ECLI:NL:GHDHA:2020:801
Gerechtshof Den Haag
- Rekestprocedure
- E.A. Mink
- A.A.F. Donders
- M. Th. Linsen-Penning de Vries
- Rechtspraak.nl
Verklaring voor recht inzake rechtsgeldig huwelijk en inschrijving in de registers van de burgerlijke stand
In deze zaak verzochten de verzoeksters, een vrouw en haar dochter, het Gerechtshof Den Haag om te verklaren dat er sprake is van een rechtsgeldig huwelijk tussen de vrouw en de man, dat in 1995 in Indonesië is gesloten. De rechtbank had eerder dit verzoek afgewezen, wat leidde tot hoger beroep. De verzoeksters stelden dat het huwelijk nooit ontbonden was en dat de dochter wettig geboren was uit dit huwelijk. De ambtenaar van de burgerlijke stand voerde aan dat er onvoldoende bewijs was voor de rechtsgeldigheid van het huwelijk en dat de inschrijving in de registers van de burgerlijke stand niet kon plaatsvinden zonder een rechtsgeldige verklaring.
Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig onderzocht, inclusief de overgelegde huwelijksdocumenten en DNA-onderzoek dat bevestigde dat de man de biologische vader van de dochter is. Het hof concludeerde dat het huwelijk tussen de vrouw en de man rechtsgeldig was volgens Indonesisch recht en dat dit huwelijk ook in Nederland erkend moest worden. Het hof vernietigde de eerdere beschikking van de rechtbank en gelastte de ambtenaar van de burgerlijke stand om het huwelijksboekje in te schrijven in de registers van de burgerlijke stand, terwijl het overige verzoek werd afgewezen. De beslissing werd op 8 april 2020 uitgesproken.