Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
- de tussen partijen getroffen regeling in de beschikking opgenomen, als neergelegd in het door partijen ondertekende ouderschapsplan, dat door de griffier is gewaarmerkt en aan de beschikking is gehecht;
- bepaald dat de man, als hij ten tijde van de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand de echtelijke woning aan [adres] , die aan de vrouw mede toebehoort, bewoont, jegens de vrouw bevoegd is de bewoning voort te zetten gedurende zes maanden na de inschrijving van de beschikking, met dien verstande dat dit recht zoveel eerder eindigt als dat de woning bij een verkoop wordt overgedragen aan een derde;
- ten laste van de man aan de vrouw toegekend een uitkering tot levensonderhoud van
- de wijze van verdeling van de gemeenschap gelast zoals weergegeven onder de rechtsoverwegingen 2.8.7. tot en met 2.81.19;
- de proceskosten gecompenseerd aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt, en
- het meer of anders verzochte afgewezen.
- partijen zijn met elkaar gehuwd te [plaats] op [datum] 2015;
- zij zijn de ouders van [naam minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2018 te [geboorteplaats] ;
- partijen hebben de Nederlandse nationaliteit;
- het inleidend verzoekschrift tot echtscheiding is op 19 december 2019 bij de rechtbank ingekomen.
Partneralimentatie
€ 1.910,- per maand. Geïndexeerd naar 2021 bedraagt de behoefte € 1.967,- netto per maand.
Verdeling van de huwelijksgemeenschap
€ 28.364,- toe. Dat de vrouw de sieraden staande het huwelijk heeft verkocht, betwist de man.