Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest in kort geding van 20 juli 2021
[appellant] ,
de Staat der Nederlanden,
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
Cindrić en Bešlić t. Kroatië, nr. 72152/13 par. 116 e.v.). Het opleggen van een aanzienlijke financiële last na afloop van de procedure aan de verliezende partij, bijvoorbeeld door deze in de kosten van de Staat te veroordelen, kan een dergelijke beperking opleveren. Een dergelijke beperking is alleen toegestaan als deze een legitiem doel dient en proportioneel is ten opzichte van het legitieme doel. Het EHRM neemt als uitgangspunt dat de regel dat de verliezende partij de proceskosten van de wederpartij moet betalen, in het algemeen gerechtvaardigd is om ongegronde claims en excessieve kosten te ontmoedigen (EHRM 18 juli 2013,
Klausz t. Kroatië, nr. 28963/10, par. 84; EHRM 10 november 2020,
Marić t. Kroatië, nr. 37333/17 par. 52).