ECLI:NL:GHDHA:2022:2067

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
13 oktober 2022
Publicatiedatum
18 oktober 2022
Zaaknummer
2200193321
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie na overlijden vennoot van V.O.F.

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 13 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de economische kamer van de rechtbank Rotterdam, dat op 24 juni 2021 was gewezen. De zaak betreft de V.O.F. [naam VOF], die na het overlijden van vennoot [naam vennoot] op [datum van overlijden] van rechtswege is ontbonden. Dit overlijden is vastgesteld door een akte van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Roosendaal, opgemaakt op 11 februari 2022. Het vof-contract bevatte geen voortzettingsbeding, waardoor de vennootschap niet kon voortbestaan. De zoon van de overleden vennoot, die als enig erfgenaam is aangemerkt, heeft alle activiteiten van de vennootschap, inclusief baten en lasten, overgenomen in zijn eenmanszaak. Het hof oordeelt dat er in dit specifieke geval geen redelijk strafvorderlijk belang meer is gediend met de vervolging van de V.O.F. Het openbaar ministerie wordt daarom niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van de V.O.F. Het hof vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht, waarbij het openbaar ministerie ter zake van de tenlastegelegde feiten in de zaken met parketnummer 10-994572-18 en 10-997515-16 niet-ontvankelijk wordt verklaard.

Uitspraak

Rolnummer: 22-001933-21
Parketnummers: 10-994572-18 en 10-997515-16
Datum uitspraak: 13 oktober 2022
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

economische kamer

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de economische kamer van de rechtbank Rotterdam van 24 juni 2021 in de strafzaak tegen de verdachte:

V.O.F. [naam VOF],

gevestigd te [adres VOF].
Ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie
Blijkens een op 11 februari 2022 door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Roosendaal opgemaakte akte van overlijden, [aktenummer overlijden], is komen vast te staan dat vennoot [naam vennoot] op [datum van overlijden] is overleden. Door dit overlijden, is per genoemde datum de vennootschap van rechtswege ontbonden, zulks blijkens het ter terechtzitting in hoger overgelegde uittreksel van de Kamer van Koophandel van 14 maart 2022. Het vof-contract bevatte geen voortzettingsbeding. [zoon vennoot] is enig erfgenaam van zijn vader en hij heeft langs die weg alle activiteiten van de vennootschap, evenals de baten en lasten, met zijn eenmanszaak overgenomen. [zoon vennoot] is voorts reeds als verdachte in de hoedanigheid van natuurlijk persoon voor de aan de V.O.F. tenlastegelegde feiten vervolgd.
Naar het oordeel van het hof is gelet hierop in dit specifieke geval geen redelijk strafvorderlijk belang meer gediend met de vervolging van V.O.F. [naam VOF], zodat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vervolging.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart het openbaar ministerie ter zake van het in de zaak met parketnummer 10-994572-18 onder 1, 2, 3 en 4 en in de zaak met parketnummer 10-997515-16 tenlastegelegde niet-ontvankelijk in de vervolging.
Dit arrest is gewezen door mr. T.J. Sleeswijk Visser,
mr. J.A. van Dorp en mr. R. van der Hoeven, in bijzijn van de griffier mr. L. Knoop.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 13 oktober 2022.