In deze zaak gaat het om een hoger beroep van mevrouw [X] te [Z] tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 14 juli 2017, nr. SGR 17/654, inzake de motorrijtuigenbelasting (MRB) en de overgangsregeling voor oldtimers. De belanghebbende heeft op 25 februari 2016 een bedrag van € 122 aan motorrijtuigenbelasting voldaan, maar dit bedrag was te laat betaald in het kader van de overgangsregeling. De inspecteur van de Belastingdienst heeft het bezwaar van de belanghebbende tegen de voldoening van de reguliere MRB niet-ontvankelijk verklaard, wat door de Rechtbank is bevestigd. De belanghebbende heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof Den Haag. Het Hof heeft geoordeeld dat de betaling van € 122 niet kan worden aangemerkt als een verzoek om in aanmerking te komen voor de overgangsregeling, omdat deze betaling na de uiterste betaaldatum van de rekening van 14 december 2015 is gedaan. Het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank bevestigd en geoordeeld dat het bezwaar van de belanghebbende terecht niet-ontvankelijk is verklaard. De proceskosten zijn niet toegewezen.