Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
hij op of omstreeks 10 maart 2018 te 's-Gravenhage, met [slachtoffer], geboren op [geboortejaar] 2005, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], te weten (meermalen)
hij op of omstreeks 10 maart 2018 te 's-Gravenhage met [slachtoffer], geboren op [geboortejaar] 2005, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit
hij (telkens) op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 augustus 2016 tot en met 5 januari 2018 te 's-Gravenhage met [slachtoffer], geboren op [geboortejaar] 2006, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, (telkens) een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit het betasten van de (blote) borst(en).
hij op
of omstreeks10 maart 2018 te 's-Gravenhage met [slachtoffer], geboren op [geboortejaar] 2005, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt,
een of meerontuchtige handeling
(en
)heeft gepleegd, bestaande uit
/of
en/of de vaginavan die [slachtoffer]
en/of
BESLISSING
onder 1 primair en 2ten laste gelegde heeft begaan en
spreektde verdachte daarvan
vrij.
gevangenisstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) dagen.
138 (honderdachtendertig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
teruggaveaan [slachtoffer] van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
€ 1.009,02 (duizend negen euro en twee cent) bestaande uit € 9,02 (negen euro en twee cent) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
aanvangsdatum van de wettelijke rentevoor de materiële en de immateriële schade op
10 maart 2018.