ECLI:NL:GHDHA:2020:773
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van veroordeling voor het voorhanden hebben en gebruiken van een vals identiteitsdocument
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 24 maart 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam. De verdachte, geboren in Albanië in 1985, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 maanden voor het voorhanden hebben en gebruiken van een vals identiteitsdocument. De tenlastelegging betrof het bezit en gebruik van een Italiaanse identiteitskaart waarvan de verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze vals of vervalst was. De advocaat-generaal heeft in hoger beroep gevorderd dat het eerdere vonnis zou worden vernietigd en dat de verdachte opnieuw tot 2 maanden gevangenisstraf zou worden veroordeeld, met aftrek van het voorarrest. Het hof heeft de zaak behandeld op 10 maart 2020 en heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging. Na de behandeling heeft het hof geconcludeerd dat er geen aanleiding was om tot andere beslissingen te komen dan die van de eerste rechter. Het hof heeft daarom het vonnis waarvan beroep bevestigd. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, en de beslissing is openbaar uitgesproken. De griffier was aanwezig, maar de rechters waren buiten staat om het arrest mede te ondertekenen.