ECLI:NL:GHDHA:2020:1186

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
9 december 2020
Publicatiedatum
7 juli 2020
Zaaknummer
2200312718
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanhouding van de behandeling van de zaak van een verdachte in Syrië met betrekking tot het aanwezigheidsrecht

Op 9 december 2020 heeft het Gerechtshof Den Haag de behandeling van de zaak van een verdachte, die zich in Syrië bevindt, aangehouden voor onbepaalde tijd tot medio 2020. De verdachte is niet ter terechtzitting verschenen, maar zijn raadsvrouw, mr. D.J. Troost, was aanwezig en heeft verklaard dat zij sinds april 2019 heeft geprobeerd contact te leggen met de verdachte, zonder succes. De advocaat-generaal heeft aangegeven de zaak te willen afdoen, maar het hof heeft besloten de behandeling aan te houden om de verdachte de kans te geven gebruik te maken van zijn aanwezigheidsrecht. Het hof heeft overwogen dat de situatie in Syrië onoverzichtelijk is en dat het niet uitgesloten is dat de verdachte op enig moment Syrië zal verlaten. Er is geen bewijs dat de verdachte afstand heeft gedaan van zijn aanwezigheidsrecht. Het hof heeft de zaak aangehouden om de situatie opnieuw te bezien en om de verdachte in de gelegenheid te stellen zijn recht op aanwezigheid te effectueren. De voorzitter heeft het onderzoek voor onbepaalde tijd geschorst en verzocht om de zaak opnieuw aan te brengen bij een kamer van het hof.

Uitspraak

Parketnummer: 10-960003-16

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken
zitting houdende in de extra beveiligde zittingszaal van de rechtbank Rotterdam te Rotterdam

Proces-verbaal

van de op 9 december 2019 in het openbaar gehouden terechtzitting van dit gerechtshof.
Tegenwoordig zijn:
mr. E.F. Lagerwerf-Vergunst, voorzitter,
mr. H.C. Wiersinga en mr. D.M. Thierry, leden, en
mr. M.J.J. van den Broek, griffier.
Voorts is aanwezig mr. R.J.P. Lambrichts, advocaat-generaal.
De voorzitter doet de zaak tegen de na te noemen verdachte uitroepen.
De verdachte, opgeroepen als:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1987,
thans zonder bekende vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
is niet ter terechtzitting verschenen.
Als raadsvrouw van de verdachte is ter terechtzitting aanwezig mr. D.J. Troost, advocaat te Rotterdam, die mededeelt door de verdachte
nietuitdrukkelijk te zijn gemachtigd de verdediging te voeren.
Alle verklaringen zijn zakelijk weergegeven, tenzij anders vermeld.
Desgevraagd deelt de raadsvrouw mede dat zij sinds april 2019 via verschillende kanalen heeft geprobeerd in contact te komen met de verdachte, maar dat dit tot op heden niet is gelukt. De raadsvrouw zal heden geen verzoek doen om de behandeling van de zaak aan te houden.
De advocaat-generaal deelt mede dat het Openbaar Ministerie heden de zaak wil afdoen.
Op vragen van de jongste raadsheer deelt de raadsvrouw mede dat derden in de afgelopen weken contact hebben gehad met de verdachte. Zij wil niet ingaan op de vraag wie deze derden zijn. Voorts deelt de raadsvrouw mede dat zij thans niet kan treden in de vraag of de oud-klasgenoot van de verdachte, tevens journalist, nog contact heeft met de verdachte.
De advocaat-generaal legt over zijn schriftelijke aantekeningen betreffende het aanwezigheidsrecht en voert het woord overeenkomstig.
Desgevraagd deelt de raadsvrouw mede dat zij geen opmerkingen heeft omtrent het aanwezigheidsrecht van de verdachte.
Het hof onderbreekt vervolgens het onderzoek voor beraad. Na beraad wordt het onderzoek hervat en deelt de voorzitter als beslissing van het hof mede dat de zaak zal worden aangehouden voor onbepaalde tijd tot medio 2020. Het hof begrijpt uit de mededelingen van de raadsvrouw dat de verdachte nog in leven is en zich in Syrië bevindt, althans dat er geen aanleiding is om te veronderstellen dat hij zich daar niet meer bevindt. De situatie in Syrië is op dit moment zeer onoverzichtelijk hetgeen het contact leggen met de verdachte bemoeilijkt. De internationale ontwikkelingen gaan snel en het is niet uit te sluiten dat de verdachte op enig moment Syrië zal verlaten. Niet is gebleken dat de verdachte afstand heeft gedaan van zijn aanwezigheidsrecht. Het hof is de laatste feitelijke instantie. Het hof zal dan ook, zonder vooruit te lopen op toekomstige door het hof te nemen beslissingen ter zake de uitoefening van het aanwezigheidsrecht, mede gelet op hetgeen in de uitspraak in de zaak Hokkeling vs. Nederland van het EHRM is overwogen, thans de behandeling van de zaak aanhouden voor onbepaalde tijd tot medio 2020, teneinde de verdachte in de gelegenheid te stellen gebruik te maken van zijn aanwezigheidsrecht en de situatie dan opnieuw te bezien.
Het gerechtshof, gehoord de raadsvrouw en de advocaat-generaal,
schorst hierop het onderzoek voor onbepaalde tijd tot medio 2020;
beveelt de
oproeping van de verdachte en zijn raadsvrouwvoor de nadere terechtzitting;
stelt de stukken daartoe in handen van de advocaat-generaal.
Het hof verzoekt de advocaat-generaalde zaak aan te brengen bij een kamer van dit hof waarvan mr. E.F. Lagerwerf-Vergunst en/of mr. H.C. Wiersinga en/of
mr. D.M. Thierry deel uitmaken.
Dit proces-verbaal is door de voorzitter en de griffier vastgesteld en ondertekend.