Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte]
of omstreeks5 november 2015 te Waddinxveen zijn echtgenoot, [aangeefster], heeft mishandeld door die [aangeefster] in
/op/tegenhet gezicht te slaan
;.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 6 april 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte, geboren in Polen in 1983, was in eerste aanleg vrijgesproken van mishandeling van zijn echtgenoot, maar werd in een andere zaak veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen de vrijspraak, maar het hof verklaarde hem niet-ontvankelijk in het hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de vrijspraak. Het hof oordeelde dat de aangeefster, die de verdachte had aangevallen door hem te filmen en zijn telefoon af te pakken, handelde uit noodweer. De verdachte gaf als reactie daarop een klap in het gezicht van de aangeefster. Het hof concludeerde dat de aangeefster niet wederrechtelijk handelde, waardoor het beroep op noodweer van de verdachte werd verworpen. Het hof oordeelde verder dat de verdachte strafbaar was voor de mishandeling van zijn echtgenoot, maar besloot geen straf of maatregel op te leggen, rekening houdend met de omstandigheden van de zaak en het feit dat de verdachte niet eerder was veroordeeld voor andere strafbare feiten. Het arrest is gewezen door een meervoudige kamer voor strafzaken en is openbaar uitgesproken.