ECLI:NL:GHDHA:2020:503
Gerechtshof Den Haag
- Verwijzing na Hoge Raad
- U.E. Tromp
- J.T. Sanders
- W.M.G. Visser
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van bestuurder voor onbetaald blijven van belastingschulden en kennelijk onbehoorlijk bestuur
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Den Haag, staat de aansprakelijkheid van de belanghebbende als bestuurder van een BV centraal. De belanghebbende is aansprakelijk gesteld voor onbetaald gebleven belastingschulden van de BV, die in financiële problemen verkeerde. De Hoge Raad had eerder de zaak verwezen naar het Gerechtshof voor een nadere beoordeling van de vraag of de belanghebbende kennelijk onbehoorlijk bestuur kan worden verweten. Het Hof heeft vastgesteld dat de BV niet heeft besloten haar activiteiten te beëindigen, ondanks de financiële problemen. De belanghebbende heeft geprobeerd de bedrijfsvoering voort te zetten om contractuele verplichtingen na te komen en een faillissement te voorkomen. Het Hof concludeert dat de belanghebbende niet kan worden verweten dat hij heeft bewerkstelligd dat de belastingschulden onbetaald zijn gebleven, omdat hij niet wist of redelijkerwijs had moeten begrijpen dat zijn handelen tot onbetaald blijven van de belastingschulden zou leiden. De uitspraak van de Rechtbank wordt vernietigd, evenals de beschikking van de Ontvanger, en de belanghebbende wordt in het gelijk gesteld. De Ontvanger wordt veroordeeld in de proceskosten en moet een vergoeding voor immateriële schade betalen.