Op 9 december 2020 heeft het Gerechtshof Den Haag de behandeling van de zaak van een verdachte, die zich in Syrië bevindt, aangehouden voor onbepaalde tijd tot medio 2020. De verdachte is niet ter terechtzitting verschenen, maar zijn raadsvrouw, mr. D.J. Troost, was aanwezig en heeft verklaard dat zij sinds april 2019 heeft geprobeerd contact te leggen met de verdachte, zonder succes. De advocaat-generaal heeft aangegeven de zaak te willen afdoen, maar het hof heeft besloten de behandeling aan te houden om de verdachte de kans te geven gebruik te maken van zijn aanwezigheidsrecht. Het hof heeft overwogen dat de situatie in Syrië onoverzichtelijk is en dat het niet uitgesloten is dat de verdachte op enig moment Syrië zal verlaten. Er is geen bewijs dat de verdachte afstand heeft gedaan van zijn aanwezigheidsrecht. Het hof heeft de zaak aangehouden om de situatie opnieuw te bezien en om de verdachte in de gelegenheid te stellen zijn recht op aanwezigheid te effectueren. De voorzitter heeft het onderzoek voor onbepaalde tijd geschorst en verzocht om de zaak opnieuw aan te brengen bij een kamer van het hof.