 juli 2015 te Zwijndrecht
(in een woning aan de [adres 4]
)en
/ofop
of omstreeks28 juli 2015 te Dordrecht
(in een garagebox -nummer [nr.] - aan de [adres]
) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, stoffen en
/ofvoorwerpen
en/of gegevens, te weten
(onder meer):
(in een woning aan de [adres 5] te Zwijndrecht
)
-een schakelbord en
/of
-een waterton en
/of
-twee
, althans een of meeropticlimate
(s
)en
/of
-twee
, althans een of meer,slakkenhui
s/zen en
/of
-twee
, althans een of meer,kweektent
(en
)en
/of
-een
droogtentdroogneten
/of
-een aantal
(planten
)potten en
/of
-achttien
, althans een of meer,assimilatielamp
(en
)en
/of
-vijverfolie en
/of
-veertien
, althans een of meer,can
(s
)groeimiddel en
/of
-een weegschaal
en
/of
(in een garagebox -nummer [nr.] - aan de [adres 5] te Dordrecht
)
-twee
, althans een of meer,armatu
(u)r
(en
)en
/of
-twintig
, althans een of meer,assimilatielamp
(en
)en
/of
-een tijdschakelaar en
/of
-drie
, althans een of meer,koppelstuk
(ken
)en
/of
-een koolstoffilter en
/of
-een luchtafzuiger en
/of
-een slakkenhuis en
/of
-twee
, althans een of meer,opticlimate
(s
)en
/of
-een controller en
/of
-een luchtbevochtiger en
/of
-een temperatuurventilatieregelaar en
/of
-een water-,beluchting- en dompelpomp en/of
-elf
, althans een of meer,can
(s
)groeimiddel en
/of
-knipbenodigdheden en
/of
-een verwarmingselement en
/of
-twee
, althans een of meer,groeitent
(en
)en
/of
-zesentwintig
, althans een of meer,droogrek
(ken
)
(telkens
)bestemd tot het plegen van een of meer feit
(en
)strafbaar gesteld in artikel 11, derde en/of vijfde lid, van de Opiumwet, te weten:
- het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die weten
/of
- het
opzettelijk binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen en/oftelen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of aanwezig hebben en/of vervaardigen van een grote hoeveelheid van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
heeft
bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of vervoerd en/of vervaardigd en/ofvoorhanden gehad, terwijl hij, verdachte, wist
of ernstige redenen had te vermoedendat
dat/die stoffen en
/ofvoorwerpen
en/of gegevensbestemd
was/waren tot het plegen van
dat/die feit
(en
).
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel.
Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.
Het onder 6 subsidiair bewezen verklaarde levert op:

valsheid in geschrift.

Het onder 7 bewezen verklaarde levert op:
stoffen en voorwerpen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en vijfde lid, van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft gedurende ongeveer een maand in een woning hennep geteeld. Hij heeft ten behoeven van deze hennepkwekerij elektriciteit gestolen. Voorts heeft de verdachte stoffen en een groot aantal voorwerpen voorhanden gehad, waarvan hij wist dat zij bestemd zijn tot het plegen van de in artikel 11, derde en vijfde lid, van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten. Drugs zijn schadelijk voor de volksgezondheid en leiden veelal, direct en indirect, tot vele vormen van criminaliteit.
Voorts heeft de verdachte zich bij de aanvraag van een hypothecaire lening schuldig gemaakt aan valsheid in geschrift, door een hypotheekaanvraag valselijk op te maken. Aldus handelend heeft de verdachte het vertrouwen dat in het maatschappelijk verkeer moet kunnen worden gesteld in de echtheid van dergelijke documenten beschaamd.
Het hof heeft acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 16 januari 2018.
Het hof stelt vast dat de behandeling van de zaak niet heeft plaatsgevonden binnen een redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Immers, de redelijke termijn van berechting in eerste aanleg is overschreden nu tussen de datum van de inverzekeringstelling van de verdachte op 11 februari 2014 en de datum van het eindvonnis van 22 mei 2017, meer dan twee jaar is verstreken. Het hof zal deze overschrijding verdisconteren in de strafmaat in dier voege, dat de aan de verdachte op te leggen werkstraf van 200 uren zal worden gematigd.
Het hof is - alles afwegende - van oordeel dat een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur in combinatie met een geheel onvoorwaardelijke taakstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt.
Vordering tot schadevergoeding ING Bank NV
In het onderhavige strafproces heeft ING Bank NV zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële schade als gevolg van het aan de verdachte onder 5 subsidiair ten laste gelegde, tot een bedrag van
€ 125.060,58.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg gevorderde en in hoger beroep gehandhaafde bedrag.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij in de vordering.
De vordering van de benadeelde partij is namens de verdachte betwist.
Nu de verdachte ter zake van het onder 5 subsidiair ten laste gelegde wordt vrijgesproken, dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering.
Dit brengt mee dat de benadeelde partij dient te worden veroordeeld in de kosten die de verdachte tot aan deze uitspraak in verband met de verdediging tegen die vordering heeft moeten maken, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 3, 11 en 11a van de Opiumwet en de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 225 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart het openbaar ministerie ter zake van het onder 5 primair ten laste gelegde niet-ontvankelijk in zijn strafvervolging.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 3 primair, 3 subsidiair, 4 primair, 4 subsidiair, 5 subsidiair en 6 primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 6 subsidiair en 7 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2, 6 subsidiair en 7 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
170 (honderdzeventig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
85 (vijfentachtig) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.

Vordering van de benadeelde partij ING Bank NV

Verklaart de benadeelde partij ING Bank NV niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door mr. E.C. van Veen,
mr. G. Knobbout en mr. R.F. de Knoop, in bijzijn van de griffier mr. M.T. Sluis.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 15 februari 2018.