ECLI:NL:GHDHA:2020:2093

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
5 november 2020
Publicatiedatum
5 november 2020
Zaaknummer
2200517819
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wederrechtelijke toe-eigening van identiteitsbewijzen en verkoop van valse telefoonaccu's

Op 5 november 2020 heeft het Gerechtshof Den Haag uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Den Haag. De verdachte, geboren in 1981, was in eerste aanleg veroordeeld tot een taakstraf van 50 uren, subsidiair 25 dagen hechtenis, voor het wederrechtelijk toe-eigenen van identiteitsbewijzen en het aanbieden van valse telefoonaccu's. In hoger beroep heeft het hof de zaak opnieuw beoordeeld, waarbij het hof kennisnam van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 27 mei 2014 tot en met 24 oktober 2017 in 's-Gravenhage zeventien identiteitsbewijzen had, die hij als vinder wederrechtelijk heeft toegeëigend. Daarnaast heeft hij in de periode van 1 januari 2013 tot en met 27 februari 2014 valse telefoonaccu's van verschillende merken te koop aangeboden en in voorraad gehad. Het hof heeft de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep voor zover dat gericht was tegen de vrijspraken in eerste aanleg. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 2.500,00 en 35 dagen hechtenis, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

Rolnummer: 22-005178-19
Parketnummers: 09-073816-18 en 09-244567-14
Datum uitspraak: 5 november 2020
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Den Haag van 6 november 2019 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1981,
adres: [adres verdachte].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het in de zaak met parketnummer 09-073816-18 en het in de zaak met parketnummer 09-244567-14 tenlastegelegde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 50 uren subsidiair 25 dagen hechtenis.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:

Zaak met parketnummer 09-073816-18:

hij in of omstreeks de periode van 27 mei 2014 tot en met 24 oktober 2017, in elk geval op of omstreeks 24 oktober 2017, te 's-Gravenhage opzettelijk zeventien, in elk geval één of meerdere, identiteitsbewijzen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12] en/of [slachtoffer 13] en/of [slachtoffer 14] en/of [slachtoffer 15] en/of [slachtoffer 16], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk(e) goed(eren) verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten als vinder, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;

Zaak met parketnummer 09-244567-14 (gevoegd):

hij op een of meerdere tijdstip(pen) in de periode van 1 januari 2013 tot en met 27 februari 2014, in elk geval op 27 februari 2014 te 's-Gravenhage, (telkens) opzettelijk waren, die zelf of op hun verpakking valselijk waren voorzien van de handelsnaam van een ander of van het merk waarop een ander recht had, te weten
26, in elk geval een of meerdere stuk(ken)GSM accu packs, merk Samsung GSM en/of
drie, in elk geval een of meerdere stuk(ken) GSM accu packs, merk Nokia GSM en/of
vier, in elk geval een of meerdere stuk(ken) GSM accu packs, merk Blackberry GSM en/of
twee/ een stuk(s) Body GSM, merk Blackberry, Hardcover voor gsm toestel en/of
drie, in elk geval een of meerdere stuk(ken)Body GSM, merk Galaxy Siii, Hardcover voor gsm toestel,
(telkens) heeft verkocht, te koop heeft aangeboden en/of heeft afgeleverd, uitgedeeld en/of in voorraad heeft gehad;
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
De verdachte is in eerste aanleg in de zaak met parketnummer 09-244567-14 partieel vrijgesproken van de laatste drie gedachtestreepjes van de tenlastelegging, te weten de vier BlackBerry accu packs, twee BlackBerry body’s en drie Galaxy Siii body’s. Het betreft een impliciet cumulatieve tenlastelegging. Het hoger beroep is namens de verdachte onbeperkt ingesteld en mitsdien mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissingen tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissing geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraken.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 09-073816-18 en in de zaak met parketnummer 09-244567-14 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

Zaak met parketnummer 09-073816-18:

hij in
of omstreeksde periode van 27 mei 2014 tot en met 24 oktober 2017
, in elk geval op of omstreeks 24 oktober 2017,te 's-Gravenhage opzettelijk
zeventien, in elk geval één of meerdere,identiteitsbewijzen
, in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 1] en
/of [slachtoffer 2] en/of[slachtoffer 3] en
/of[slachtoffer 4] en
/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of[slachtoffer 7] en
/of[slachtoffer 8] en
/of[slachtoffer 9] en
/of [slachtoffer 10] en/of[slachtoffer 11] en
/of[slachtoffer 12] en
/of[slachtoffer 13] en
/of[slachtoffer 14] en
/of [slachtoffer 15] en/of[slachtoffer 16]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,en welk
(e
)goed
(eren
)verdachte anders dan door misdrijf onder zich had
, te weten als vinder,wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.

Zaak met parketnummer 09-244567-14 (gevoegd):

hij
op een of meerdere tijdstip(pen)in de periode van 1 januari 2013 tot en met 27 februari 2014,
in elk geval op 27 februari 2014te 's-Gravenhage,
(telkens)opzettelijk waren, die zelf
of op hun verpakkingvalselijk waren voorzien van de handelsnaam van een ander of van het merk waarop een ander recht had, te weten
26, in elk geval een of meerdere stuk(ken)GSM accu packs, merk Samsung GSM en
/of
drie, in elk geval een of meerdere stuk(ken)GSM accu packs, merk Nokia GSM
en/of
vier, in elk geval een of meerdere stuk(ken) GSM accu packs, merk Blackberry GSM en/of
twee/ een stuk(s) Body GSM, merk Blackberry, Hardcover voor gsm toestel en/of
drie, in elk geval een of meerdere stuk(ken)Body GSM, merk Galaxy Siii, Hardcover voor gsm toestel,
(telkens) heeft verkocht, te koop heeft aangeboden en
/of heeft afgeleverd, uitgedeeld en/ofin voorraad heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Nadere bewijsoverweging in de zaak met parketnummer
09-073816-18
Uitgaande van de verklaring van de verdachte heeft hij de identiteitsbewijzen in zijn bezit gekregen in verband met de activiteiten in zijn winkel, te weten money transfers. In het kader van die transfers is het vereist dat klanten hun identiteitsbewijs overleggen, aldus de verdachte. Uit het dossier blijkt dat ten aanzien van de personen genoemd in de bewezenverklaring money transfers in de winkel van verdachte hebben plaatsgevonden op data gelegen geruime tijd vóór de controle op 24 oktober 2017 in zijn winkel, toen de identiteitsbewijzen zijn aangetroffen. Hierbij merkt het hof op dat de meest gedateerde moneytransfer waarbij een van de identiteitsbewijzen is overgelegd, plaatsvond op 23 juni 2014 en de meest recente moneytransfer waarbij een van de identiteitsbewijzen is overgelegd, drie maanden voor de controle van 24 oktober 2017 plaatsvond. De identiteitsbewijzen waren dus gedurende lange tijd, veelal maandenlang, soms meerdere jaren, aanwezig in de winkel van verdachte.
Hoewel de verdachte ontkend heeft dat hij wetenschap had van de (langdurige) aanwezigheid van deze identiteitsbewijzen, acht het hof deze verklaring ongeloofwaardig. Het hof neemt daarbij in aanmerking de vindplaats van de identiteitsbewijzen (in de balie bij de kassa), het feit dat verdachte ook volgens zijn eigen verklaring veelvuldig in zijn winkel werkzaam was (soms zeven dagen per week), alsmede dat het bezigen van identiteitsbewijzen behoorde tot de kernactiviteit – de uitvoering van moneytransfers - in de winkel van de verdachte. Verdachte is gedurende geruime tijd in het bezit geweest van de identiteitsbewijzen en heeft deze niet teruggegeven aan de eigenaren, noch heeft hij melding gemaakt bij de gemeente of politie van het feit dat deze identiteitsbewijzen in zijn winkel waren achtergebleven. Bovendien zijn er met minstens twee van de identiteitsbewijzen moneytranfers uitgevoerd in de winkel van de verdachte nadat deze als vermist en/of gestolen waren opgegeven. Gelet op deze omstandigheden, in hun onderlinge samenhang bezien, is het hof van oordeel dat de verdachte zich de identiteitsbewijzen opzettelijk wederrechtelijk heeft toegeëigend.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het in de zaak met parketnummer 09-073816-18 bewezenverklaarde levert op:

verduistering.

Het in de zaak met parketnummer 09-244567-14 bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk valse, vervalste of wederrechtelijk vervaardigde merken te koop aanbieden en in voorraad hebben.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan verduistering van identiteitsbewijzen die in zijn winkel na het verrichten van moneytransfers waren achtergebleven. Door aldus te handelen heeft de verdachte inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van de slachtoffers. Het ging bovendien om officiële documenten die persoonlijke informatie bevatten en vatbaar zijn voor misbruik.
Daarnaast heeft de verdachte in zijn winkel valse (telefoon)batterijen van Samsung en Nokia in voorraad gehad en te koop aangeboden. De verdachte heeft met zijn handelen niet alleen de gerechtigden van die merknamen geschaad, maar ook de consumentenveiligheid onvoldoende in het oog gehouden, door goederen te koop aan te bieden die mogelijk niet voldoen aan de gestelde eisen. De verdachte heeft zich hierbij kennelijk laten leiden door financieel gewin en geen rekening gehouden met de belangen van de gedupeerden.
Blijkens een hem betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 8 oktober 2020 is de verdachte niet eerder veroordeeld voor het plegen van een strafbaar feit.
Anders dan de rechtbank zal het hof, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het belang bij het voorzetten van zijn bedrijf in een mede door COVID-19 moeilijke periode, aan de verdachte in plaats van een taakstraf een geldboete opleggen. Een taakstraf zou immers, anders dan een geldboete, aan zijn vergunning om moneytransfers uit te voeren in de weg kunnen staan.
Bij de vaststelling van de geldboete is rekening gehouden met de draagkracht van de verdachte.
Het hof is - alles afwegende - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke geldboete van na te melden hoogte een passende en geboden reactie vormt.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 23, 24, 24c, 57, 321 en 337 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep voor zover dat is gericht tegen de in eerste aanleg in de zaak met parketnummer 09-244567-14 gegeven partiële vrijspraken.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 09-073816-18 en in de zaak met parketnummer 09-244567-14 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 09-073816-18 en in de zaak met parketnummer 09-244567-14 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
35 (vijfendertig) dagen hechtenis.
Dit arrest is gewezen door mr. M.J. de Haan-Boerdijk, mr. W.A.G.J.W. Ferenschild en mr. T.J. Sleeswijk Visser, in bijzijn van de griffier mr. J.J. Mossink.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 5 november 2020.
mr. W.A.G.J.W. Ferenschild en mr. T.J. Sleeswijk Visser zijn buiten staat dit arrest te ondertekenen.