Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
hij op of omstreeks 6 augustus 2017 te ’s-Gravenhage, toen (een) aldaar in uniform geklede dienstdoende politieambtena(a)r(en), te weten [verbalisant 1], [verbalisant 2], [verbalisant 3] en/of [verbalisant 4], verdachte, als verdacht van het gepleegd hebben van één of meer op heterdaad ontdekt(e) strafba(a)r(e) feit(en) had(den) aangehouden, teneinde verdachte ter geleiding voor een hulpofficier van justitie, over te brengen naar een politiebureau, zich met geweld en/of bedreiging met geweld tegen die eerder genoemde opsporingsambtena(a)r(en), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn//hun bediening, heeft verzet door te schreeuwen, te rukken, te draaien en/of te trekken in een richting tegengesteld aan die, waarin die ambtena(a)r(en) verdachte trachtte(n) te geleiden en/of door die [verbalisant 2] te schoppen tegen diens been, waarbij [verbalisant 2] ten val is gekomen, tengevolge waarvan die [verbalisant 2] lichamelijk letsel (te weten: een gekneusde knie) bekwam;
hij op of omstreeks 6 augustus 2017 te 's-Gravenhage opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 1,6 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of ongeveer 17,86 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende GHB, zijnde cocaïne en/of GHB (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.