5.5.Het Hof heeft besloten de zitting te laten doorgaan, nog afgezien dat de grieven van belanghebbende zich kennelijk alleen richten op de beslissing geen uitstel te verlenen. Opmerking verdient dat het geheel van door belanghebbende gedane uitlatingen de indruk vestigt dat zij niet voornemens is op welke zitting dan ook te verschijnen, ook in aanmerking nemend dat de Ontvanger op de zitting verklaarde alles in het werk te hebben gesteld haar in deze en andere soortgelijke zaken te horen en dat niet voor elkaar heeft gekregen.
6. In deze zaak heeft de Ontvanger gesteld dat de door belanghebbende betwiste aanmaningskosten van € 7 blijkens de invorderingssystemen op 5 maart 2018 (abusievelijk) zijn verlaagd met € 7. Het Hof heeft geen reden te twijfelen aan deze door de Ontvanger verstrekte informatie. Dat betekent dat vanaf 5 maart 2018 het belang aan deze zaak is komen te ontvallen.
7. Gelet daarop - zo bevestigt ook de Ontvanger op de zitting - moet de uitspraak van de Rechtbank worden vernietigd en moet het beroep niet-ontvankelijk worden verklaard.
8. Het Hof is niet gebleken van door belanghebbende gemaakte en voor vergoeding in aanmerking komende (proces)kosten.
Aldus vastgesteld door U.E. Tromp, J.T. Sanders en W.M.G. Visser, en uitgesproken. De beslissing is op 1 maart 2019 in het openbaar uitgesproken, in tegenwoordigheid van de griffier M.C.M. Boutier-Warmenhoven.
aangetekend aan
partijen verzonden:
Zowel de belanghebbende als het daartoe bevoegde bestuursorgaan kan binnen zes weken na de verzenddatum van deze uitspraak beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:
1. Bij het beroepschrift wordt een kopie van deze uitspraak gevoegd.
2. Het beroepschrift wordt ondertekend en bevat ten minste:
-
- de naam en het adres van de indiener;
-
- de dagtekening;
-
- de vermelding van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
-
- de gronden van het beroep in cassatie.
Het beroepschrift moet worden gezonden aan de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), Postbus 20303, 2500 EH Den Haag.
Tenzij de Hoge Raad anders bepaalt, zal het Gerechtshof de mondelinge uitspraak vervangen door een schriftelijke. In dat geval krijgt u de gelegenheid de gronden van het beroep in cassatie alsnog te verstrekken of aan te vullen.
De partij die beroep in cassatie instelt is griffierecht verschuldigd en zal daarover bericht ontvangen van de griffier van de Hoge Raad. In het cassatieberoepschrift kan worden verzocht de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.