Rolnummer: 22-002861-18
Parketnummer: 10-700083-18
Datum uitspraak: 9 oktober 2019
TEGENSPRAAK
Gerechtshof Den Haag
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 10 juli 2018 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1976,
[adres].
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof op 25 september 2019.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroep - ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 13 maart 2018 te Rotterdam (in een woning/pand, gelegen aan het [adres]) twee, althans een of meer, wapen(s) als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten - een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet in de vorm van een pistool van het merk Heckler & Koch, type USP, kaliber 9x19mm),
- een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet in de vorm van een pistool van het merk merk Glock, type 26, kaliber 9x19mm,
met voor dat/die wapen(s) geschikte munitie, voorhanden heeft gehad,
zulks terwijl tijdens het plegen van dit misdrijf/deze misdrijven nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een vroegere veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
2.
hij op of omstreeks 13 maart 2018 te Rotterdam (in een woning/pand, gelegen aan de [adres 2]) tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid 1 van categorie II van de Wet wapens en munitie, te weten een pistoolmitrailleur (merk: CZ, type: Skorpion Evo 3, kaliber: 9x19mm),
(voor dit vuurwapen geschikte munitie) munitie in de zin van artikel 1 onder 4, gelet op artikel 2 lid 2 van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 24 kogelpatronen (merk: GECO, kaliber: 9x19mm)
een voor dit wapen geschikte geluiddemper,
3.
hij op of omstreeks 13 maart 2018 te Rotterdam (in een woning/pand, gelegen aan de [adres 2]) tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1 van categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool (merk: FEG, type: PA-63 (Atilla), kaliber: 7.65mm br.)
en/of
(voor dit vuurwapen geschikte munitie) munitie in de zin van artikel 1 onder 4, gelet op artikel 2 lid 2 van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 7 kogelpatronen (kaliber: 7.65mm br., merk: Sellier & Bellot) en/of 7 kogelpatronen (kaliber: 7.65mm br., merk: CBC),
4.
hij op of omstreeks 13 maart 2018 te Rotterdam een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie II onder 5 van de Wet wapens en munitie, te weten een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos kunnen worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht, te weten een stroomstootwapen, voorhanden heeft gehad;
5.
hij in of omstreeks de periode van 2 november 2017 tot en met 9 november 2017 te Schiedam tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een auto (Mini Cooper S Countryman, kenteken [x]), geparkeerd staande op of nabij het Albert van Raalteplein, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [aangever], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Subsidiair, voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 2 november 2017 tot en met 13 maart 2018 te Schiedam en/of Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een goed, te weten een auto (Mini Cooper S Countryman, kenteken [x], voorzien van vals kenteken [y]) heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het een door diefstal, althans enig (ander) misdrijf verkregen goed betrof.
In eerste aanleg is de verdachte van het onder 2, 3 en
5 primair en subsidiair ten laste gelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 1 en 4 ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden, met aftrek van voorarrest.
De officier van justitie heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Omvang van het hoger beroep
Ter terechtzitting in hoger beroep van 25 september 2019 heeft het hof kennisgenomen van de “akte partiële intrekking rechtsmiddel” d.d. 7 februari 2019. De akte behelst de mededeling dat het Openbaar Ministerie het door haar ingestelde hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 10 juli 2018 met parketnummer
10-700083-18 partieel wenst in te trekken, te weten met betrekking tot de feiten 2, 3 en 5.
Waar hierna wordt gesproken van "de zaak" of "het vonnis", wordt daarmee bedoeld de zaak of het vonnis voor zover op grond van het vorenstaande aan het oordeel van het hof onderworpen.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 1 en 4 zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee jaren, met aftrek van voorarrest. Voorts heeft de advocaat-generaal de gevangenneming van de verdachte bij einduitspraak gevorderd.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven reeds omdat in hoger beroep de tenlastelegging is gewijzigd.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 4 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op
of omstreeks13 maart 2018 te Rotterdam (in een woning
/pand, gelegen aan het [adres]) twee
, althans een of meer,wapen
(s
)als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten
- een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet in de vorm van een pistool van het merk Heckler & Koch, type USP, kaliber 9x19mm
),
- een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet in de vorm van een pistool van het merk merk Glock, type 26, kaliber 9x19mm,
met voor
dat/die wapen
(s
)geschikte munitie, voorhanden heeft gehad, zulks terwijl tijdens het plegen van
dit misdrijf/deze misdrijven nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een vroegere veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
4.
hij op
of omstreeks13 maart 2018 te Rotterdam een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie II onder 5 van de Wet wapens en munitie, te weten een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos kunnen worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht, te weten een stroomstootwapen, voorhanden heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op: